Let wel: het gaat om cijfers die niet zijn gecorrigeerd naar bijvoorbeeld patiëntenpopulatie en die volgens brancheorganisaties NVZ en NFU dus helemaal niets zeggen over de kwaliteit van zorg. Daar zit iets in. Er blijken enorme verschillen te bestaan in de wijze waarop ziekenhuizen hun ingrepen hebben gecodeerd. Wanneer is bijvoorbeeld een dotteringreep ‘acuut’ en wanneer is het een ‘gewone’ opname? Ook de interpretatie van de vragen leverde problemen op. Zo was er een ziekenhuis dat ten onrechte alle sterfgevallen op de spoedeisende hulp meetelde bij het aantal overlijdensgevallen in dagopname.
Achteroverleunen
Waarom zo moeilijk doen met slecht cijfermateriaal, terwijl alle wél gestandaardiseerde, HSMR-sterftecijfers al minstens anderhalf jaar voorhanden zijn? Enkele goed presterende ziekenhuizen publiceerden toen het cijfer op hun website, veel andere hielden hun cijfer geheim. Toen ging het nog om gecorrigeerde cijfers. Nu zeggen de cijfers helemaal niets meer. De patiëntenverenigingen en de Inspectie vinden dit ‘een stap vooruit’. Dat is het, in die zin dat de cijfers van alle ziekenhuizen nu op het web staan. Maar het feit dat het ruwe cijfers zijn, geeft instellingen die nu ‘slecht’ scoren het excuus om hard te roepen dat het toch allemaal niets voorstelt. Wie wil, kan achteroverleunen zonder dat het consequenties heeft.
‘Publiceer dan niet’
Gek genoeg mag uit dit rammelende onderzoek kennelijk weer wel de conclusie worden getrokken dat ‘het’ sterftecijfer in tien jaar is gedaald van 3,3 naar 2,1. Een ranglijst destilleren uit de cijferbrij mag niet, zeggen de onderzoekers. Terwijl cijfers natuurlijk automatisch een rangorde inhouden. Publiceer ze dan niet. De ziekenhuizen, die zelf dus al minimaal tien jaar hun sterftecijfers kennen, hadden hun tijd beter kunnen gebruiken om nauwkeuriger te registreren. Dan had de branche nu goede sier kunnen maken met wél betrouwbare sterftecijfers. Maar dat is de zwakkere broeders blijkbaar nog een brug te ver. (Zorgvisie – Carina van Aartsen)
Lees ook:
Die cijfers worden alleen openbaar omdat anders de HSMR gegevens openbaar zouden worden. Die zijn wel vergelijkbaar en dan hadden we een groter probleem. Met deze cijfers kunnen we de publicatie van de HSMR cijfers uitstellen. Nu ontstaat het imago dat de cijfers niet vergelijkbaar zijn en dat ik ook goed.
Transparantie is noodzaak, dat vinden partijen zoals de NCPF, de zorgverzekeraars, de tweede kamer, etc. Terecht trouwens. Beseft moet worden dat dit geld kost: de registratie moet op orde zijn en onderling vergelijkbaar. Wil je dit goed doen, dan gaat daar nogal wat personeels- en of ICT-kosten in zitten. Dit maakt de zorg dus duurder. Beseffen diezelfde partijen dat? Hebben zij dit er ook voor over? Willen we ons zorggeld besteden aan goede zorg of aan het organiseren van 100% transparante en onderling vergelijkbare zorginstellingen?
Tijd ‘beter’ gebruiken door nauwkeuriger te registreren? Tijd kan in de zorg maar op 1 manier beter gebruikt worden: door aandacht te geven aan de patiënt. Niet door veel tijd en energie te stoppen in registratie.