Om de Federatie Medisch Specialisten te parafraseren: patiënt en zorgverlener hebben elkaar nodig om tot de beste zorg te komen. Wij zien de pgo als een belangrijke schakel in het gesprek in de spreekkamer, die de kwaliteit van het gesprek met de patiënt verbetert.
Inzicht in medische gegevens
Het grote verschil tussen een pgo en een patiëntenportaal is dat men in het portaal slechts inzage krijgt in gegevens die een ziekenhuis van een patiënt heeft. Een pgo, in wezen een app of website, bevat in de toekomst gegevens van alle zorgverleners die de patiënt behandelen – van de medisch specialist tot de huisarts, de psycholoog, de verloskundige en de apotheker.
Delen van gegevens
In de verschillende VIPP-programma’s wordt hard gewerkt om het delen van gegevens met een pgo mogelijk te maken, voor elk programma gelden andere tijdlijnen. In de praktijk betekent dit dat momenteel alle huisartsenpraktijken en ongeveer de helft van de ggz-instellingen patiëntgegevens beschikbaar kunnen stellen aan pgo’s.
Ook in de tweede lijn wordt al gebruikgemaakt van een pgo, zoals CMyLife, een initiatief van hematologen, patiënten en patiëntenorganisaties.
De meeste ziekenhuizen en umc’s zullen dit jaar nog in staat zijn om patiëntgegevens digitaal beschikbaar te stellen aan pgo’s. De patiënt kan in een pgo bijvoorbeeld zijn medicijnoverzicht, bloeduitslagen of zelfgemeten bloeddrukwaarden bewaren. Deze gegevens kunnen ook weer digitaal gedeeld worden met de behandelend zorgverlener.
Meer regie voor de patiënt
Voor de medisch specialist is een goed geïnformeerde patiënt ook waardevol, omdat dan het gesprek in de spreekkamer meer gericht kan worden gevoerd over de behandeling. Een patiënt met een chronische aandoening kan in een pgo meer zelf bijhouden en regie nemen. Wellicht zullen er door het gebruik van pgo’s minder bezoeken aan de poli nodig zijn. Dit scheelt de patiënt en bijvoorbeeld de mantelzorger tijd. Gezamenlijk kan worden bepaald of de afspraak tussen medisch specialist en patiënt fysiek plaatsvindt, via een telefonisch consult of beeldbellen.
Ervaringen van zorgverleners die met een pgo werken, wijzen dan ook uit dat patiënt en arts beter het gesprek kunnen aangaan over wat de patiënt nou werkelijk van belang vindt voor zijn gezondheid en kwaliteit van leven. Samen met de zorgverlener zoekt de patiënt de behandeling die het beste bij hem past. Een pgo bevordert samen beslissen en geeft de patiënt meer regie over de eigen gezondheid, en daarmee zijn eigen leven.
Behoefte aan doorontwikkeling
We zien de potentie van pgo’s, en tegelijkertijd is er nog veel behoefte aan doorontwikkeling. Denk hierbij aan het beschikbaar stellen van specifieke medische gegevens zoals bijvoorbeeld voor astmapatiënten. Valt er daadwerkelijk gezondheidswinst te behalen door pgo-gebruik? Welke mogelijkheden gaan pgo’s bieden in de toekomst? Komt er een pgo met epilepsiemodule die bij gebruik leidt tot minder epileptische aanvallen? En een diabetesmodule waardoor de patiënt glucose beter kan instellen?
Goed geïnformeerd
Pgo’s kunnen een waardevol instrument worden voor het gesprek in de spreekkamer. Daarom is het goed dat zorgverleners weten wat voor mogelijkheden een pgo biedt. Wie geen tijd heeft om zich erin te verdiepen, doet er goed aan om op z’n minst de patiënt door te verwijzen naar bijvoorbeeld pgo.nl. Nog beter is het als de dokter zich laat voorlichten over pgo’s. Want een goed geïnformeerde zorgverlener kan meepraten over digitale gegevensuitwisseling en hoe deze de zorg kan verbeteren, in plaats van dat hij of zij toekijkt hoe anderen de toekomst van de zorg vormgeven.
Auteurs:
Nicole Blijlevens (hematoloog Radboudumc)
Elske Hoitsma (neuroloog Alrijne Ziekenhuis)
Marc Kok (reumatoloog Maasstad Ziekenhuis)
Remco Luiten (reumatoloog Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis)
Guus Schoonman (neuroloog Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis)
Dit blog is geschreven op persoonlijke titel
Heel goed artikel dat belang van samenwerken benadrukt. Natuurlijk moeten artsen en andere professionals dan meedenken. Heel concreet inzake informatie, meetwaarden, vragenlijsten etc. Maar ook hoe netwerkzorg anders en beter kan nu patiënten en naasten digitaal gaan deelnemen in persoonlijke zorgnetwerken die groter zijn dan één zorgaanbieder.
Quli integreerde bijvoorbeeld zorgkeuzehulpen. Voor mensen met littekens of borstkanker bijvoorbeeld. De uitkomst (samenvatting) wordt opgeslagen in je persoonlijke dossier. En, je kunt die gaan delen met naasten en professionals.
Deze film van Uitkomstgerichte Zorg geeft je goede indruk van wat we ondersteunen voor mensen met brandwonden bijvoorbeeld: https://youtu.be/z97ct4fGYss