In onze complexe wereld lopen steeds meer mensen tegen de psychische grenzen van hun kunnen aan. Toenemende zelfdoding onder jongeren en volwassenen die vaker kampen met een angststoornis of depressie: inmiddels heeft in Nederland zo’n kwart van de mensen tussen de 18 en 75 jaar last van psychische klachten. Een goede geestelijke gezondheidszorg blijkt dan steeds belangrijker.
Het taboe op het vragen om psychische zorg wordt gelukkig kleiner. De stigmatisering van psychische hulp is een eerste stap voor het vinden van oplossingen. Mensen denken daarbij soms dat een groeiende vraag naar hulp de gezondheidszorg onbetaalbaar maakt. Maar voor de geestelijke zorg is dat zeker niet het geval. Die bedraagt namelijk slechts 6,5 procent van het totale budget dat het ministerie van Volksgezondheid ter beschikking heeft. Daarnaast is ook gebleken dat de kosteneffectiviteit van de ggz-hulp heel hoog is.
Competente zorgverleners
De toenemende vergrijzing vraagt in de geestelijke zorg om voldoende opgeleide psychologen, die minimaal een beroepsopleiding hebben gevolgd ná hun universitaire master. Ook is het zaak de wachtlijsten voor geestelijke zorg korter te maken. De bewindspersoon die hiervoor medeverantwoordelijk is, demissionair minister Conny Helder (VVD), heeft hierover onlangs in de Vaste Kamercommissie van VWS vragen beantwoord. Wat blijkt? Zij heeft onvoldoende oog voor het maatschappelijk belang van meer opleidingsplaatsen voor zorgmedewerkers, in het bijzonder gz-psychologen. Dat willen we uitleggen.
Gezondheidszorgpsychologen hebben hun beschermde titel behaald door na hun universitaire masterstudie psychologie nog twee jaar een aanvullende opleiding te volgen. In de opleiding worden zij specifiek opgeleid in de diagnostiek en behandeling van psychische klachten in alle sectoren.
Denk bij deze hulp onder meer aan mensen die lijden onder een depressie, of kampen met een verslaving of angststoornis. Ook mensen met ADHD (jongeren én ouderen!) en met posttraumatische stressklachten (jongeren én ouderen!) kunnen bij deze deskundige hulpverleners terecht. Zij werken natuurlijk in een professionele omgeving waarin psychotherapeuten, klinisch psychologen, psychiaters en vele anderen eveneens hun deskundigheid inzetten.
Gz-psychologen zijn door hun opleidingsniveau uiterst competente zorgverleners, zo blijkt steeds. Hun inzet biedt de zorg een kwaliteitsimpuls en maakt een eerdere en betere behandeling van mensen mogelijk. Dat leidt uiteraard tot minder uitval op het werk en dus minder verzuimkosten. De hele samenleving is hierbij gebaat, en dat niet alleen financieel.
Meer mensen moeten daarom de beroepsopleiding van psycholoog naar gz-psycholoog kunnen volgen. Voor onze branche van verleners van geestelijke gezondheidszorg maakte het Capaciteitsorgaan, nota bene in opdracht van VWS, een raming van de behoefte aan gz-psychologen in de komende jaren. Het advies was om volgend jaar aan 1.885 mensen deze beroepsopleiding aan te bieden. Maar helaas heeft het kabinet dit advies niet gehonoreerd en zullen in 2024 slechts 965 mensen voor de opleiding tot gz-psycholoog in aanmerking komen.
Gemiste kans
De minister heeft geen oog voor het kwaliteitsargument en komt slechts met de helft van wat nodig is: een enorme gemiste kans. Een beperking van het aantal opleidingsplaatsen voor gz-psychologen dreigt te zorgen voor een gigantisch tekort aan deskundige hulpverleners in de geestelijke gezondheidszorg. Een groot aantal mensen dat psychische hulp nodig heeft, zal hierdoor die hulp pas veel later of helemaal niet kunnen krijgen.
Terwijl het helemaal niet hoeft, dit tekort. Er zijn voldoende mensen die voor een vervolgopleiding in aanmerking komen. Deze masterpsychologen werken nu ook in de zorg, echter zónder de benodigde beroepsopleiding. Velen van hen vullen die behoefte in door extra cursussen te doen. Het is ons inziens veel beter dat zorggeld te investeren in de beroepsopleiding. De kosten van die opleiding betalen zich terug in snellere adequate zorg door gz-psychologen die beter uitgerust zijn om adequate diagnostiek en behandeling te leveren. En hoe eerder psychische schade te herstellen is, hoe minder ook de geestelijke gezondheidszorg de samenleving zal kosten. Met de keuze om minder opleidingsplaatsen voor gz-psychologen toe te kennen, schiet het huidige demissionaire kabinet zichzelf in de voet.
Dat kan anders. De begroting voor volgend jaar ligt helaas al vast, maar vanaf 2025 en in de jaren daarna zijn er voldoende kansen de misvatting van het huidige kabinet te herstellen. Daarom roepen wij de politiek op de ramingen te volgen die door het professionele veld zijn gemaakt. Wij hebben goede ideeën om meer opleidingsplaatsen te realiseren en de geestelijke gezondheidszorg te verrijken met gekwalificeerde psychologen. Daarover gaan we graag met de politiek in gesprek.
Dit is een opiniestuk, geschreven door: Maartje Schoorl, voorzitter van de Landelijke Opleidingsraad voor de Psychologische BIG-opleidingen, Hans de Veen, voorzitter Algemeen Bestuur van het Nederlands Instituut van Psychologen (NIP), Jaap Huisman, voorzitter vereniging Landelijk Overleg Geestelijke Gezondheidszorg Opleidingsinstellingen.