Maar hoe? Hoewel artificiële intelligentie (AI) en digitalisering kansen bieden om regeldruk te reduceren, zijn ze zeker geen heilige graal. De administratie in de zorg heeft zich ontwikkeld tot een Gordiaanse knoop die niet meer is te ontwarren, maar moet doorgehakt. Is AI de hakbijl van het digitale tijdperk? Ik denk van niet. Drie risico’s liggen op de loer.
Te hoge verwachtingen
Ten eerste: de verwachtingen zijn te hoog gespannen. AI kan veel, zoals patiëntendossiers automatisch samenvatten of medische brieven genereren. Maar er is meer nodig: een fundamentele keuze over waarover we verantwoorden en met welk doel. Dan gaat het over de mate van vertrouwen die we toekennen aan zorgprofessionals en hoe we omgaan met risico-aversie. Te vaak wordt technologie als quick fix gezien voor grote maatschappelijke problemen. Maar een tech fix bestaat niet. De zorg heeft een grondiger aanpak en lange adem nodig om de balans te vinden tussen technologie en menselijkheid.
Selectie en discriminatie
Ten tweede bestaat het risico van selectie en discriminatie. AI creëert zelflerende systemen. Dat doen ze op grond van gegevens die wij er in stoppen, maar de resultaten kunnen onverwacht zijn. Recentelijk maakte DUO bekend dat algoritmes die tien jaar geleden zijn ontwikkeld om fraude met studiebeurzen op te sporen, onbedoeld hebben geleid tot onevenredige controle van studenten met een migratieachtergrond. Discriminatie dus. Zelflerende systemen kunnen, zeker bij toch al kwetsbare patiënten, leiden tot ongelijke behandeling.
Regels voor bezit
En last but not least: wie krijgt beschikking over alle gegevens? De grote techbedrijven? Dat lijkt me niet de bedoeling. Dit moet goed geregeld worden aan de voorkant. De huidige juridische kaders zijn vooral gericht op het verzamelen en delen van gegevens, maar er moet meer aandacht komen voor het bezit en gebruik ervan.
AI kan kortom een belangrijke rol spelen in het verminderen van regeldruk, maar ondoordacht gebruik leidt op z’n best tot het losmaken van enkele draden uit de knoop. Om deze daadwerkelijk door te hakken, hebben we allereerst een heldere visie nodig op de samenhang tussen techniek, professionaliteit en menselijke zorg.
Door Jet Bussemaker, voorzitter van de Raad voor Volksgezondheid & Samenleving en hoogleraar bij het LUMC en de Universiteit Leiden
AI wordt vaak als doel op zich gezien in plaats van als middel om werkprocessen te ondersteunen. De technologie biedt zeker kansen om administratieve lasten te verlichten, maar het moet vooral als een hulpmiddel dienen dat zorgprofessionals faciliteert in hun werk. Om daadwerkelijk stappen te zetten, moeten we ons mijns inziens niet alleen richten op de implementatie van nieuwe technologieën, maar ook op een fundamentele heroverweging van het doel en de noodzaak van administratieve processen zelf.
Het is essentieel om kritisch te blijven op de vraag waarom al deze administratie nodig is en of deze werkelijk bijdraagt aan de zorgkwaliteit. Alleen door regelmatig terug te keren naar deze basis en te reflecteren op het oorspronkelijke doel, kunnen we een evenwicht vinden tussen het benutten van technologie en het behouden van de menselijke kant van de zorg.