Er zijn ook grote verwachtingen van de zorg in Nederland. Het begrip participatiesamenleving is ondertussen aardig ingeburgerd, maar als puntje bij paaltje komt, wordt er nog (te) veel van de verzorgingsstaat verwacht. Voor de meeste mensen is de zorg vooral een nutsvoorziening. Het maakt niet uit of die nu door een huisarts, een ziekenhuis of, in mijn geval, een instelling voor de gehandicaptenzorg wordt geleverd. Die nutsvoorziening moet beschikbaar zijn, zonder vertraging en wachttijd graag. Het is als water uit de kraan: met één draai aan de knop beschikbaar. Je kunt je toch niet voorstellen dat er even geen water uit de kraan komt…
Zo werkt het niet
Met zorg werkt het toch anders. Het is eigenlijk geen vraag meer of we de verwachtingen die Nederland van de zorg heeft moeten bijstellen. We hebben te maken met grote vraagstukken als het gaat om toegankelijkheid, betaalbaarheid en kwaliteit van zorg. De uitdagingen van een krappe en krimpende arbeidsmarkt eisen bij veel instellingen al langere tijd hun tol. We zullen de komende jaren meer fundamentele keuzes moeten maken over wat wel en niet (meer) kan.
We zullen ons opnieuw moeten afvragen wat zorg is en wat bij de bredere maatschappelijke verantwoordelijkheid hoort. Dat vereist het afwegen van toegankelijkheid, betaalbaarheid en kwaliteit. Die drie begrippen bestonden lang naast elkaar, maar nu de schaarste groeit sluiten ze elkaar steeds vaker uit. Meer van het één, betekent minder van het ander. Bij ’s Heeren Loo houdt dit onze zorgteams – de leefwereld – dagelijks bezig. Wat ons betreft horen deze dilemma’s en de dialoog met de maatschappelijke omgeving thuis in de ‘systeemwereld’ van ministerie, financiers en andere stakeholders. Omdat daar tot nu toe geen keuzes worden gemaakt, is het nemen van die (soms) pijnlijke beslissingen een taak van de zorgprofessionals geworden.
Schaars geld
In de huidige toestand zijn die keuzes eigenlijk per definitie een teleurstelling. Familie of belangrijke anderen nemen regelmatig contact met ons op omdat ze teleurgesteld, boos of verdrietig zijn over – voor ons als raad van bestuur – onontkoombare keuzes. Zo moesten we bijvoorbeeld besluiten om een drietal zwembaden te sluiten, die door toegenomen hygiëne- en veiligheidseisen en stijgende energiekosten voor enorme verliezen zorgden. Daarbij komt dat maar een kleine groep cliënten van de zwembaden gebruikmaakte. Dat vinden we vanuit organisatieperspectief misschien de logische keuze, maar tegelijkertijd levert het ook veel emotie op die we net zo logisch vinden. De bijbehorende verwachting dat zulke activiteiten bij ‘de zorg’ horen en dus door ons moeten worden betaald vormt het pijnpunt. We vinden bewegen en allerlei andere dingen die door en met cliënten worden ondernomen heel belangrijk, maar kunnen we het ons straks nog veroorloven om schaars geld te besteden aan iets anders dan onze meest basale kernactiviteiten?
Om eerlijk te zijn is dat makkelijker gezegd dan gedaan. Binnen ’s Heeren Loo zijn we volop in gesprek over de vraag wat die kernactiviteiten zijn en wat dat in de toekomst betekent. Voor sommige activiteiten zullen we het (informele) netwerk van cliënten of de maatschappelijke omgeving echt meer aan moeten spreken. We willen namelijk dat het zorgstelsel op lange termijn houdbaar is voor wie dat echt nodig heeft. Dat betekent dat wij onze, en de maatschappij haar verwachtingen moeten bijstellen. Er zitten grenzen aan de zorg en dat vraagt om een open gesprek over de rol die eenieder daarin vervult. Dat zal regelmatig schuren en dat is ook nodig om het collectieve idee over het zorgstelsel te veranderen.
Praat met elkaar
Nog even terug naar dat boek. Als je grote verwachtingen hebt, wordt daar vaak niet in één keer aan beantwoord. Het leven van Pip gaat in Great Expectations niet altijd over rozen. In het echte leven zal het niet anders zijn. Laten we over onze verwachtingen dus vooral goed in gesprek blijven.
Door Ernst Klunder, voorzitter Raad van Bestuur bij ’s Heeren Loo