Echt serieus nam ze het niet, de arts die de meetgegevens van de smartwatch onder ogen kreeg. Iemand uit mijn familie had zich onwel gevoeld en dat was niet voor het eerst. Voorgaande keren liet ze het maar voor wat het was. Dit keer droeg ze een smartwatch toen het gebeurde en daarmee kon ze een ecg maken. Dat stelde haar in staat om met een concrete meting – die een duidelijke afwijking liet zien tijdens het voorval – naar de huisarts te stappen in plaats van met een enigszins vaag verhaal. Die verwees haar door naar een cardioloog. ‘Gegevens van een horloge, daar heb ik niks aan,’ leek die te denken. In het ziekenhuis werden nog wat metingen gedaan waar geen problemen uit naar voren kwamen. Met het advies om wat minder zout te eten, ging de patiënt weer naar huis. De thuis gemaakte ecg speelde geen rol van betekenis.
Houding van de specialist
Uiteraard ga ik hier niet het oordeel van een arts in twijfel trekken. Wat mij wel verbaasde, is de houding van de specialist. Ik begrijp best dat data uit consumentenproducten niet vanzelfsprekend dezelfde waarde hebben als die van medische technologie. Ik hoop wel dat medisch professionals zich realiseren dat de data niet alleen steeds beter en betrouwbaarder worden, maar dat ze die ook meer en meer onder ogen zullen krijgen.
Genereren en interpreteren
In de eerste plaats omdat smartwatches en vergelijkbare producten in opkomst zijn en steeds meer metingen kunnen verrichten. Er worden simpelweg meer en meer gegevens gegenereerd. Bovendien komen er steeds meer algoritmes die afwijkingen detecteren en bij potentieel gevaarlijke situaties een signaal afgeven. Van verandering in het slaappatroon of het hartritme tot een minder stabiele tred tijdens het lopen: dokter Wearable trekt aan de bel als daar aanleiding toe is.
Data makkelijker delen
Daar komt bij dat gezondheidsdata steeds gemakkelijker gedeeld kunnen worden. Apple kondigde onlangs een nieuwe functionaliteit aan om gezondheidsdata beveiligd te delen. Het technologieconcern biedt de mogelijkheid om de gegevens beschikbaar te maken voor ‘vertrouwde personen’. Technisch gezien staat er weinig in de weg om de gegevens rechtstreeks in een epd of ecd te zetten, hoewel er inhoudelijk ook argumenten zijn om dat niet te doen. Met name de grote hoeveelheid data en de wisselende kwaliteit ervan zullen op bezwaren stuiten. Maar toch: er zijn al experimenten geweest met een koppeling met het huisartsensysteem. Bovendien ligt het voor de hand dat de gegevens op termijn in een persoonlijke gezondheidsomgeving (pgo) belanden.
Betekenisvol?
Als voorbeeld van partijen die de gezondheidsgegevens kunnen ontvangen, noemt Apple mantelzorgers en familie, maar ook zorgprofessionals. Het delen van de data kan bijdragen aan ‘een betekenisvol gesprek tussen arts en patiënt’, aldus het bedrijf. Hoe betekenisvol dit echt is, hangt in hoge mate af van wat zorgprofessionals doen met consumentendata. Dat is momenteel nog vooral een persoonlijke afweging. De een ziet het als waardevolle toevoeging, de ander haalt zijn neus ervoor op. Slechts een enkeling heeft de tijd en kennis om zich er echt in te verdiepen en weet welke metingen betrouwbaar genoeg zijn om serieus te nemen. Natuurlijk zijn er zorgorganisaties en –professionals die hier al lang mee bezig zijn. Het zou verstandig als alle zorgaanbieders over dit onderwerp nadenken en in gesprek gaan om een strategie te ontwikkelen, want zorgdata uit consumententechnologie gaan niet meer weg.
Beste Sytse, in het kader van dit onderwerp is het signalement (2020) van het Centrum voor Ethiek en Gezondheid aan te bevelen, voor zover nog niet bekend: https://www.ceg.nl/documenten/signalementen/2020/01/30/gezondheidsapps-en-wearables—de-ethiek-van-e-health-deel-1
Groet, Ageeth