Representanten van de bankensector reageren aanvankelijk gereserveerd: gegevensuitwisseling, hoe zouden we kunnen helpen? De CIO van de bank gaat meer over de betrouwbaarheid van de rapportage aan De Nederlandsche Bank. Een kenniscentrum voor informatie-uitwisseling komt niet bekend voor. Wat is nou precies de parallel? Totdat we contact leggen met de Betaalvereniging en Currence BV. Daar gaat het, net als bij NictiZ, over informatie-uitwisseling: informatiestandaarden, technische standaarden, de rollen van actoren in het systeem en de regels van het spel. Een stelsel van afspraken! Hier moeten we zijn. Wel een beetje gek dat ze niet Nationaal Instituut voor ICT in de Financiële Sector heten. NICTIF of zo. Maar verder zijn de activiteiten van deze organisaties wel met de onze te vergelijken… of toch niet?
Overeenkomsten en verschillen
Te vergelijken zeker, maar gelijk niet. In de eerste plaats zien we grote successen: werkwijzen die sectorbreed zijn geïmplementeerd. Bijvoorbeeld iDEAL. We zien ook grote verschillen in aanpak. We noemen er drie.
Wij spreken in relatie tot de zorg over ict, over informatie-uitwisseling of over informatiebeschikbaarheid in de zorg. Maar altijd gaat het over betere gezondheid door betere informatie. Het gaat over alles. Zo niet in de bankensector. Geen afsprakenstelsel over alles hier, maar over betalen, nog specifieker: over online betalen. Het leidde in 2005 tot het afsprakenstelsel iDEAL. Er werd een betaalservice mee gerealiseerd.
Niet alleen is de keuze voor ‘online betalen’ een specifiekere scoping, het is ook een andere framing van waarover het gaat. Het gaat niet over informatie-uitwisseling. Het gaat over een proces dat waarde creëert voor de klant. Dat is precies waarom er geen NICTIF bestaat. Er is een Betaalvereniging. Natuurlijk vergt online betalen digitale gegevensuitwisseling, maar de urgentie is zoveel duidelijker als de missie wordt ondernomen onder de vlag van de waardevolle service die het voor de cliënt gaat creëren.
Het derde verschil is dat de oplossing niet van de overheid wordt verwacht. (Al laat de overheid zich niet onbetuigd, maar daarover een andere keer.) De drijfveer komt voort uit intrinsieke motivatie. De sector komt zelf tot afspraken, onderhoudt ze én past ze toe. Om dat mogelijk te maken hebben de banken een vereniging en er is een holding met voor elk afsprakenstelsel één BV. En zo’n afsprakenstelsel heet in deze context – tezamen met de onderliggende standaarden – dan een merk. De BV is eigenaar van het merk. De governance is heel precies ingericht – er is geïnvesteerd om de toets van de marktmeester te kunnen doorstaan. Kortom, kosten noch moeite zijn gespaard om het zelf op te lossen. Wellicht bestaat er ook zulke intrinsieke motivatie in de zorg die leidend kan zijn voor verbetering.
Voeg waarde toe voor de klant
Wees specifiek. Creëer een service die waarde toevoegt voor een klant. Pak het heft in eigen handen. Zie daar drie lessen die we kunnen trekken uit de succesfactoren van de ‘gegevensuitwisseling’ in de bankensector. Ze zetten aan tot reflectie over hoe we met informatie omgaan in de zorgsector.
Zain Ishfaq en Nico van Weert, Kennis & Advies, Nictiz
“Natuurlijk vergt online betalen digitale gegevensuitwisseling, maar de urgentie is zoveel duidelijker als de missie wordt ondernomen onder de vlag van de waardevolle service die het voor de cliënt gaat creëren.”
Eens. Maatschappelijk relevante thema’s en zinvolle use cases voor mensen, naasten, professionals en organisaties horen ook in zorg centraal te staan. Dan glimlachen we om een ambitie van 5%.