Gisteren ging ik met mijn moeder van 91 jaar naar de pijnpoli. Haar lichaam is op en haar gewrichten doen meer en meer pijn. Eerst haar schouder, die bovendien blijvend uit de kom is en nu haar rechterknie. Omdat ze al behandeld werd voor haar schouder en hijzelf liever geen pijnspuit wilde zetten, schreef de huisarts een verwijzing voor haar knie. Dat was op 8 april.
Passende zorg?
In mijn onnozelheid ging ik er vanuit dat ze meteen even naar haar knie zouden kijken als ze ook voor haar schouder naar de pijnpoli moest. Immers: passende zorg. Maar, dat kon niet. Er moest eerst een intake plaatsvinden. Die kon niet op de dezelfde dag en evenmin gekoppeld worden aan een schouder-moment. Na de intake volgde een afspraak op de polikliniek. Dit werd 21 mei. Vanwege de pijn kreeg mijn moeder inmiddels via de huisarts ‘morfinepleisters’ voorgeschreven.
Geleerd van de eerdere poging om een en ander gekoppeld te krijgen, hield ik me maar stil over de vraag waarom mijn moeder op maandag een belafspraak kreeg voor haar schouder. Terwijl ze op donderdag in hetzelfde ziekenhuis een afspraak had bij een andere arts. En de daaropvolgende dinsdag voor dezelfde ‘schouderspecialist’ naar de pijnpoli moest komen voor haar knie.
Niet om de hoek
Mijn 91-jarige moeder heeft bij al deze afspraken mijn aanwezigheid nodig. Wij wonen, met de auto, ruim een half uur verderop. Ook het ziekenhuis is in een andere plaats dan waar mijn moeder woont. Maar goed, als de pijn maar verholpen wordt.
En dat was dus gisteren. Dachten we. De arts keek door haar broek en haar kousen naar de knie en constateerde, net als de huisarts eerder, dat een injectie tegen de pijn de juiste remedie was. Mijn moeder, helemaal blij, wilde haar lange broek al uittrekken, maar… die spuit kon niet meteen gegeven worden. Daar moest een nieuwe afspraak voor komen. Dat werd 26 juni.
Waarom?
Toen kon ik me niet meer stilhouden. Ik vroeg: waarom? Waarom een apart schoudertraject en een apart heuptraject? En waarom per traject een intake, een moment van zien (niet echt begrepen waarvoor) en een behandelmoment (met aansluitend nog controlemomenten al dan niet telefonisch)? Alles los van elkaar. Waarom niet gekoppeld? Waarom niet efficiënter voor alle betrokkenen? Antwoord: dat mag niet van de zorgverzekeraar.
Na enig doorvragen bleek het vooral een centenkwestie. Als ze het belmoment gekoppeld zouden hebben aan het moment van het zien van de knie, zou een van de twee niet betaald worden. Een intake gekoppeld aan het zien-moment zou ook niet betaald worden. Ik stelde nog voor om dan gewoon twee afspraken op één dag te maken met een paar patiënten ertussen. Immers, dan hoefden wij maar één keer kosten te maken en onnodige uitstoot voorkomen. Nog afgezien van de kostbare tijdsverspilling van mijn moeder en mij. Maar ook dat kon niet. Dat doen we zo niet.
Het mag niet, zo doen we het niet
Gefrustreerd belde ik wat rond naar andere pijnpoli’s. Toen werd mij duidelijk dat er ook nog gewerkt wordt met heupdagen, kniedagen en… Ik zag een derde traject al opdoemen. Op mijn ideeën om het anders te organiseren kreeg ik opnieuw het antwoord: het mag niet van de zorgverzekeraar.
Als laatste heb ik me tot de zorgverzekeraar gewend. Inderdaad de contracteringsafspraken hielden het tegen. Ik was verbijsterd. Moet dit ‘Passende zorg’ zijn? Is dit ‘Samen werken aan gezonde zorg?’. Ik heb hen aangeboden om te helpen met veranderen. Ben benieuwd…
Door Lineke Verkooijen, werkzaam geweest als verpleegkundige, docent en lector. Ze is gepromoveerd op Ondersteuning Eigen Regievoering (OERmodel) en gespecialiseerd in het ‘anders organiseren’ van de langdurige zorg
Kritische geluiden worden pro forma door sommigen omarmd;
De werkelijkheid blijkt helaas anders:
https://gijsvanloef.nl/2024/04/03/hypothese-de-overheid-probeert-het-mislukken-van-de-marktwerking-in-de-zorg-te-verhullen/
https://beroepseer.nl/blogs/waarom-ons-zorgverzekeringsstelsel-onnodig-duur-is-ruil-het-in-voor-de-slimheidsolidaire-zorgverzekeraar-3-0/
Beste Lineke, waar je hier tegen aanloopt heet ‘perversiteiten’. In dit geval ‘zorgperversiteiten’.
Google even ‘beroepseer’en ‘Hans van der Schaaf’ en je vindt twee artikelen die samen antwoord geven waarom dit zo gaat. Het wordt meer dan tijd dat dit ‘perversiteiten-probleem’ maatschappelijk in beeld komt. Niet alleen in de zorg.