Het coalitieakkoord laat precies zien waarom de inzet op preventie te vrijblijvend was, is en vermoedelijk zal blijven. Het staat er veelbelovend: “Preventie meer centraal, inclusief sport en bewegen, om de gezondheid te verbeteren, gezondheidsverschillen te verkleinen en de zorgvraag te beheersen.” Maar hoe dat te realiseren door tegelijkertijd te bezuinigen?
Is geld belangrijker dan gezondheid? Daar
Ook een nieuwe regering gaat zijn tanden stukbijten op de Zorg. Het pas tien jaar geleden in Den Haag weer teruggevonden begrip preventie, waar de overheid voor zichzelf kennelijk ook weer een taak voor gesteld heeft, kan niet bogen op een goede inhoudelijke opbouw. Dan blijft het dweilen met de kraan open!
Preventieplannen, Preventieakkoorden, Sportakkoorden zullen geen van alle waar gaan maken, wat ze lijken te beogen, als niet eerst en gezamenlijk besef komt, dat het het verlies van preventiekennis en preventiekracht bij het opgroeiende kind is, wat ons ook hier geleidelijk de afgelopen 60 jaar naar dit dieptepunt gebracht heeft. Zelfs de meest eenvoudige oekaze uit de Gezondheidsleer, dat je baby’s nooit te vroeg, te veel ( al dan niet los) in zittende houdingen moet brengen voordat ze sterk genoeg zijn, dat het ze het zelf kunnen, wordt al een halve eeuw door iedereen met voeten getreden. Natuurlijk de auto, de TV en steeds minder buiten spelen startten de “zitpandemie”, om daarna door niets of niemand meer afgeremd te worden. Nu beleven we in de jeugd al onbeheersbare problemen en chroniciteit ( VerweyJonkerInstituut rapport 2019) op lichamelijk en neurocognitief vlak door de intensivering van het zitten en de oplopende digitale pulpverslaving. Maar naast het goed inregelen van gezondheid in de groeifase dient ieder mens zich ervan bewust te zijn, dat je ten alle tijden zelf je preventieve onderhoud zult moeten waarborgen. Of dit nu dagelijkse gymnastiekoefeningen of yoga is of zorgen voor alternatieven voor ons passieve zitten, het kan van overheidswege gestimuleerd en gefaciliteerd, maar ook afgedwongen worden.
Sterker nog, alle preventiekracht uit het Onderwijs om die ontwikkeling naar gezonde vorm en functie ( houding, flexibiliteit, motorische bekwaamheid) werd vanaf die zelfde 60er jaren afgebouwd door de schoolbanken weg te doen en het vak gymnastiek van zijn preventiedoelen te ontdoen. Allemaal om het “leuker” te maken. Maar leuk en lekker zijn niet perse gezond.
Op 12 juni op het grote orthopedencongres in Rotterdam (NOF NOV) voor het eerst in 60 jaar de bekende relatie hoe het vroege en vele zitten van het kind tot onherstelbare veranderingen in vorm (houding) en functie (stijf, te korte spieren) leidt, kunnen brengen. Het brengt de juiste etiologie hoe we in de westerse maatschappijen toch aan de onbeheersbare tsunami aan rugproblemen , artrose en blessures aan het komen zijn. Ons leger is nu de kanarie in de volksgezondheid: ze kunnen op geen enkele manier meer voldoende sterke jeugd binnen krijgen en de uitval in de opleidingen is in 30 jaar ook van 6 naar 60% gestegen. Onze jeugd trekt het niet meer om met een onvoldoende goed ontwikkeld lichaam en een daaraan hangend gebrek in mentale weerbaarheid tot duurzame inzetbaarheid te komen.
Met een onvoldoende gezonde jeugd zal ook de toekomst van onze economie niet meer rooskleurig kunnen worden, als niet maximaal wordt ingezet met wetgeving en investeringen om de grote gevolgen van sedentair en beeldschermverslavend gedrag te gaan bestrijden.
Dan krijg je vanzelf weer voldoende duurzame inzetbaarheid, ook bij het zorgpersoneel. Een “Delta-commissaris” voor de volksgezondheid zal zich met alle vier de ministeries waar de problemen vanuit de jeugd nu tot hoge kosten leiden, goed moeten verstaan (OCW, VWS, SZW, Defensie)