Om te beginnen heeft het coronavirus het nut van adequate infectiepreventie laten zien. Met het hanteren van basishygiëne (met name afstand houden en handhygiëne) door een flink deel van de bevolking, is het aantal patiënten met andere infectieziekten ook flink afgenomen. In het UMCG zagen we 20 procent minder patiënten met andere luchtweginfecties (vergeleken met jaren 2015-2019) en het aantal patiënten met buikgriepvirussen (noro- en rotavirus) nam zelfs met 30-50 procent af ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. Dat infectiepreventie werkt, staat vast. De grote vraag is hoe we deze discipline vast kunnen houden. Uit onderzoek blijkt dat 77 procent van de covid-19-patiënten die op een Nederlandse IC zijn behandeld met overgewicht kampte. Mensen met overgewicht hebben 44 procent meer kans om te overlijden aan covid-19, en dat loopt op tot bijna 80 procent bij mensen met ernstige obesitas. Ook patiënten met hart- en vaatziekten, respiratoire aandoeningen en nierziekten hebben een grotere kans op een ernstiger beloop van covid-19. Voor sommige patiënten was dit aanleiding om na herstel van de ziekte te gaan werken aan een gezondere leefstijl. Covid-19 heeft ook een flinke groep mensen die de ziekte niet zelf kregen aangespoord tot gezonder gedrag. Ook hier is de vraag hoe blijvend dat effect is. In het voorjaar vielen veel niet-acute hulpvragen weg. Zowel huisartsen, poli’s van ziekenhuizen, jeugdzorg- en ggz-instellingen zagen veel minder nieuwe patiënten dan normaal. Daarbij speelden de lockdown en angst bij de bevolking een rol en heeft het uitstel bij bepaalde patiënten tot gezondheidsschade geleid, maar kennelijk is er toch een beïnvloedbare component in de zorgvraag. Veel zorgaanbieders boden tijdens de coronacrisis noodgedwongen meer digitale zorg. Hier liggen mogelijkheden voor een meer efficiënte praktijkvoering. In een groot aantal domeinen heeft corona een boost gegeven aan e-health; de kunst is om dit vast te houden en onderdeel te maken van de reguliere zorg. Ondanks enorme ICT-investeringen de afgelopen decennia schoot de informatievoorziening ernstig tekort. Goed inzicht in landelijke en regionale beschikbare (IC-)bedden bleek niet mogelijk zonder dagelijkse inzet van menskracht. Bij de patiëntenverplaatsingen tussen ziekenhuizen was voor adequate medische- en verpleegkundige overdracht veel kunst- en vliegwerk nodig. Goede connecties tussen de verschillende ziekenhuisinformatiesystemen ontbraken; men moest vaak terugvallen op mondelinge overdracht tussen IC-artsen en geprinte informatie die met de patiënt in de ambulance meeging. We wisten al dat maatschappelijke factoren veel invloed hebben op de (ervaren) gezondheid van mensen. Hoewel exacte cijfers nog ontbreken lijkt corona vaker te zijn opgetreden bij mensen met een lage sociaal-economische status. Gezondheid en de bevordering daarvan begint bij goede maatschappelijke omstandigheden en vereist meer dwarsverbanden tussen het sociaal domein, cure en care. Heel opmerkelijk was dat tijdens de piek van de crisis niet of nauwelijks over geld of productie werd gesproken, normaliter dominante aspecten in de bedrijfsvoering van zorginstellingen. Pas ruim na de coronapiek werden de financiële gevolgen met ministeries en zorgverzekeraars besproken (en bleek reparatie van omzetverlies ingewikkelder dan aanvankelijk gedacht). Misschien wel het meest opmerkelijke fenomeen tijdens de coronacrisis was de spontane samenwerking tussen de verschillende zorgaanbieders en zorgdomeinen. In de ziekenhuizen in het Noorden zagen we dat men elkaar ‘als vanzelf’ wilde helpen en het concurrentiemechanisme zonder discussie terzijde werd geschoven. Deze samenwerking en afstemming ontstond ook tussen de eerste en tweede lijn, cure en care en de ggz en gehandicaptenzorg. Er zijn verregaande afspraken over marktverdeling en ketenzorg gemaakt, die normaal de toets van NZA en ACM niet zouden hebben doorstaan. Alleen zbc’s en solopraktijken (veelal actief in de electieve zorg, al dan niet met particuliere bijbetaling) hebben zich aan deze beweging onttrokken. Helaas staken tijdens het opstarten van de reguliere zorg ‘oude’ mechanismen weer snel de kop op. Zo kwam samenwerking om (onaanvaardbaar) lange wachttijden op te lossen maar moeizaam op gang. De aangekondigde contourennota van VWS over de ‘organiseerbaarheid van de zorg’ heeft door de coronacrisis vertraging opgelopen. Jammer, maar ook een kans: nu kunnen de inzichten uit de coronacrisis daarin meegenomen worden. Natuurlijk kunnen we niet alles tegelijk op de kop te zetten, dat zou onuitvoerbaar zijn. Maar dit is hét moment om ons gezondheidsbeleid aan te scherpen en ons stelsel waar nodig aan te passen. We geven een paar schoten voor de boeg: Nog nooit was er meer urgentie om te veranderen: het huidige zorgsysteem heeft zijn grenzen bereikt, qua absorptievermogen, personeels- en kostenbeslag. De beschreven bewegingen vragen om leiderschap, niet alleen van de rijksoverheid, maar ook van de regionale zorgbestuurders en professionals. Uiteraard is dat een proces van jaren. Het zou mooi zijn als in de tussentijd her en der aan regio’s die dat ambiëren experimenteerruimte wordt geboden. De regio Groningen stelt zich alvast kandidaat!
Ate van der Zee en Jos Rietveld hadden gezamenlijk de leiding over het Strategisch Kernteam covid-19 in de noordelijke provincies en blikken in dit blog terug op aanpak en verloop van de crisis. Leefstijl
Uitstel van zorg
Digitale zorg
Maatschappelijke factoren
Geld
Spontane samenwerking
‘Corona’ heeft ons met de neus op een aantal feiten gedrukt:
Inzichten
Urgentie
‘Coronacrisis is wake up call voor gezondheidsbeleid’
De coronacrisis heeft sterkten en zwakten blootgelegd in ons volksgezondheidsbeleid en ons zorgsysteem. Ze kan worden gezien als wake up call voor het Nederlandse gezondheidsbeleid en de houdbaarheid van ons huidige zorgstelsel. Bestuurders Ate van der Zee (UMCG) en Jos Rietveld (GGD Groningen) schrijven over wat hen opviel, waar de schoen wringt en over hun gezamenlijke toekomstvisie.
Lees ook: Wat we kunnen leren van corona-aanpak in het Noorden
Ik vind het een prima artikel. Voor corona zelf waren er zoveel problemen in het gezondheidsbeleid. Nu worden veel mensen hun ogen opengemaakt, want tijdens deze pandemie hebben we gezien, hoe belangrijk de gezondheidssector is. Ik hoop echt dat er een verandering komt.Zolang we niet gaan aanpassen, zal het huidige zorgsysteem uit een vallen.