De integrale bekostiging van geboortezorg zet de zwangere vrouw centraal en stimuleert een betere samenwerking tussen verloskundigen, gynaecologen en de kraamzorg. Dat zegt Josefien Kursten, directeur regulering bij de NZa, in een reactie op zorgen die leven bij de Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen (KNOV). Die betere samenwerking is hard nodig om de perinatale sterfte te verlagen.
In verschillende regio’s wordt samengewerkt in
Zet meer MEDIATORS in bij de verdere ontwikkeling van integrale geboortezorg. Ze kunnen vooral preventief veel betekenen, en zijn daar bijzonder voor opgeleid, in het gelijkrichten van ambities, ook als de belangen niet helemaal synchroon zijn.
De KNOV moet zich eens bevrijden van haar Calimero-gevoel en in het beleidsoverleg participeren als een volwaardige professionele vereniging, in het besef dat verloskunde niet een cocon is waarin verloskundigen zich ‘beschermen’ tegen invloed van de medisch technologische ontwikkelingen rond de geboortezorg.
“Laten wij vooral die vergeten waar het om gaat”…. wat een bijzondere notie toch!
De enige reden van integrale bekostiging is om financiële schotten weg te halen tussen partijen, omdat daardoor samenwerking en integrale zorg beperkt wordt. Die terugzetten zet ze weer pal overeind en de samenwerking gaat dan over het weer vastzetten van die schotten.
Samenwerking moet je leren en blijven doen en ontwikkelen. Financiële schotten zijn het resultaat van een onderhandeling, die daarna vast zit en onbespreekbaar wordt, in plaats van continu te willen blijven werken aan optimale, integrale zorg.
Nooit meer daarheen!