Artikel bewaren

U heeft een account nodig om artikelen in uw profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Opinie: Sociale ziekenhuiszorg moet de standaard worden

Bij sociale ziekenhuiszorg worden afspraken gemaakt over het signaleren en samenwerken met partijen in het sociaal domein. Dat moet de standaardzorg worden, aldus Sanne van Eerden en Eric Steegers. "Er wordt (te) weinig gekeken naar de sociale risico’s en psychische factoren die bijdragen aan het ziekteproces van een patiënt."
Sanne van Eerden (foto door Bert Muller) en Eric Steegers

Iedere baby huilt, maar sommigen net iets meer dan anderen. Of beter gezegd: een stuk meer. Bij 95 procent van deze zogeheten ‘huilbaby’s wordt geen oorzaak gevonden die om een medische behandeling vraagt. Toch komen huilbaby’s regelmatig in het ziekenhuis terecht doordat professionals zoals jeugdverpleegkundigen en huisartsen er niet goed uitkomen.

Het St. Antoniusziekenhuis probeert het aantal opnames van huilbaby’s terug te dringen. Via een integraal netwerk worden onder andere jeugdverpleegkundigen geschoold in het herkennen van alarmsignalen en het aanleren van troosttechnieken bij ouders. Er worden duidelijke afspraken gemaakt over wie welke rol pakt, hoe onderling wordt afgestemd en over betrouwbare informatievoorziening richting ouders. De eerste uitkomsten laten zien dat deze aanpak leidt tot minder ziekenhuisopnames van huilbaby’s.

Goede zorg is sociale zorg

Het voorbeeld van de huilbaby’s illustreert een probleem dat veel breder speelt. In onze ziekenhuizen zien we vaak mensen met problemen op sociaal vlak, bijvoorbeeld psychische stress door armoede, slechte leefstijl, schulden of gebrek aan een steunend netwerk. We weten dat leefstijl en de sociale omgeving een belangrijke determinant is bij het ontstaan van ziekte en het succes van een behandeling.

Vanuit ziekenhuizen wordt echter vooral naar medische oorzaken en behandelingen gekeken. Er wordt (te) weinig gekeken naar de sociale risico’s en psychische factoren die bijdragen aan het ziekteproces van een patiënt. Die wordt teruggestuurd naar dezelfde ziekmakende omgeving en krijgt niet de goede zorg die hij of zij (nog meer) nodig heeft om beter te worden of te blijven. Voor zowel de zowel patiënt, het ziekenhuis als de samenleving is dit een gemiste kans met grote nadelige gevolgen.

Het ziekenhuis als belangrijke signalerende en verbindende speler

Hoe kan het dan anders? We moeten een ziekenhuisbezoek gaan zien als een moment dat kansen biedt om patiënten beter te helpen op alle facetten waarop dat nodig is. Hoe? Door ook in te zetten op hulp voor leefstijlproblematiek, sociale en psychische klachten en kwetsbaarheden. Een bezoek aan het ziekenhuis is vaak hét moment waarop iemand openstaat voor hulp, en de witte doktersjas kan op een informatieve, niet bedreigende manier bespreekbaar maken wat er volgens hem/haar nodig is.

Deze kans kunnen we alleen verzilveren als ziekenhuizen proactief de samenwerking met partijen uit het sociaal domein aangaan. Dokters en andere medisch professionals hebben een verantwoordelijkheid in het signaleren van niet-medische risico’s en moeten vervolgens eenvoudig de juiste hulp kunnen inzetten zonder die zorg zelf te moeten geven.

Dat vraagt om afspraken vanuit het ziekenhuis met zowel lokale overheden als welzijnsaanbieders over:

  1. Juiste zorg op de juiste plek: hoe zorgen we dat er niet alleen wordt gekeken naar de medische problematiek en er alleen aandacht is voor medische interventies?
  2. Juiste zorg op de juiste plek: hoe helpen we patiënten vanuit zowel het medische als het sociale domein zoveel mogelijk in hun eigen omgeving en andere plekken waar zij komen? Met als uiterste optie in het ziekenhuis.
  3. Juiste zorg op de juiste plek, door de juiste professional: wie heeft welke verantwoordelijkheid wanneer leefstijl of sociale kwetsbaarheden zijn gesignaleerd?

Kortom: de netwerkzorg met partijen uit het sociaal domein moet stevig staan. Anders lopen ziekenhuizen het risico dat hun toch al steeds krappere capaciteit opgaat aan (steeds terugkerende) inzet die eigenlijk te voorkomen en/of verplaatsen was geweest. Met als gevolg dat ze patiënten die de medische zorg het hardst nodig hebben straks niet goed meer kunnen helpen.

Sociale ziekenhuiszorg: voorbeelden in de eerste 1.000 dagen

Gelukkig zijn er steeds meer voorbeelden van samenwerkingsinitiatieven die goed lopen en bemoedigende resultaten laten zien. Bijvoorbeeld waar het gaat om het terugdringen van gezondheidsverschillen die in de baarmoeder ontstaan, onder andere als gevolg van armoede. Dergelijke sociale kwetsbaarheden leiden aantoonbaar tot een aanzienlijk groter risico op babysterfte maar ook op vroeggeboorte, een laag geboortegewicht met resulterende ziekten later in het leven.

In het leertraject ‘Sociale geboortezorg in het ziekenhuis (en eruit!)’ werken ziekenhuizen samen met onder andere de jeugdgezondheidszorg en welzijnsorganisaties aan integrale netwerken of poli’s (al dan niet in de wijk) vanuit het medisch en het sociaal domein. Een landelijk expertisenetwerk ‘publiek privaat partnerschap Kansrijke start’ binnen het topsectorenbeleid, gericht op onderzoek en ontwikkeling in de praktijk, faciliteert de inzet op toekomstbestendige (netwerk)zorg.

Een maatschappelijke kosten- en batenanalyse in Den Haag met onder andere het Haga Ziekenhuis laat zien dat deze samenwerking naar verwachting professionals uit zowel het medisch als sociaal domein tijd scheelt. Het is financieel interessant voor alle partijen én leidt tot betere zorg aan patiënten, omdat die beter geholpen worden bij sociale problemen.

Van de ‘happy few’ naar een nieuwe zorgstandaard

Integrale samenwerking zoals hierboven geschetst klinkt simpel, maar is niet eenvoudig te realiseren. Het sociaal domein is op een andere schaal georganiseerd (en dit kan soms per wijk verschillen), de sociale kaart is vaak beperkt bekend bij professionals in het ziekenhuis en het handelend kader verschilt fundamenteel als het gaat om aansturing, bekostiging, kwaliteitseisen, verantwoording en ‘zachte’ aspecten zoals taal en de manier waarop professionals gewend zijn om samen te werken.

Het risico is dat deze netwerksamenwerkingen voorbehouden zijn aan de ‘happy few’: daar waar een aantal bevlogen professionals en intrinsiek gemotiveerde bestuurders uit medisch en sociaal domein de handen ineen slaan en waar toevallig al een goede basisinfrastructuur ligt, waar op voortgebouwd kan worden.

Wij pleiten er daarom voor dat dat sociale ziekenhuiszorg, oftewel het maken van afspraken over signaleren en samenwerken met partijen uit het sociaal domein, standaardzorg wordt. Dat betekent: borging in richtlijnen, protocollen, kwaliteitsvisitaties, inkoopbeleid van zorgverzekeraars, opleidingen en bijscholingen. Een landelijk convenant ‘Sociale ziekenhuiszorg’ kan helpen om dit noodzakelijke streven de nodigde urgentie mee te geven. Alleen dan kunnen we echt gaan toewerken naar goede, toekomstbestendige zorg voor iedereen.

Door Sanne van Eerden, adviseur bij Andersson Elffers Felix en begeleider van de Landelijke coalitie Kansrijke start, en Eric Steegers, gynaecoloog, afdelingshoofd Verloskunde en Gynaecologie Erasmus MC

Geef uw reactie

Om te kunnen reageren moet u ingelogd zijn. Heeft u nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.