Dat heeft voordelen: de beroepsgroep kan de kwaliteit van het vak hoog houden, leerlingen opleiden tot gezel, kwaliteitsregisters beheren, informatiestandaarden voorstellen en zeker ook de belangen van de eigen beroepsgroep beschermen.
Maar ook nadelen: de beroepsgroep staat voorop, niet het ziektebeeld, niet de cliënt of patiënt. Natuurlijk zijn daar ook weer verenigingen voor. De vereniging voor alzheimer, diabetes, Parkinson, enzovoort, meer dan 200 patiëntorganisaties, vertegenwoordigd door de Patiëntenfederatie Nederland.
Datzelfde beeld is herkenbaar in het ICT-landschap met aparte systemen voor ziekenhuizen, apothekers, artsen, fysiotherapeuten, ergotherapeuten en verpleegkundigen. En voor de cliënt of patiënt zijn er ook nog eens 300.000 apps, vaak voor een bepaald ziektebeeld.
Natuurlijk is het niet realistisch om alle ziektebeelden en alle beroepsgroepen in één systeem te ondersteunen, maar mijn stelling is dat in de care een multidisciplinair ECD niet alleen mogelijk maar ook een vereiste is. Het onderscheid met de cure is daarin simpel, gaat de cliënt naar de zorgverlener of de zorgverlener naar de cliënt?
Bij een huisarts, specialist of vrijgevestigde fysiotherapeut komt de cliënt op bezoek, vaak met een enkelvoudige vraag en is gast in de praktijk en gast in het monodisciplinaire systeem van de zorgverlener. In een instelling voor jeugd-, ouderen- of gehandicaptenzorg komen meerdere medewerkers bij de cliënt op bezoek, vaak voor een samengestelde vraag, zijn gast bij de cliënt en liefst ook gast in het dossier van de cliënt. Als de beroepsgroepen met elkaar willen samenwerken bij de cliënt moet dat dossier per definitie multidisciplinair zijn.
Waaraan moet een multidisciplinair dossier voldoen? Naar mijn mening zijn er tien punten waar je bij de keuze op moet letten:
- Alle functies die bij de cliënt zijn betrokken werken samen in één ECD, het aantal koppelingen met andere systemen is tot een minimum beperkt om samenwerking eenvoudig te houden.
- Het ECD ondersteunt de mogelijkheid om verschillende zorgtrajecten in te richten, afgestemd op de doelgroep van de cliënt.
- De intake wordt multidisciplinair uitgevoerd, waarbij disciplines elkaar kunnen uitnodigen en informatie kunnen delen.
- De intake ondersteunt de richtlijnen van de verschillende beroepsgroepen ten aanzien van screening, anamnese, risicoanalyse, diagnose en opzet van het behandelplan.
- Het monodisciplinaire behandelplan van elke bij de cliënt betrokken discipline integreert in het multidisciplinaire cliëntplan, waardoor iedereen zicht heeft op het geheel.
- De autorisatie is goed geregeld: een zorg- of behandelrelatie is nodig om toegang te hebben tot het cliëntdossier, delen van het dossier zijn zo nodig af te schermen voor anderen.
- Zorg en behandeling kunnen op een gecontroleerde manier informatie aan elkaar overdragen.
- Het ECD is workflowgestuurd, alle betrokkenen krijgen tijdig een signaal wanneer gehandeld moet worden.
- Ook de evaluatie wordt multidisciplinair uitgevoerd: zowel cliëntdoelen als behandeldoelen kunnen in samenhang geëvalueerd worden.
- De cliënt is in dit alles betrokken, ziet in zijn of haar cliëntportaal welke disciplines betrokken zijn, leest mee in het dossier, kan zelf ook rapporteren en metingen vastleggen, is in toenemende mate in regie.
Terug naar de gildes. Eind 18e eeuw hielden ze op te bestaan, ze waren te conservatief geworden en werden ingehaald door de industriële revolutie. Die maakte het mogelijk om samengestelde producten met een goede kwaliteit en voor een redelijke prijs te fabriceren. Dat willen we ook in de care. Dat betekent dat de beroepsgroepen meer dan ooit moeten samenwerken in het belang van de cliënt. Daarvoor is een multidisciplinair ECD een vereiste.
Freek dank voor je 10 puntenlijstje. Het is een goed inzicht.