Een meerderheid in de Tweede Kamer is kritisch over het centraliseren van de acute zorg, zoals de houtskoolschets acute zorg voorstaat. De VVD, in het Kamerdebat mikpunt van aanvallen van andere partijen, begrijpt de zorgen in landelijke regio’s en wil de schets bijwerken. Dat bleek bij het Kamerdebat over ziekenhuiszorg op 14 januari.
De huidige organisatie van de acute
Iedere arts, in ieder ziekenhuis in Nederland zal; als hij echt eerlijk is, in dit dossier uiteindelijk erkennen dat het om kwalitatieve redenen simpelweg niet mogelijk is om alle huidige SEH’s 365 dagen per jaar en 24 uur per dag te blijven bemensen. Het verzet tegen herschikking zit in de angst dat hele ziekenhuizen moeten worden gesloten en burgers en personeel van de kleinere ziekenhuizen trekken dus samen op voor dit belang. En inderdaad is er een sterke lobby om de kleine ziekenhuizen te sluiten en in Nederland uiteindelijk slechts 40-50 ziekenhuizen over te houden. Het groter maken van de grote ziekenhuizen ten koste van de kleintjes is echter geen goed idee.
Het kan ook anders; als we accepteren dat alle functies en alle ziekenhuislocaties kunnen blijven bestaan, maar dat we de functies dan alleen anders over de bestaande huizen moeten gaan verdelen hoeven er geen verliezers te zijn en gaat de discussie alleen nog over zorgverbetering. De locaties (stichtingen) die hun SEH-functie behouden mogen niet groeien; die hebben dan al hun bedden en al hun personeel nodig om de acute patiënten vanaf de SEH op te nemen, te behandelen en te verplegen. De locaties die hun SEH-functie verliezen hebben dan juist bedden en personeel beschikbaar om alle planbare zorg van hun buurziekenhuis over te nemen. Zo kunnen we de kleinere ziekenhuizen groter maken en de grotere ziekenhuizen kleiner en dan hoeft er nergens in Nederland een ziekenhuislocatie te sluiten. Maar waar nu alle aparte ziekenhuizen nog alle functies invullen en ook nog eens allemaal precies hetzelfde doen als hun buren transformeren we dan naar een wereld met samenwerkende ziekenhuizen (ziekenhuisstichtingen) die per locatie allemaal voldoende schaalgrootte hebben om te gaan excelleren in de functies die ze hebben toegewezen gekregen. Uiteraard hebben alle ziekenhuislocaties een volledige polikliniek met een breed aanbod van alle specialismen, maar voor een operatie moet je dan als patiënt eenmalig reizen naar een ander geografische locatie waar ze echt gespecialiseerd zijn in dat soort ingrepen. En ook als je een SEH nodig hebt moet je dan als patiënt eenmalig wat verder reizen naar een plek gespecialiseerd in spoedzorg, met betere kansen op herstel. Dit is goed uit te leggen aan de burger; basiszorg dichtbij, maar als het er echt op aankomt moet je wat verder reizen voor een betere uitkomst van je zorg.
En wie moet dan bepalen welke van de huidige ziekenhuizen zich mogen door ontwikkelen tot “acute zorg huis” en welke van de huidige ziekenhuizen zich mogen door ontwikkelen tot “planbare zorg huis”? Tja; daar is dan wel enige regie van VWS of verzekeraars voor nodig; want hier moet vooral de geografische ligging meetellen en niet het belang van een individueel ziekenhuis. We moeten de huizen met een SEH-functie geografisch optimaal over Nederland spreiden. Het is dus geenszins vanzelfsprekend dat de grote ziekenhuizen allemaal hun SEH-functie behouden en dat de kleine ziekenhuizen allemaal hun SEH-functie verliezen. Sterker nog waar twee of meer grote ziekenhuizen dicht bij elkaar liggen moet er uitgeruild worden; acute zorg op locatie A en planbare zorg op locatie B. Medisch specialisten zijn nu nog gewend om via hun MSB gedetacheerd te worden op een vaste plek, waar ze zowel poli dagdelen, dagdelen voor ingrepen én avond en nachtdiensten doen. Maar het maakt die dokter natuurlijk niet uit of hij zijn nachtdiensten op locatie A, zijn ingrepen op locatie B en zijn poli sessies zowel op locatie A als ook op locatie B moet gaan doen. Niemand hoeft dan bang te zijn voor zijn baan; we hebben gezien de stijgende zorgvraag alle zorgprofessionals hard nodig; maar omdat de betaalbaarheid onder druk staat kunnen we niet alles bij het oude laten. Door binnen de bestaande infrastructuur te zoeken naar een andere, betere ordening, inclusief de spoedzorg, kan de zorg een stuk beter worden (voorbeeld : darmkanker slecht op 20 plekken opereren ipv op 80 plekken) en ook nog eens betaalbaar blijven. De organisatie van de spoedzorg kan als vliegwiel werken en de kabinetsformatie in 2021 is het moment bij uitstek om de richting voor de komende jaren te kiezen.