De naam, ‘Dag van de Verpleging’, kan de indruk wekken dat het op deze dag vooral om verpleegkundigen draait. Er was wel een notie dat met deze aanduiding een belangrijke groep over het hoofd wordt gezien: de verzorgenden IG. Sinds 2013 wordt de ‘Dag van de Verpleging’ daarom ook wel de ‘Dag van de Zorg’ genoemd. Maar niet iedereen lijkt daar even blij mee te zijn. Zo ontstond er in 2020 nog een flinke discussie op Twitter toen toenmalig minister Martin van Rijn de hashtag #dagvandezorg gebruikte. Met name veel verpleegkundigen lieten van zich horen. Zij vonden ‘Dag van de Zorg’ te breed en te weinig recht doen aan hun eigen belangrijke rol. Florence Nightingale, aan wier verjaardag we deze dag te danken hebben, was tenslotte verpleegkundige en geen verzorgende.
In de schaduw van vakgenoten
Dit is best wel een dingetje voor een aantal verzorgenden IG. Zij verlenen met evenveel liefde zorg en zijn vaak de eersten die veranderingen in de toestand van een cliënt spotten. Zij staan voor hun gevoel wel vaker in de schaduw van hun niveau 4- en 6-vakgenoten. Zo hoorden we tijdens onze interviews en focusgroepen dat verzorgenden IG vaak niet dezelfde mogelijkheden voor bijscholing hebben als verpleegkundigen. En waar het gemeengoed is dat verpleegkundigen zitting nemen in een werkgroep of commissie, gaat dit vaak nog niet op voor verzorgenden IG. Ook is in veel organisaties de VAR nog geen VVAR. De V van verzorgenden wordt makkelijk overgeslagen.
Geringe aandacht
Ongeacht de naam, kleeft er nog een nadeel aan zo’n speciale dag. Deze kan de indruk wekken dat je maar één dag per jaar aandacht hoeft te schenken aan verpleegkundigen en verzorgenden IG, om dat vervolgens weer 364 dagen te vergeten. ‘De dag van…’ wordt meestal ingesteld om de aandacht te vestigen op groepen of vraagstukken die normaal gesproken te weinig aandacht krijgen. We zetten het wat zwaar aan, maar veel verpleegkundigen en verzorgenden IG ervaren dit wel zo. Velen van hen voelen zich nog altijd niet gezien en gehoord.
Specifiek voor verzorgenden IG komt dat doordat zij en ‘het management’ in veel organisaties maar weinig contact met elkaar hebben. Zo vertelde een verzorgende IG ons dat zij geen idee heeft hoe haar locatiemanager eruitziet. Een collega reageerde daarop dat zij haar leidinggevende alleen ziet wanneer haar team te veel onproductieve uren heeft gedraaid of wanneer er klachten zijn binnengekomen.
Het ‘Jaar van de Verzorging’?
Moet er dan een ‘Jaar van de Verzorging’ komen? Wat ons betreft niet. Waarschijnlijk vinden veel verzorgenden IG dat ook. Hoewel zij zeker meer erkenning en waardering voor hun rol willen, geven zij ook aan dat versplintering in de zorg, waarbij verschillen tussen beroepsgroepen worden benadrukt, niet helpt. Die versplintering zorgt juist voor een sterke, informele hiërarchie, die nadelige gevolgen kan hebben voor de samenwerking tussen beroepsgroepen en daarmee de zorg aan zorgvragers. Om een verzorgende IG te quoten: “We moeten het met zijn allen doen. Van arts tot verzorgende IG en van schoonmaker tot beleidsmaker.”
Maar, wat dan wel? Zoals wij al eerder beschreven, is het belangrijk om elkaar écht te leren kennen. Managers en beleidsmakers kunnen hier op ‘De Dag van de Verpleging’ of ‘De Dag van de Zorg’ een beginnetje mee maken door persoonlijk dat bosje bloemen of doosje bonbons te overhandigen. En vervolgens af te spreken om eens een paar uurtjes met elkaar mee te lopen: de leidinggevende met de verzorgende IG, maar ook de verzorgende met de leidinggevende. Niet alleen voelen verzorgenden IG zich hierdoor meer gezien, deze uitwisseling vaak ook tot nieuwe, verrassende inzichten – voor beide partijen. Tijd voor ‘Het Jaar van de Dialoog’ dus!
Door: Karin Kee, PhD candidate, Department of Organization Sciences VU Amsterdam en Henk Nies, bijzonder hoogleraar aan de VU Amsterdam