Artikel bewaren

U heeft een account nodig om artikelen in uw profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Btw-verhoging en bouwtermijnnota’s

Het hoge btw-tarief gaat met ingang van 1 oktober aanstaande omhoog van 19 naar 21 procent. Welke consequenties heeft dit voor lopende (ver)bouwprojecten van zorginstellingen?
Btw-verhoging en bouwtermijnnota's

In principe is de algemeen geldende overgangsregeling eenvoudig. Er is maar één criterium: “Prestaties, geleverd voor 1 oktober, worden belast met 19 procent btw. En prestaties geleverd na 1 oktober worden belast met 21 procent btw.” Beide percentages mogen zowel voor als na 1 oktober in rekening worden gebracht. Als per ongeluk al 19 procent in rekening is gebracht, en met de kennis van de overgangsregeling blijkt dat het 21 procent had moeten zijn, dan dient een aanvullende btw-nota van 2 procent te worden verstuurd. Juist voor bouw of verbouw van onroerende zaken is echter een afwijkende overgangsregeling van kracht.

Afwijkende overgangsregeling

Voor de bouw of verbouw van onroerende zaken geldt vaak dat de afgesproken vergoeding in termijnen wordt betaald. Specifiek en alleen voor deze leveringen is een afwijkende overgangsregel opgesteld. En die is simpel: “Alle termijnen die vóór 1 oktober vervallen, blijven met 19 procent btw belast.” Een eenduidige definitie voor “vervallen” is niet gegeven.

Deze regel is alleen van toepassing voor nieuw- en verbouw van onroerende zaken, en dus niet voor onderhoud- of herstelwerkzaamheden. Voor zorginstellingen zijn er vier situaties denkbaar waarin onnodige btw-kosten vermeden kunnen worden.

Veel bouwtermijnen vervallen volgens een vooraf afgesproken termijnschema per einde van de maand. De nota wordt dan vaak op de 1e van de daaropvolgende maand aangemaakt en verstuurd. Omdat een termijnschema er op gemaakt is om vooruitbetaling te voorkomen, betreft zo’n termijn reeds geleverde prestaties. In principe lijkt de termijn ook na 30 september met 19 procent belast te mogen blijven; dat is dan geheel volgens de intentie van de overgangsregeling. Echter, in verband met de onduidelijkheid van “vervallen” en om problemen te voorkomen, is het verstandig zo’n termijn per 30 september aanstaande in rekening te laten brengen. Hiertoe moet dan tijdig een verzoek aan de aannemer worden gedaan.

Het kan zijn dat afgesproken is dat al het meerwerk bij afronding van het werk in rekening wordt gebracht. Indien de ‘teller’ al flink is opgelopen, kan het aantrekkelijk zijn om uiterlijk op 30 september een tussentijdse meerwerknota te ontvangen die nog met 19 procent btw is belast.

Gecombineerde bouw en onderhoud

Weinig voorkomend is een omvangrijk onderhoudswerk of een gecombineerd bouw- en onderhoudswerk waarvan de component onderhoud meer dan 50 procent is. En waarop al significant gefactureerd is. Hiervoor geldt de specifieke regeling voor bouw niet. Voor zulk werk kan het interessant zijn om nog voor 1 oktober de overeenkomst in goed overleg tussentijds te beëindigen en het restant te ‘vervangen’ door twee separate overeenkomsten. Een voor het onderhoud en een voor de (ver)bouw. Dat scheelt 2 procent over de reeds in rekening gebrachte facturen.

Het kan zijn dat een bouwwerk al afgerond is, maar dat er nog een onderhoudstermijn open staat. Indien de onderhoudstermijn niet al te lang na 1 oktober afloopt, kan het aantrekkelijk zijn om deze termijn per 30 september te laten versturen, desgewenst met een langere betaaltermijn. Overleg met uw projectmanagementbureau of dit geen onaanvaardbaar risico geeft.

Al met al zijn de mogelijkheden om slim in te spelen op de btw-verhoging beperkt. Toch is in sommige gevallen nog voordeel te behalen.

Pieter Heijmerink, BOB Advies

Geef uw reactie

Om te kunnen reageren moet u ingelogd zijn. Heeft u nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.