Artikel bewaren

U heeft een account nodig om artikelen in uw profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties2

Zzp als strohalm voor de zorgsector

De arbeidsmarkt in de zorg staat onder druk. Minder jongeren kiezen voor een opleiding in de zorg. En uit recente cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) blijkt dat steeds meer mensen in de zorg hun baan opzeggen. CBS spreekt van de grootste uitstroom sinds 2010, toen het startte met het bijhouden van deze gegevens.
Elise Merlijn FNV
Elise Merlijn, bestuurder FNV Zorg & Welzijn

Nieuwkomers in de zorg vertrekken vaak al in een van de eerste jaren nadat zij zijn afgestudeerd. Teleurgesteld om meerdere redenen: vaak te herleiden naar werkdruk en de lastige combinatie van werk en privé. Het altijd maar ‘aan moeten staan’ breekt hen op. Steeds meer zorgmedewerkers zeggen hun vaste baan op en zoeken hun toevlucht in een zzp-constructie of laten zich inhuren via een bureau. Zzp als laatste strohalm voor de zorgsector, maar een strohalm is slechts een reddingsboei. Het is geen duurzame oplossing voor de personeelstekorten en het blijven bieden van goede zorg.

Kwaliteit zorg onder druk

Duidelijk is dat het zorginstellingen niet lukt om vast personeel te behouden. Volgens het CBS nam het aantal zzp’ers in de zorg in het derde kwartaal van 2022 toe met ongeveer 34.000 ten opzichte van het jaar ervoor. Tegelijkertijd daalde het aantal werknemers met ongeveer 13.000. Als het zo doorgaat kunnen de zorginstellingen geen goede zorg meer bieden. Met als gevolg dat zij keuzes moeten maken. Patiënten of cliënten in de kou laten staan, wil niemand. Zorginstellingen én zorgmedewerkers zetten altijd de patiënt op één. Maar het effect van de patiënt op één kan vergaande gevolgen hebben voor het personeel in vaste dienst.

Werknemer op één

Om goede zorg te kunnen blijven leveren, moet de werknemer op één. De negatieve spiraal moet doorbroken; werkdruk en (langdurig) verzuim moeten worden teruggedrongen. Met een beetje geluk blijven de zorgmedewerkers dan behouden. Want vertrek leidt vaak niet tot een vast dienstverband elders maar tot een flexibele constructie, waarin de zorgmedewerker zelf kan beslissen over werktijden en verdiensten.

De zorginstellingen moeten diep in de buidel tasten om het probleem op te lossen dat ze in feite zelf veroorzaakt hebben. De kosten van externe inhuur rijzen de pan uit. Maar de zorgmedewerkers, patiënten en cliënten betalen ‘de prijs’.

Weerbarstige praktijk

De FNV zet bij het overleg over arbeidsvoorwaarden in op zaken als het recht op onbereikbaarheid en betere afspraken over de wijze waarop roosters tot stand komen. We maken zelfs afspraken over dat vast personeel voorrang heeft bij het inroosteren. Helaas blijkt te vaak dat het geschreven woord geen effect heeft op de weerbarstige praktijk. De druk op de bedrijfsvoering lijkt groter dan het belang van de zorgmedewerker.

Team kleiner, werkdruk hoger

In de Zorgbarometer van de FNV (september 2022) gaf een ruime meerderheid van de zorgmedewerkers aan dat de continuïteit van de zorg groter is bij werknemers in vast dienstverband (88 procent van de mensen in vast dienstverband en 61 procent van de flexwerkers). En als het gaat om werkdruk gaf 89 procent van de werknemers in vast dienstverband en 70 procent van de flexwerkers aan dat deze hoger is naarmate het vaste team kleiner wordt. De werkdruk wordt hoger naarmate het vaste team kleiner wordt. Is het emotionele chantage, onvoldoende weerbaarheid bij de zorgmedewerker of groepsdruk? We kunnen ernaar raden. Nee verkopen aan zorgvragers lijkt uit den boze. Uiteindelijk maakt de medewerker die vertrekt een eigen afweging en die keuze is vaak onomkeerbaar. En dan blijft de laatste strohalm die van flex-medewerker/zzp’er zonder dienstverband. De FNV stelt zich op het punt van vaste banen en vast werk, maar snapt de uiterste stap wel. Deze medewerkers blijven in ieder geval voor de sector behouden.

Werkgevers aan zet

Uit een recente poll van Zorgvisie onder werkgevers kwam ook naar voren dat een te groot aandeel zzp’ers/flexwerkers tot problemen kan leiden als het gaat om continuïteit van de zorg. Waarom zetten de werkgevers dan niet vol in om werknemers in vaste dienst te behouden? Zij kunnen de werkdruk verlagen, een goede beloning bieden en échte invloed geven op de werktijden. Keer op keer moeten we als vakbond bij het afsluiten van een cao alles op alles zetten om hier goede en duurzame afspraken over te maken. Hoe prettig zou het zijn als de werkgever de afspraken in de cao gewoon respecteert? Goede zorg voor je patiënten, cliënten én medewerkers verleen je niet met de inhuur van zzp’ers. Zij zijn de laatste strohalm.

Door: Elise Merlijn, bestuurder FNV Zorg & Welzijn

2 REACTIES

  1. Als oud manager en bedrijfskundige roep ik dit al jaren. Hoe kan t product (de cliënt) op 1 staan en men streeft naar een cliënt tevredenheid van een 9, terwijl men de medewerkers tevredenheid (de machine) op een 8 wil hebben. Doe mij die machine. Iedere machine heeft productie verlies, dus t kan nooit wat men al decennia doet in de zorg. Mijn visie was als manager altijd, “personeel op 1, want als zij met een lach komen werken, brengen ze die sfeer over en zal client tevredenheid altijd goed zijn”.
    Maar ja, ik ben ook 1 van de zorg verlaters, omdat t management t toch beter wist en blind was voor wat ik met mijn team had neergezet.
    Het is niet moeilijk, echt niet. Durf maar eens buiten de kaders te denken.

  2. Lees alle reacties
  3. De medewerker op een!: hardstikke mee eens. Daar hebben we in de VVT vorig jaar ook een manifest voor opgesteld en begin dit jaar aan de kamer aangeboden. We herkennen dan ook veel van wat je zegt. En zien ook dat een deel van de zorg niet zonder flexibiliteit en dus ook ZZP’ ers kan. Maar wat ik mis is bij jou wel de vraag wat er gedaan moet worden om het de werkgevers in de zorg mogelijk te maken dat ze kunnen werken aan behoud van personeel. Instroom is belangrijk, maar behoud is belangrijker. En dat zie ik dit verhaal weer eindigen bij de werkgevers en wordt niet de belangrijke vraag gesteld: waar komen die benodigde middelen dan vandaan?
    Want werkgevers in de VVT bijvoorbeeld, hebben hun verantwoordelijkheid genomen. Een lopende Cao opgehoogd. Maar de financiers gaan die ophoging niet betalen. Gemeenten laten nu weten: zoek het maar uit. Ik hoor de bonden daar niet over. Zorgverzekeraars vergoeden alleen directe uren. Alles wat indirect is: zoek het maar uit. Dus opleiden, begeleiden, stage ondersteuning, intervisie, teambuilding, noem maar op: alles dat niet direct aan een client kan worden gekoppeld, wordt niet gefinancierd. Wanneer zie ik de bonden daar actie op voeren? De werkgever respecteert de cao en komt die na; de financiers niet. En toch wordt er dan weer gewezen naar de werkgever. Wat een gemakzuchtig verhaal.

Geef uw reactie

Om te kunnen reageren moet u ingelogd zijn. Heeft u nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.