Op 15, 16 en 17 maart zijn er Tweede-Kamerverkiezingen. Wat staat er in de verkiezingsprogramma’s over onder andere: preventie, jeugdzorg, samenwerking, eigen risico, bekostiging en marktwerking? Zorgvisie heeft de zorgparagrafen uit de verkiezingsprogramma’s van de grootste politieke partijen naast elkaar gelegd. Vandaag in de serie de SP.
De serie begon met de VVD
De stelling dat de SP “relatief weinig aandacht aan de zorgsector” besteedt, is nogal verrassend. De partij staat immers bij vriend en vijand bekend als dé partij die zich op dit onderwerp profileert. Er is zelfs weleens kritiek dat dit onderwerp te véél aandacht krijgt en de andere kwesties wegdrukt, waardoor de SP alleen mensen zou aanspreken die zich zorgen maken over de zorg.
Frits Baltesen zal hier alleen doelen op de aandacht voor de zorg in het verkiezingsprogramma. Maar wat is ‘relatief weinig aandacht’? Relatief in vergelijking tot andere partijen of tot andere onderwerpen?
Hier wreekt zich dat de SP een zeer beknopt verkiezingsprogramma heeft. 32 bladzijden met alles erop en eraan, tegen maar liefst 208 pagina’s bij D66. Waarschijnlijk koos de SP hiervoor om het behapbaar te houden voor gewone kiezers (en voor de gewone partijleden die het werk van de programmacommissie moesten beoordelen).
De inleiding verwijst voor meer gedetailleerde standpunten naar de webstek van de partij. Ze hadden er wel linkjes naar de diverse nota’s bij mogen zetten, die moet je zelf maar zoeken. Ze hebben dus geen rekening gehouden met journalisten en belangenorganisaties die juist in het verkiezingsprogramma alles willen opzoeken.
Het aandeel van de zorg in het totale programma is bij de SP juist tamelijk gemiddeld, blijkt bij vergelijking van alle programma’s. Hiervoor heb ik heb gekeken naar de delen waarin concrete plannen en ideeën per onderwerp staan, dus de inleidingen, blanco bladzijden en dergelijke negerend.
De SP heeft 10 inhoudelijke hoofdstukken van elk gemiddeld anderhalve bladzijde, plus een financiële paragraaf van één bladzijde. Een van die hoofdstukken gaat over de zorg, dat is dus 10% van het totaal.
De PvdA komt op hetzelfde percentage. GroenLinks, PVV en vooral het CDA (6%!)zitten daar ruim onder, VVD iets erboven. D66 spant de kroon met ruim 13% waarbij ik de paragrafen over drugs en sport (ook ondergebracht in het hoofdstuk over gezondheid) nog niet eens heb meegerekend. De andere partijen hebben misschien ook wel nagedacht over die onderwerpen, alleen hebben ze dat niet allemaal opgeschreven.
Al met al vind ik dat de stelling “relatief weinig aandacht” voor de zorgsector een scheef beeld geeft.
Voor het gemak kopieer ik de inleiding van ‘Marktwerking en geschiedenis’ (A):
[quote]
In de zorg is ‘marktwerking’ een containerbegrip, waar drie zaken onder vallen:
1. concurrentie tussen (semi)private zorgverzekeraars;
2. concurrentie tussen zorgaanbieders;
3. private zorginstellingen.
Alle drie zaken kunnen in principe geheel onafhankelijk van elkaar voorkomen; een zorgstelsel kan een scala aan configuraties hebben.
Marktwerking, wat daar dan ook precies mee bedoeld wordt, wordt vaak verantwoordelijk gehouden voor de sterke stijging van de zorgkosten, c.q. de (vermeende) stijging van de zorgverzekeringspremie van de afgelopen jaren. Echter, zoals uit ‘Geschiedenis’ zal blijken, heeft die stijging grotendeels andere oorzaken.
Marktwerking wordt regelmatig ook de schuld gegeven van het eigen risico, maar die twee hebben niets met elkaar te maken. Een eigen risico kan ook in een geheel gereguleerd stelsel bestaan; het is een separate politieke keuze. (Zie ‘Eigen bijdragen’ voor een veel betere keuze.)
[/quote]
T.a.v. punt 1: de keuze van de SP voor een single, publieke zorgverzekeraar (zo noem ik het liever dan een Nationaal Zorgfonds) daar ben ik het mee eens. Die keuze onderbouw ik op ‘Eén, publieke zorgverzekeraar’ (B).
T.a.v. punt 3: huisartsen, eerstelijns fysiotherapeuten en tandartsen zijn ook private zorgaanbieders, en dat levert geen problemen op, dus ik zie geen reden om daar principieel tegen te zijn. Wel moet worden opgepast dat private klinieken niet de commerciële krenten uit de pap gaan pikken en de moeilijke gevallen voor de publieke ziekenhuizen laten, c.q. moet daar een compensatiemechanisme voor komen (en dat is te realiseren).
Dan t.a.v. punt 2. Een Landelijk Centrum Patiëntenspreiding (LCPS) kan in crisissituaties (zoals covid is) ook functioneren in een stelsel waarin normaliter tussen ziekenhuizen moet worden geconcurreerd op prijs en kwaliteit. En die concurrentie is m.i. ook nodig, want er zijn grote verschillen in prijs en kwaliteit. Verder worden klinische (onderzoekservaringen) gedeeld via de wetenschappelijke literatuur, al decennialang, onafhankelijk van stelselconfiguratie.
Dus deels met de SP eens, deels ook niet. En een single, publieke zorgverzekeraar, zeker als die ook nog de care erbij gaat doen (wat m.i. een goede zaak zou zijn), is al moeilijk/werk genoeg.
Referenties:
A. gezondezorg.org/marktwerking
B. gezondezorg.org/eenzorgverzekeraar
Voor het gemak kopieer ik de inleiding van ‘Marktwerking en geschiedenis’ (A):
[quote]
In de zorg is ‘marktwerking’ een containerbegrip, waar drie zaken onder vallen:
1. concurrentie tussen (semi)private zorgverzekeraars;
2. concurrentie tussen zorgaanbieders;
3. private zorginstellingen.
Alle drie zaken kunnen in principe geheel onafhankelijk van elkaar voorkomen; een zorgstelsel kan een scala aan configuraties hebben.
Marktwerking, wat daar dan ook precies mee bedoeld wordt, wordt vaak verantwoordelijk gehouden voor de sterke stijging van de zorgkosten, c.q. de (vermeende) stijging van de zorgverzekeringspremie van de afgelopen jaren. Echter, zoals uit ‘Geschiedenis’ zal blijken, heeft die stijging grotendeels andere oorzaken.
Marktwerking wordt regelmatig ook de schuld gegeven van het eigen risico, maar die twee hebben niets met elkaar te maken. Een eigen risico kan ook in een geheel gereguleerd stelsel bestaan; het is een separate politieke keuze. (Zie ‘Eigen bijdragen’ voor een veel betere keuze.)
[/quote]
T.a.v. punt 1: de keuze van de SP voor een single, publieke zorgverzekeraar (zo noem ik het liever dan een Nationaal Zorgfonds) daar ben ik het mee eens. Die keuze onderbouw ik op ‘Eén, publieke zorgverzekeraar’ (B).
T.a.v. punt 3: huisartsen, eerstelijns fysiotherapeuten en tandartsen zijn ook private zorgaanbieders, en dat levert geen problemen op, dus ik zie geen reden om daar principieel tegen te zijn. Wel moet worden opgepast dat private klinieken niet de commerciële krenten uit de pap gaan pikken en de moeilijke gevallen voor de publieke ziekenhuizen laten, c.q. moet daar een compensatiemechanisme voor komen (en dat is te realiseren).
Dan t.a.v. punt 2. Een Landelijk Centrum Patiëntenspreiding (LCPS) kan in crisissituaties (zoals covid is) ook functioneren in een stelsel waarin normaliter tussen ziekenhuizen moet worden geconcurreerd op prijs en kwaliteit. En die concurrentie is m.i. ook nodig, want er zijn grote verschillen in prijs en kwaliteit. Verder worden klinische (onderzoekservaringen) gedeeld via de wetenschappelijke literatuur, al decennialang, onafhankelijk van stelselconfiguratie.
Dus deels met de SP eens, deels ook niet. En een single, publieke zorgverzekeraar, zeker als die ook nog de care erbij gaat doen (wat m.i. een goede zaak zou zijn), is al moeilijk/werk genoeg.
Referenties:
A. https://gezondezorg.org/marktwerking
B. https://gezondezorg.org/eenzorgverzekeraar