V&VN heeft gelijk met de stellingname dat de ontwikkelingen in de ziekenhuiszorg in toenemende mate vragen om steeds meer hbo-opgeleide verpleegkundigen. Het werk- en denkniveau van de verpleegkundige moet immers gelijke tred houden met de ontwikkelingen in de zorg, en de zorg die in ziekenhuizen wordt geboden, wordt complexer. Niet alleen omdat de ontwikkelingen in de medische technologie razendsnel gaan, maar ook omdat het aantal ouderen met complexe zorgvragen snel groeit. Tegelijkertijd wordt veel aandacht besteed aan ligduurverkorting, zodat de intensieve zorg die patiënten in het ziekenhuis ontvangen in een steeds kortere tijd wordt gegeven. En de zorg richt zich ook nog meer en meer op gedrag en gezondheid, preventie en zelfmanagement van de patiënt.

Betrokkenheid verpleegkundige professionals

Om dit intensieve zorgproces efficiënt en kosteneffectief te kunnen laten plaatsvinden, is optimale vormgeving ervan een vereiste, en dit alles vergt een intensieve betrokkenheid van de verpleegkundige professionals. Die vormen de spil in de coördinatie van de zorg, in taakherschikking en in het initiëren van preventieve zorgactiviteiten. Bovendien moet de verpleegkundige een sparringpartner zijn van de arts en van de paramedische professionals, en een actieve rol spelen in het verbeteren van de kwaliteit van zorg door evidence-based te werken en verpleegkundig onderzoek te doen. NVZ vereniging van ziekenhuizen zoekt daarom de verbinding met de verpleegkundige beroepsgroep, om samen met hen in kaart te brengen welke gevolgen deze nieuwe situatie heeft voor de opleidingsprofielen van de verpleegkundigen, de werkprocessen en de daaraan verbonden functies in de dagelijkse praktijk.

Verpleegkundigen op mbo-niveau

Tegelijkertijd is het ook belangrijk dat we oog hebben voor de waarschuwing van de vakbonden en de MBO-Raad dat er een grote behoefte blijft bestaan aan verpleegkundige professionals op mbo-niveau. NVZ is van mening dat de positie van de mbo-verpleegkundigen het best gewaarborgd blijft door hen te scharen onder artikel 34 van de Wet BIG. Ze behouden dan de beschermde opleidingstitel, maar vallen in tegenstelling tot hun hbo-opgeleide collega’s niet onder het Tuchtrecht. Het onderscheid tussen de hbo-verpleegkundigen – die vallen onder artikel 3 van de Wet BIG – en hun mbo-collega’s is dan helder. En door de plaatsing onder artikel 34 blijft ook voor die mbo’ers een aantrekkelijk beroepsprofiel bestaan, wat voorkomt dat problemen op de arbeidsmarkt ontstaan omdat een beeld zou worden geschetst dat het om werk van ondergeschikt belang gaat. Natuurlijk moet dan nog wel worden nagedacht over een goede naam voor deze mbo-functie, waarin de term verpleegkundige behouden moet blijven.

Transitie van rol verpleegkundige

De NVZ neemt graag het voortouw om met vertegenwoordigers van de beroepsgroep (beroepsorganisatie en vakbonden), met de betrokken ministeries (OCW, VWS) en de MBO- en HBO-Raad in het overleg en de planning om de transitie van de rol van de verpleegkundige in de directe patiëntenzorg in het ziekenhuis en in de keten in goede banen te leiden. We zijn voorstander van een bestuurlijke Task Force met VWS, OCW en de verpleegkundige beroepsgroep om te zorgen dat de verpleegkundige professional in het ziekenhuis op zowel hbo- als mbo-niveau kan blijven acteren. We hebben immers allemaal hetzelfde belang.

Margot van der Starre, directeur NVZ vereniging van ziekenhuizen