De staatssecretaris vraagt in Brussel advies over het door Eerste en Tweede Kamer geaccordeerde wetsvoorstel om een basistarief per gemeente voor huishoudelijke hulp vast te stellen. ‘Contra legem’ zou de besluitvorming wel eens kunnen zijn. Je vraagt je in gemoede af of zo’n collegiale Europese afstemming niet even tussendoor en vooraf had kunnen plaatsvinden. We zitten zo vaak aan tafel om de euro te redden, in de marge had onze Jan Kees toch dit Nederlandse probleempje bij de Europese commissie kunnen sonderen? Nu lopen we het gevaar dat er weer ‘typisch Hollands’ vele man- en vrouwjaren gaan zitten in een resultaat van niets. Nog los van het risico dat de VNG een volgende claim bij de regering neerlegt. Ze heeft immers kunnen warmdraaien met de claim van 20 miljoen voor de gemaakte kosten bij gemeenten met het oog op de – door de Kunduz-coalitie teruggedraaide – invoering van de huishoudinkomentoets op het uitkeringenvlak.
Participeren
De huishoudelijke hulp valt onder de Wet maatschappelijke ondersteuning. Een wet die door voormalig staatssecretaris Bussemaker wel liefkozend ‘de buurtwet’ werd genoemd. Want het gaat om zaken als kunnen participeren in de samenleving ongeacht leeftijd of gebrek. Daarvoor creëert de Wmo de condities. Een brede wet waarbij de negen prestatievelden idealistisch verwoord zijn met koppen als ‘bevorderen sociale samenhang en leefbaarheid, preventieve voorzieningen voor problemen met opgroeien en opvoeden, het bevorderen van deelname aan het maatschappelijke leven’. Het beschikbaar stellen van voorzieningen als rolstoelen en thuishulp is er maar een van. En dit prestatieveld is erin gekomen om sluipenderwijs te besparen op de AWBZ, die anders nog eerder uit zijn voegen zou zijn gebarsten.
Maar waarom bijvoorbeeld brillen en hoorapparaten (deels) wel vanuit de ziektekostenverzekering vergoeden (bij aanschaf van een nieuwe bril of glazen verbaast het me elke keer weer dat de opticien standaard 50 euro rechtstreeks bij de ziektekostenverzekering declareert en dus van mijn rekening aftrekt) en zaken als rolstoelen die – lijkt mij – typisch iets met gezondheidszorg te maken hebben via de Wmo laten lopen? En waarom de flink opgeschoonde toelating tot een voorziening als de huishoudelijke/thuishulp niet weer naar de AWBZ?
Dan is de staatssecretaris ook af van akkefietjes zoals met de gemeente Renkum. (Die op de vingers is getikt omdat ze de huishoudelijke hulp alleen wil vergoeden aan burgers die het niet uit eigen zak kunnen betalen.) Dat is inkomenspolitiek en dus des Rijks. Ik voorspel dat meer van de 415 Nederlandse gemeenten gaan zoeken naar speelruimte voor eigen interpretaties in het verstrekken van individugebonden voorzieningen als huishoudelijke hulp en rolstoelen.
Meerdere gemeenten
We zitten met de gebakken bureaucratische peren. Er gaat onnoemelijk veel tijd zitten in alle aanbestedingen. Elke gemeente doet het op zijn eigen manier. Zorgaanbieders, daartoe gestimuleerd door het overheidsbeleid van marktwerking en concurrentie, werken in meerdere gemeenten. Zo moeten ze elke keer weer een aanbesteding op de desbetreffende gemeentemaat indienen. Bij de invoering van de Wmo heb ik meermalen gewezen op de Memorie van Toelichting in het wetsvoorstel. Daarin stond dat gemeenten konden kiezen tussen een subsidierelatie of aanbesteden. Informeel heb ik later gehoord dat subsidie niet mocht van Europa. Overtuigend bewijs heb ik ervoor nooit teruggekregen. Misschien is het verstandig dat de staatssecretaris nog een allonge aan haar adviesaanvraag aan de Europese Commissie toevoegt of gemeenten ook een subsidierelatie op de huishoudelijke hulp mogen aangaan. Of – nog beter – Eerste en Tweede Kamer stellen voor met een schone lei te beginnen en de individugebonden voorzieningen helemaal uit de Wmo te halen en onder te brengen bij de Ziektekostenverzekering en de AWBZ . Dan kunnen gemeenten zich concentreren op de acht overige prestatievelden van de Wmo.
Hetti Willemse
www.publicarea.nl
www.zorgvisite.nl
Lees meer