Artikel bewaren

U heeft een account nodig om artikelen in uw profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Blog: Nieuwe manier van verantwoorden: het moet lukken!

De Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (RVS) heeft een belangrijk advies uitgebracht op 14 mei: 'Blijk van vertrouwen: anders verantwoorden voor goede zorg'. Wim Schellekens is blij met het rapport, maar plaatst ook enkele kritische kanttekeningen. Vandaag deel 1 van 2 delen.
Schellekenswim660
Wim Schellekens: ‘Vanuit een onafhankelijke positie bood het RedTeam een realistisch en hoopvol alternatief. Het is jammer dat we niet in gesprek kwamen met het kabinet en het OMT.’

Het advies van de RVS beschrijft en analyseert uitvoerig waarom de huidige manier van verantwoorden niet bijdraagt aan betere zorg. Het indicatorenbeleid dat sinds 2004 is ontwikkeld, is uitgelopen op een drama. De RVS pleit er daarom voor om het roer om te gooien en opnieuw te beginnen, ‘van binnen naar buiten’: zorgverleners moeten in nauw overleg met hun patiënten zelf verantwoordingsinformatie gaan ontwikkelen en deze zelf naar buiten brengen als verantwoording. Deze aanpak moet bijdragen aan goede zorg, aan continu leren en verbeteren, en het moet het vertrouwen tussen partijen herstellen.

Knap werk

Ik ben erg blij met dit advies van de RVS. De Raad zegt wat iedereen al een tijd roept: ‘Stop met deze zinloze bureaucratie’. De RVS geeft een duidelijke richting aan vanuit nieuwe kernwaarden: zorgaanbieders in the lead. De commissie onder voorzitterschap van Jan Kremer heeft goed (denk)werk verricht na gesproken te hebben met veel experts en vertegenwoordigers van alle direct betrokkenen en stakeholders: oprecht complimenten.

Publieke belangen

De RVS geeft in zijn advies duidelijk aan ‘waarom’ het roer drastisch om moet, en ook ‘wie’ welke rol heeft: professionals in the lead, ondersteund door bestuurders met andere invulling van intern toezicht, IGJ gaat meer thematisch toezicht houden en vormt met de NZa professionele brigades om zo beter zicht te krijgen op de complexe zorgpraktijk, zorginkopers passen hun inkoopbeleid aan en het Zorginstituut, de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) en de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) bewaken publieke belangen. Ook het ‘wat’ staat omschreven: zorgaanbieders ontwikkelen zelf verantwoordingsinformatie, niet meer landelijk maar per zorginstelling. Wat ik echter mis zijn aanbevelingen over ‘hoe’ zorgaanbieders dit moeten doen.

Alternatief voor de zorg

In het in 2015 verschenen boek ‘Het alternatief voor de zorg’ ga ik in hoofdstuk 13 dieper in op het ‘hoe’. Indicatoren staan nooit op zichzelf maar dienen voort te komen uit wat we met elkaar willen bereiken in de zorg. Eerst formuleren we samen met elkaar lokaal doelstellingen, indicatoren dienen om te weten te komen of je die doelen ook bereikt. Indicatoren zijn zinloos als er geen bereidheid of mogelijkheid is tot actie, nu is het nog zo dat er vrijwel niets gedaan wordt met al die indicatoren.

Contraproductief en bedreigend

Een indicator is een aanwijzing en niet een bewijs. Een indicator die niet voldoet aan wat we willen is aanleiding tot nader onderzoek: wat is er aan de hand, wat zijn de oorzaken, hoe kunnen we verbeteren? Daarom is het gebruik van indicatoren om intern of extern te (ver)oordelen of te controleren, wat zorgverzekeraars, IGJ, pers en politiek stelselmatig doen, zo contraproductief en bedreigend.

Bureaucratie en verspilling

Indicatoren die niet voortkomen uit of bruikbaar zijn in het eigen kwaliteitssysteem zijn bureaucratie en verspilling. Dit heb ik als hoofdinspecteur destijds vaak gezegd tegen klagende ziekenhuisbestuurders, met de vraag: ‘Waarom stoppen jullie niet met het meten en publiceren van indicatoren waar je niets mee doet?’. Geen enkele bestuurder heeft dat ooit aangedurfd.

Werkbevrediging

Daarom moet eerst het verbetersysteem worden opgetuigd; urgentiebesef, visie, kennis, competentie, patiëntbetrokkenheid, faciliteiten, beloning: kortom leiderschap. Dan zijn indicatoren vanzelfsprekend en onmisbaar. Ten slotte: de eigen zorg verbeteren dient de patiënt, het geeft veel werkbevrediging (bestrijdt stress en burn-out), het bevordert samenwerking, het slecht professionele en organisatorische barrières, en vrijwel altijd wordt de zorg doelmatiger. Wat is er fijner om daar intern en extern verantwoording over af te leggen?

Deel 2 van dit blog als reactie op het advies van de RVS volgt dinsdag 21 mei.

Door: Wim Schellekens, strategisch adviseur, voormalig hoofdinspecteur.

Geef uw reactie

Om te kunnen reageren moet u ingelogd zijn. Heeft u nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.