De woningcorporatie en zorginstelling beginnen in goed vertrouwen aan een nieuwe voorziening. Ergens in de loop van het traject loopt het mis. De partijen verliezen elkaars belangen uit het oog. De zorgbestuurder denkt dat hij van het gehannes rondom bouwprojecten af is en de woningcorporatie gaat ervan uit dat het allemaal niet ingewikkelder is dan woningbouw en is druk bezig met zijn prestatieveld: zorgvastgoed.
Vervelende zaken
Tijdens het opstellen van het huurcontract komen dan opeens een paar vervelende zaken bovendrijven. De zorgaanbieder leert dat hij zijn gehele vergoeding aan de corporatie moet overdragen. Hij heeft echter een aantal onvoorziene kosten. Zo moet het centrale kantoor uit die vergoeding worden betaald, het leegstandrisico komt voor zijn rekening en het geleverde gebouw mist nog voor een fors bedrag aan voorzieningen, die niet in de huur zijn inbegrepen.
Op haar beurt heeft de corporatie gerekend met de voorgestelde huur en heeft al een vermogen uitgegeven aan extra luxe en is niet van plan om nog eens een forse extra bijdrage te leveren.
Het vertrouwen is zoek
Uiteindelijk is het vertrouwen tussen corporatie en zorginstelling volledig zoek. Het gevoel van ‘natuurlijke partners’ is weg en voor je het weet loopt de communicatie alleen nog maar via juristen. Toch moeten de partijen met elkaar door.
Op weg naar een solide plan
Enkele tips: denk eerst goed na over de businesscase voor de zorg en de corporatie, maak afspraken over hoe om te gaan met systeemrisico’s en maak duidelijke afspraken over de te leveren kwaliteit en de te betalen huur. Als deze zaken duidelijk zijn vastgelegd kan er een solide plan worden gesmeed.
Gezien de huidige ontwikkelingen op het gebied van scheiden van wonen en zorg en de huursubsidie is het al lastig genoeg om met behoorlijke afspraken iets goeds te maken. Als partners… natuurlijk. (Johan Paul, Coresta Healthcare)
Lees ook: