Doordat oudere mensen langer thuis blijven wonen is in de eerstelijnszorg aanvullende, gespecialiseerde kennis nodig. Verpleeghuizen kennen en kenden verpleeghuisartsen. Die zijn daar nu minder nodig, terwijl in de wijk de behoefte aan gespecialiseerde ondersteuning ten behoeve van ouderen met complexe problematiek groeit. Daarvoor is nu de specialist ouderengeneeskunde (SO) in beeld gekomen. Die kan met zijn of haar expertise een rol in de eerstelijnszorg vervullen. Vooralsnog wordt voor de SO in de wijk een nieuwe positie gecreëerd, met een eigen bekostiging en aparte contractering door de zorgverzekeraars. Weer een nieuwe, individuele, hulpverlener in de eerstelijnszorg. Dat kan anders.
Specifieke doelgroepen
De NZA heeft het terrein en de zorgverlening van de SO afgebakend. De SO staat onder het kopje: geneeskundige zorg voor specifieke doelgroepen. De huisarts bepaalt, vaak in overleg met de SO, wanneer iemand in aanmerking komt voor zorgverlening door de SO. Met andere woorden of de persoon in kwestie hoort tot de specifieke doelgroep van kwetsbare, oudere patiënten. De SO zet dan het “volledig professioneel arsenaal” in dat hij te bieden heeft. Overigens benadrukt de NZa dat de hier bedoelde zorg voor een specifieke doelgroep “generalistische zorg” betreft, gericht op kwetsbare, oudere patiënten.
Gespecialiseerd maar niet specialistisch
Zo ontstaat in de eerstelijnszorg een geheel nieuwe categorie zorg: zorg voor bijzondere doelgroepen. Gespecialiseerde zorg, maar geen specialistische zorg. Met het afbakenen van deze zorg begint niet de samenwerking maar het gedoe. Veel huisartsen laten de eerstelijnszorg in de kleinschalige woonvoorzieningen voor ouderen liever over aan de SO. De huisarts wil hen wel als patiënt inschrijven in hun praktijk en de regie houden De huisarts borgt hiermee zijn positie als poortwachter. Al heeft hij minder verstand van de zorg die in dit specifieke geval nodig is, hij bepaalt wel óf het nodig is. Zo wordt een gespecialiseerde zorgverlener toch ondergeschikt aan de huisarts..
Contracteren
Wellicht zijn er meer doelgroepen te onderscheiden voor wie gespecialiseerde eerstelijnszorg wenselijk is. Komt er voor iedere nieuwe doelgroep weer een specifieke regeling?
De zorgverzekeraar moet bij het contracteren van de SO goed opletten (en controleren) dat er geen overlap bestaat met de kosten voor eerstelijnsverblijf of geriatrische revalidatie. Anders betaalt hij dubbelop. Individuele SO’s kunnen een contract afsluiten met zorgverzekeraars maar deze laatste hebben weinig trek in dat individueel contracteren. Meerdere SO’s kunnen ook een groepspraktijk openen en als zodanig gecontracteerd worden.
Kaderartsen
Voor ggz-cliënten kennen we binnen de huisartsenzorg gespecialiseerde huisartsen: kaderartsen GGZ. Zo wordt samen met de poh-GGZ deze populatie steeds beter bediend. Er zijn ook huisartsen met een specialisatie ouderenzorg (de kaderhuisarts ouderengeneeskunde). Kent een andere geschiedenis, natuurlijk, dan de specialist ouderengeneeskunde. Maar je hebt er een harde dobber aan om het onderscheid tussen een huisarts met specialisatie ouderen goed te onderscheiden van een specialist ouderengeneeskunde.
Deel van het huisartsenteam
Er is geen twijfel dat er behoefte is aan kennis om de ouderenpopulatie goed te kunnen bedienen vanuit de huisartsenpraktijk of gezondheidscentrum. In ieder huisartsenteam zou een op de ouderen gespecialiseerde huisarts moeten zitten. Ik kan geen goede reden bedenken waarom de huidige SO niet deel uit zou kunnen maken van het huisartsenteam. Zo moeilijk kan het niet zijn een SO (een verpleeghuisarts) om te scholen tot all-round huisarts. De ‘oude’ verpleeghuisarts gaf en geeft in het verpleeghuis toch ook de volledige huisartsenzorg. De huisarts/specialist ouderengeneeskunde kan dan gewoon betaald worden binnen de huisartsenbekostiging. Een vraagbaak voor alle huisartsen en andere medewerkers in de praktijk of het gezondheidscentrum als het om ouderen gaat. Met deze nieuwe ‘ouderenhuisartsen’ kan dan meteen het dreigende tekort aan huisartsen worden opgelost.
In Nederland bakenen we de terreinen nauwkeurig af. Ieder zijn domein, ieder zijn (productiegericht) tarief, ieder zijn contract. Daarmee wordt stroeve in plaats van soepele samenwerking als het ware op voorhand ingebouwd. Overigens, als je googelt op “huisarts met specialisatie ouderen”, krijg je allerlei berichten over de specialist ouderengeneeskunde. Zelfs Google snapt het verschil niet meer.
Het idee om als ‘arts met ouderenexpertise’ dichtbij de huisarts in de eerste lijn te werken, is zeker een goed idee en een werkwijze die wij in Velp al 10 jaar met heel goede ervaring hebben laten zien De eigen expertise van een SO is hierbij zeer nuttig gebleken voor de huisarts en andere collega’s in de eerste lijn. Het idee om SO’s om te scholen tot‚’allround huisartsen’ zou echter naar mijn idee het kind met het badwater weggooien zijn. Een SO kiest bewust voor de oudere groep patiënten met complexe problemen, niet voor (heel) veel jongere mensen.
En als voormalig huisarts (en arts-assistent geriatrie) kan ik zeggen dat ik de 3-jarige opleiding tot SO meer dan nodig had om de kennis op te doen die nodig was voor de eerstelijnsouderengeneeskunde.
De kaderhuisarts ouderengeneeskunde heeft absoluut een zinnige functie in de eerste lijn, maar heeft andere expertise dan een specialist ouderengeneeskunde. Het is niet voor niets dat het juist een kaderhuisarts ouderenzorg was, die mij heeft gevraagd als SO te komen werken in de achterstandswijk waar zij werkte.
Ik ben het met Martien eens dat met het langer thuiswonen van hun patiënten, extra expertise nodig is om de huisartsen en het eerstelijns netwerk te ondersteunen. Naar mijn idee is het niet meer dan logisch dat juist SO’s volgen en over de muren van hun instelling naar de eerste lijn bewegen. Daarin optimale samenwerking met de huisarts zoeken zoals Martien voorstelt, is iets wat ik van harte toejuich! Ook zijn pleidooi om in financiële zin de eerstelijnsinzet van de SO’s te beschouwen als een vorm van generalistische ouderengeneeskunde, kunnen wij goed volgen. Deze eerstelijnszorg door SO’s zou dan ook net zo laagdrempelig moeten zijn als de huisartsenzorg. Dus zonder eigen risico en eigen bijdragen voor de patiënt. Onder deze voorwaarden hebben wij in Velp laten zien dat de inzet van de SO in de eerste lijn in nauwe samenwerking met huisartsen het welbevinden van ouderen verhoogt, de huisartsen ontlast en tot aanzienlijke besparing van kosten leidt in de tweede lijn.
https://praktijkouderengeneeskunde.nl/professionals/downloads/