In deze bijdrage beperk ik me tot de ‘verzorgkunde’, waar ruim 80 procent van de langdurige zorg uit bestaat. Verzorgkunde betreft het tijdelijk of blijvend overnemen en/of faciliteren van die dingen die mensen normaal gesproken zelf doen. Al dan niet met hulp van naasten en/of hulpmiddelen. Ofwel: de Algemene Dagelijkse Levensverrichtingen (ADL) (figuur 1). ADL-ondersteuning kenmerkt zich verder door teamhandelen met een 24/7 focus. Elk lid van het team voert dezelfde ADL-ondersteuning bij dezelfde cliënt op eenzelfde afgesproken wijze en moment uit.
Opdelen bederft de lol
Inmiddels kennen we binnen de verzorgkunde de volgende niveaus: 1 = zorghulp, 2 = helpende, 2+ = helpende die medicijnen mag delen, 3 = verzorgende, 4 = verpleegkundige mbo en 6 = verpleegkundige hbo. Dit betekent dat de ene medewerker het eten mag delen, de ander mag helpen met eten toedienen en een derde de medicijnen die bij het eten ingenomen moeten worden mag geven. Dit opdelen van ADL-ondersteuning heeft een negatieve invloed op de zorgkwaliteit en bederft de lol in het vak behoorlijk.
De overtuiging dat functiedifferentiatie helpt bij personeelstekorten in de zorg is na de tweede wereldoorlog ontstaan. In 1960 noemde de Voorlopige Verplegingsraad het opleiden van ziekenverzorgsters een oplossing voor het bestaande verpleegkundigentekort. Gelukkig waren er destijds voldoende babyboomers om de opleiding te gaan volgen.
Onduidelijke taken
Onder invloed van grote werkloosheid (jaren tachtig en negentig vorige eeuw) werden, ook in de zorg, banen gecreëerd. De helpende deed z’n intrede. Dat paste destijds ook goed bij de roep om ‘meer handen’ aan het bed om de werkdruk te verlagen. Onduidelijke taakafbakening en afnemende waardering resulteerden in demotivatie en toenemende uitstroom.
Meer mensen
‘Meer handen’ betekent vaak ook ‘meer mensen’. Verticale functiedifferentiatie leidt zo niet alleen tot een aanslag op de zorgkwaliteit en demotivatie van zorgmedewerkers, maar ook tot meer mensen voor hetzelfde werk. Uit eigen en ander (promotie)onderzoek in de langdurige zorg blijkt: voor hetzelfde werk en onder dezelfde condities zijn bij één functieniveau (niveau 3) 13-25 procent minder mensen nodig dan bij twee functieniveaus (niveau 3 en 2).
De ramp die zich op dit moment aan het voltrekken is in de langdurige zorg afwenden? Dan moeten we stoppen met verticale functiedifferentiatie en inzetten op het opleiden en behouden van verzorgkundigen met het juiste functieniveau (tenminste niveau 3).
Door: Lineke Verkooijen, werkzaam geweest als verpleegkundige, docent en lector. Ze is gepromoveerd op Ondersteuning Eigen Regievoering (OERmodel) en gespecialiseerd in het ‘anders organiseren’ van de langdurige zorg.
Precies, hou het simpel.
Anders organiseren in de zorg op basis van eigen regie en vraagsturing (persoonlijke zorg) wordt ondersteund met tools en AI door inzet van de OERganizer. Een fantastische methodiek om doelmatig en efficiënt personeel in te kunnen zetten en op basis van Data gericht te kunnen afwijken als dat nodig is. Jaren mogen samen werken met dr. L. Verkooijen en haar methodiek werkt. Weten hoe? U kunt het teruglezen in het boekje ‘en als we nu weer eens gewoon gingen zorgen voor’. Veel leesplezier. Houdt u meer van persoonlijk contact over het onderwerp en maak graag een afspraak; trea@passievoorzorg.nl
Wat is de OErganizer? En Data gericht afwijken? Welke data?
De OERganizer (of OERplanner) is een ICT tool gebaseerd op planningstechnologie waarmee je inzicht krijgt in welke personele inzet past bij de workload (data). Indien deze personele inzet niet voor handen is, biedt het inzicht voor de keuzes die gemaakt kunnen/moeten worden om tot ‘second best’ te komen (=bewust afwijken). Altijd bereid tot nadere toelichting. lineke@oermodel.nl