Onder leiding van Sophie Bijloos samen met co-host ggz-bestuurder Elsbeth de Ruijter, gingen manager stafafdeling Annemieke Krijgsman, verpleegkundig specialist AGZ Karin Timm-van Ruitenburg en Trimbos-bestuurder Bert van der Hoek in gesprek over dit onderwerp.
Geluk als bijproduct
Bij dit gesprek was de filosofie van de Fin Frank Martela gids. Martela ziet geluk als een bijproduct van het bereiken van iets waardevols, niet de werkelijke waarde zelf. Het emotionele leven van mensen is complex, ook negatieve emoties horen erbij. De overheersende culturele norm dat iedereen gelukkig moet zijn maakt het in de praktijk moeilijker om de ongelukkige momenten, die het leven onvermijdelijk bevat, te verdragen. Die zoektocht naar geluk komt voort uit het verlies van de zingeving die de samenleving ontleende aan gedeelde geloofsovertuigingen.
Maar ook waarden zijn, aldus Martela, een wezenlijk menselijke uitvinding. Als ieder de eigen, zelfgekozen, waarden nastreeft kan dat leiden tot een gevoel van eenzaamheid. Dit geldt ook voor doelen die we ons stellen: door de focus te veel op het eindresultaat te houden, merk je de kleine, glanzende, alledaagse momenten die het leven echt zinvol maken niet op.
Zingeving
Wat is dan wel de weg naar een gevoel van zingeving? Martela geeft twee adviezen:
- Behandel je leven minder als een project een meer als een verhaal, de volstrekt originele vertelling van wat jij tegenkomt, ervaart, waarneemt en uitdrukt.
- Kies doelen die stroken met de basisbehoeften. Volgens Martela zijn dit er vier:
– Autonomie
– Competentie
– Verbinding
– Welwillendheid
Autonomie bezitten wil zeggen de auteur van je eigen leven zijn. Competentie bezitten wil zeggen een gevoel van meesterschap ervaren in je leven. Verbondenheid ervaar je wanneer je met anderen in verbinding staat, je om hen bekommert en ook het gevoel hebt dat anderen zich om jou bekommeren. Welwillendheid is de bereidheid om goed te doen.
Tien inzichten
Wat betekent dit voor werkgeluk in de zorg? Tien inzichten uit het gesprek, waarin ook de negen eerdere gesprekken terugkomen.
- Zorg voor scharrelruimte. De beste zorg (zowel voor cliënten als medewerkers) is maatwerk. Om die te kunnen leveren, is een verstandhouding nodig waarin behoeften gezien en gekend worden.
- Fout gegaan is niet fout gedaan. De verwachtingen die de maatschappij heeft van onze zorg zijn hoog. Er mag niets fout gaan. Maar leerruimte is wel belangrijk. Want prestaties komen als mensen groeien. Bij inspectiebezoeken en rechtszaken is het daarom van belang dat de organisatie achter haar medewerkers blijft staan.
- Besturen met passie. Overleven is (aldus Martela) niet genoeg. Als actieve wezens stellen we onszelf van nature taken en doelen. We zoeken uitdagingen en creëren innovatieve oplossingen om onze beperkingen te overwinnen. Daarom is het van belang dat bestuurders luisteren naar de medewerkers, zodat zij betekenisvolle ervaringen kunnen delen. En het is belangrijk dat de organisatie individuele en gezamenlijk successen viert.
- Goede zorg faciliteren. In de zorg is verzakelijking opgetreden, er is geen aandacht meer voor de meerwaarde van naastenliefde. Toch is sturen op waarden als naastenliefde de enige manier om zorg te organiseren, anders wordt (de beleving van) het werk waardeloos.
- Zorg voor diversiteit. Normalisatie in de maatschappij leidt tot exclusie van iedereen die afwijkt van de norm. Die mensen maken vaak gebruik van ons zorgstelsel. In de zorg is dus een breed scala aan cliënten met een nog breder scala aan denkwerelden. Aandacht voor diversiteit en voldoende diversiteit van medewerkers om aan al die verschillende zorgvragers maatwerk te kunnen geven, is daarom van belang.
- Aandacht voor belangen en behoeften. Zelfsturing is geen garantie voor werkgeluk. Wanneer medewerkers ervan op aan kunnen dat het bestuur hun behoeften ziet en belangen behartigt, krijgen ze ruimte voor hun eigen meesterschap.
- Machtuitoefening leidt tot machteloosheid. Martela schrijft dat als de organisatiecultuur onderdrukkend is, het geen oplossing is om medewerkers met mindfulness beter te leren omgaan met onderdrukking. Bovendien leiden doelen die niet stroken met hun basisbehoeften ertoe dat ze zich slechter voelen – zelfs als ze die doelen bereiken. Als bestuurder heb je dus een belangrijke taak om te luisteren naar de medewerkers en aan te sluiten bij hun basisbehoeften. Wanneer de behoefte van medewerker en organisatie niet overeenkomen, is het belangrijk dat de medewerker durft weg te gaan. Want niet functioneren in de organisatie is niet gelukkig zijn.
- Stoppen met controleren. Martela benoemt zowel autonomie als verbinding én basisbehoeften. De gespreksdeelnemers vertalen dit naar het hebben van gedeelde ambities met ruimte voor de ontwikkelingsmogelijkheden van het individu. De beste ideeën komen uit de praktijk. Door ruimte te geven aan de ontwikkeling van het individu, ontstaat creativiteit.
- Experimenteerruimte bieden. In de zorg is verandering nodig door ontwikkelingen als vergrijzing en technische innovatie. Om experimenteerruimte te bieden, is het volgens de gespreksdeelnemers juist van belang om oog te hebben voor consistente gedeelde waarden. Door waardegedreven te werken, wordt innovatie onderdeel van de cultuur.
- Reflectie is cruciaal. Reflectie maakt het ons mogelijk te plannen, collectief te handelen en doelen voor de lange termijn te stellen. Het maakt hoop mogelijk. Voortbouwen op het verleden geeft het leven een doorgaande verhalende vorm. Mensen zijn ook uitstekend toegerust om zingeving aan de toekomst te ontlenen. We kunnen ons een betere wereld voorstellen en plannen maken om die tot stand te brengen. Vaak zijn het waardevolle doelen in de toekomst die inspanningen of zelfs worstelingen in het heden zinvol maken. Martela beschrijft ruimte voor reflectie als cruciaal voor het ervaren van zingeving. Dit vraagt volgens de gespreksdeelnemers ook ruimte voor ongemakkelijke gesprekken. Dus niet alleen de voorspoed van medewerkers dient centraal te staan, ook voor kritiek, verdriet en woede moet ruimte zijn. Door feedback en reflectie te standaardiseren, is dit te verwezenlijken.
Kijk hier het hele gesprek terug.
Sophie Bijloos, partner bij adviesbureau Bosman & Vos
– Sophie Bijloos, partner bij adviesbureau Bosman & Vos, juriste, filosofe, adviseur en interimmer;
– Elsbeth de Ruijter, lid raad van bestuur GGZ Noord-Holland-Noord, psychiater;
– Annemieke Krijgsman, manager stafafdeling bij het Parkhuis;
– Bert van der Hoek, voorzitter raad van bestuur van het Trimbos-instituut, psycholoog;
– Karin Timm, verpleegkundig specialist AGZ, lid CMT Allerzorg, oprichter Ziekenhuis op Wielen.
Eerder verschenen in deze serie: In zes stappen stoppen met inktschijten: in gesprek over bureaucratie en Besturen met passie
Het vertrek van professionals uit de zorg is een probleem van ons allemaal, maar dat wordt niet zo gevoeld. Of dat met werkgeluk opgelost kan worden, is een interessante vraag.
Interessant in dat verband is de visie van Damiaan Denys. Een visie die naast zorg, ook betrekking heeft over ons als individu… Een aantal van de genoemde inzichten zijn erop gestoeld: https://denk-wijzer.nu/geluk-zingeving-damiaan-denys/