Het zijn vooral leidinggevenden die het oneens zijn met de stelling. En aangezien zij onze doelgroep vormen, gaan ‘eens’ en ‘oneens’ hier opvallend gelijk op.
“De zorgsector kan niet zonder zzp’ers, zeker niet in de deze tijd van krapte”, stelt een bestuurder. “Wat aangepakt moet worden is het maximum tarief van zzp’ers.” Daarmee refereert hij aan het feit dat zzp’ers doorgaans aanmerkelijk hogere tarieven kunnen uitonderhandelen dan hun collega’s in vaste dienst kunnen verdienen.
“Meer risico bij de zorgaanbieder kost uiteindelijk de zorg meer geld”, schrijft een adviseur in de ouderenzorg. “Dus nee, dit is geen middelvinger naar vast personeel, dit is een noodgreep om voldoende personeel beschikbaar te houden en het financiële risico te beperken.”
Vorige eeuw
“De FNV leeft nog in de vorige eeuw”, schrijft een bestuurder in de ggz. “Het aantal zzp’ers blijft toenemen en hoe zou dat toch komen? (…) Het zou de vakbond sieren om eens na te denken over de huidige ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en wat mensen echt willen. (…) En nu we toch bezig zijn: voor uitzendbureaus geldt eigenlijk hetzelfde.”
Tot slot een anonieme reactie: “Dat de FNV-bestuurder het een ‘dikke vinger’ naar vast zorgpersoneel vindt, daarmee lijken ze hun eigen probleem te bedekken. Want het lukt FNV al jaren niet om verbetering te krijgen in de werkomstandigheden in de zorg; de uitstroom neemt toe en de instroom daalt, het ziekteverzuim stijgt, de werkdruk wordt hoger en het werkplezier neemt af. Van wie krijgen zorgprofessionals nu feitelijk een dikke vinger?”
Continuïteit
De nadelen van het werken met zzp’ers worden vooral genoemd door mensen die op de werkvloer staan: ‘Hoewel de inzet van een flexibele schil voor de instelling voordelen biedt, verstoort de inzet van zzp’ers de balans op de werkvloer’, schrijft een anesthesiemedewerker. “Deze verstoring betreft het loongebouw op de afdeling. Ook de continuïteit staat onder druk. Het verloop onder zzp’ers is groot en als zij wel langdurig in een instelling verblijven laat de vraag zich stellen of zij niet gewoon in loondienst behoren te komen. In mijn instelling is er veel sprake van hybride collega’s. Zij blijven twee dagen in dienst van het ziekenhuis en verhuren zich de andere twee of drie dagen als zzp’er. Ook is er geen controle op arbeids- en rusttijden van zzp’ers. Dit ondermijnt hun gezondheid en is een potentieel risico voor de kwaliteit van zorg. Tot slot merk ik op dat zzp’ers zich voor de Belastingdienst als ondernemers kunnen profileren. De vraag laat zich stellen of dit terecht is.”
Een cliëntenraadslid in de gehandicaptenzorg vult aan: “De zzp’ers vullen aan maar nemen nooit alle taken en verantwoordelijkheden over en zijn bovendien niet betrokken voor de dag van morgen. Een erg slechte ontwikkeling. Het is mensenwerk. Prima wanneer zzp’ers in een supermarkt willen werken, maar het is een ontzettende treurige ontwikkeling voor patiënten en cliënten in de WLZ. Geen probleem wanneer ze een kleine flexibele schil vormen, of zich committeren voorlange tijd. Maar dat gebeurt te weinig. Er zijn groepen waarbij meer zzp’ers werkzaam zijn dan vast. Vast personeel voelt zich terecht tekort gedaan door deze ontwikkelingen.”
Een ‘partner van een cliënt’ tot slot heeft nog een nabrander: “Zzp’ers zijn op zoek naar de snoepjes van de zorguren!”
Beperkte flexibele schil
Het slot is voor de stem van de rede, verwoord door iemand die zich belangenbehartiger noemt: “In veel gevallen werken zorgaanbieders het liefst met vast personeel en zijn zzp’ers meer dan welkom om vast in dienst te komen. Een flexibele schil is nodig maar als er voldoende vast personeel is, waaronder ook een flexibele groep, is deze beperkt en kunnen er daarnaast nog uitzendkrachten of zzp’ers ingezet worden. Op dit moment heeft de zorg de zzp’er hard nodig en in de toekomst…”
Zorgvisie houdt regelmatig een poll om de meningen van bestuurders, managers en zorgprofessionals te vragen. Op basis hiervan verschijnt een artikel op de website. Het is met nadruk een peiling en dus zeker geen wetenschappelijke bijdrage.