Een opiniestuk van zanger, presentator en acteur Eric Corton in de Volkskrant laat op indrukwekkende wijze zien dat er grote drempels zijn om als zij-instromer in de zorg aan de slag te gaan – ondanks enorme tekorten. Corton betoogt dat vakken als Nederlands, rekenen en burgerschap voor volwassenen met veel werkervaring als onnodig en zelfs betuttelend worden ervaren. Bovendien leiden deze zogenaamde generieke vakken tot lange opleidingstrajecten. En zo krijgt de situatie waarin zij-instromers, ondanks hun motivatie, hoge drempels ervaren door onnodig lange scholingstrajecten een naam: het ‘Corton-effect’.
Ontwikkeling beroepsonderwijs
Terug naar de jaren ’90: de zorg komt uit een situatie waarin opleidingen zoals ziekenverzorgende en kraamverzorgende bij zorgaanbieders en branches zelf zijn ondergebracht. Deze fragmentatie leidt tot veel onduidelijkheid over onder meer de ‘waarde’ en erkenning van diploma’s en wordt daarmee als een risico gezien voor de arbeidsmarktpositie van zorgprofessionals. Mede door adviezen uit het rapport ‘Gekwalificeerd voor de Toekomst’ wordt ervoor gekozen om beroepsopleidingen onder te brengen in de Wet Educatie Beroepsonderwijs (WEB) en zijn de mbo-opleidingen geïntroduceerd die nu nog steeds het hart van de vvt vormen: Helpende (niveau 2), Verzorgende-IG (niveau 3) en Verpleegkundige (niveau 4).
Vanaf de jaren 2000 ontstaan er steeds meer zorgen over de algemene vaardigheden van jongeren die van het mbo af komen; zij zouden – ondanks een beroepsopleiding op zak – moeite hebben om hun weg te vinden in een complexer wordende samenleving. Mede hierdoor wordt in 2006 het vak burgerschapsvorming opgenomen in de wet. Later wordt hier voor studenten op niveau 4 ook het vak Engels aan toegevoegd. Ook de eisen van deze ‘algemene vormende vakken’ (avo) en keuzedelen worden verder aangescherpt. Uiteindelijk vormen de avo-vakken en keuzedelen samen zo’n 45 tot 50 procent van de mbo-opleidingen in de zorg.
Vrijstellingen voor deze vakken leiden niet tot een kortere onderwijsperiode, want de avo-vakken en keuzedelen lopen dwars door de opleiding heen, waardoor deze alsnog vaak drie jaar duren. Een groot knelpunt voor volwassen studenten zoals Corton.
Mismatch
In de tussentijd heeft de Nederlandse economie zich steeds verder ontwikkeld tot diensteneconomie, waarin veel werkzaamheden gelijkenissen vertonen met die in de zorg. Zo zijn vaardigheden als hospitality, klantvriendelijkheid, samenwerken en omgaan met crisissituaties onderdeel van veel beroepen in Nederland, zoals de horeca, retail en beveiliging.
Ook het zorgpotentieel van zij-instromers in de samenleving is toegenomen. Zo is er een recordaantal mantelzorgers en hebben burgers, mede door het internet en persoonlijke ervaringen, meer kennis van ziektebeelden en de zorg dan vroeger.
Door deze twee ontwikkelingen is er in het opleiden in de zorg een mismatch ontstaan. Het onderwijs is zich steeds meer gaan richten op de vorming van jongeren, terwijl veel volwassen zij-instromers meer dan voorheen over kennis en vaardigheden (‘skills’) beschikken om versneld in de zorg aan het werk te gaan.
Mbo-certificaten
Vanuit deze mismatch zijn mbo-certificaten ontstaan: relevante onderdelen van het beroepsdeel van mbo-opleidingen. Medewerkers kunnen door deze certificaten te volgen in minimaal de helft van de onderwijstijd instromen op sleutelfuncties in de vvt. Zo hoeven zij geen avo-vakken en keuzedelen te volgen en kunnen ze onderwijs over vaardigheden die zij al beheersen overslaan. Op dit moment dekken mbo-certificaten de beroepsinhoud van de opleidingen Helpende, Verzorgende-IG en Verpleegkundige.
Met het certificaat ‘individuele basiszorg verlenen’ (onderdeel Helpende Zorg en Welzijn) had de onderwijstijd van Eric Corton sterk verkort kunnen worden van ongeveer twee jaar tot drie of vier maanden, met het zelfde resultaat: werken op de functie Helpende Zorg & Welzijn.
Uitdagingen
Bij ActiZ merken we dat deze verandering veel vraagt van organisaties. Waar er vanuit de Wet BIG, de Wkkgz en de inspectie (IGJ) veel ruimte is om medewerkers via certificatenroutes in te zetten, worden zorgaanbieders in de dagelijkse praktijk geconfronteerd met zorgverzekeraars die diploma’s eisen, opleiders die langdurende opleidingen promoten en relatief hoge kosten door het uitblijven van passende financiering voor certificaten.
Maar er zijn ook interne uitdagingen. Diploma’s zijn gekoppeld aan vacatures, planningen, roosters, functiegebouwen, salarissystemen en zorgdossiers. Het integreren van certificaten in organisaties vraagt hierdoor om een beweging die meerdere afdelingen raakt; van recruitment, tot kwaliteit en salariëring. Daarnaast is er een grote uitdaging om medewerkers in de praktijk mee te nemen: zij zijn trots op hun diploma en zien het als een onderdeel van hun beroepsidentiteit.
Denken in bekwaamheden
Het uitgaan van bekwaamheden is één van de belangrijkste oplossingsrichtingen voor de krappe arbeidsmarkt in de zorg. Dus: kijken naar wat iemand al kan op basis van opgedane kennis en eerdere ervaringen. Uit onderzoek van SiRM (2022) blijkt dat dit zo’n 15,1 miljoen uren extra zorg per jaar kan opleveren (circa 9000 fte). Mbo-certificaten hebben binnen deze beweging een sleutelrol: ze bieden de mogelijkheid om veel meer maatwerk te kunnen bieden aan zij-instromers die een baan in de zorg willen. Ook de Raad van Volksgezondheid benadrukt in een recente brief aan de Kamer het belang van maatwerk, ook voor vrijwilligers en mantelzorgers die (nog meer) van waarde kunnen zijn in de zorg.
Samen met haar leden werkt ActiZ aan manieren om denken in bekwaamheden sterker te verankeren binnen organisaties. Maar ook externe partners (het Rijk, financiers en toezichthouders) zijn hard nodig om de randvoorwaarden te creëren waarin impact gemaakt kan worden met deze oplossingsrichting. Samen moeten we het principe ‘bekwaam is bevoegd’ gaan omarmen en erkennen. En daarmee het gebruik van mbo-certificaten meer stimuleren, zodat zij-instromers zoals Eric Corton ruim baan krijgen om versneld in te stromen in de zorg.
Door Yvonne van Stiphout, bestuurder bij De Opbouw en lid van de commissie Arbeid van ActiZ