Ik heb in mijn werk altijd de afhankelijkheidsrelatie tussen een zorgvrager en zorgverlener benadrukt. De zorgvrager is afhankelijk van de zorgverlener. En zeker in deze tijd, met soms lange wachttijden en een tekort aan zorgverleners, niet andersom. In theorie kun je nog betogen dat er sprake is van een wederzijdse afhankelijkheid, maar dat is toch niet hoe zorgvragers het in de praktijk veelal ervaren.
Wees blij
De situatie van een zorgvrager en een zorgverlener is dus allesbehalve gelijk. En dat lijkt alleen maar erger te worden. Je mag als zorgvrager blij zijn dat je zorg krijgt. Betekent dit dat we meer en meer moeten (gaan) accepteren als er niet naar zorgvragers geluisterd wordt? Immers de essentie van een goede dialoog is de bereidheid om echt naar elkaar te luisteren.
Wellicht verklaart het niet geloven in de dialoog bij een fundamenteel machtsverschil het geweld tegen zorgverleners. Dat biedt een weinig bemoedigend beeld. Zeker voor de toekomst. Bussemaker adviseert om tegenspraak te organiseren: geef ruimte aan verschillende perspectieven. Luister naar de professionals en geef ruimte voor veranderingen op basis van hun kennis.
Ervaringskennis
Bussemaker komt tot deze conclusie in een pleidooi om niet alleen wetenschappelijke kennis, maar ook meer kennis van professionals en ervaringskennis te gebruiken om de huidige en toekomstige uitdagingen in zorg en welzijn het hoofd te bieden. Ik onderschrijf dat van harte. Ik weet echter niet of tegenspraak organiseren bij professionals de juiste actie is. Zelf zou ik die eerder bij de zorgvragers zoeken. Nodig zorgvragers, individueel en/of als groep, steeds uit om aan te geven waar voorgenomen beleid of huidige werkwijzen onbedoeld belemmerend zijn voor hen. Alleen dan kom je bij de blinde vlekken van professionals en beleidsmakers.
‘Bevorderend’
Ik bepleitte dat laatst ook op een bijeenkomst. Een professional reageerde met: onbedoeld belemmerend is zo negatief geformuleerd. Ik zou het positiever willen benoemen: bevorderend. Helaas zal dat niet werken. Iedereen in de zorg is altijd bezig om het goede voor de patiënt/cliënt te doen, in termen van bevorderend. Als zorgverlener en zorgvrager beiden focussen op de bevorderende dingen, blijven de blinde vlekken bestaan.
Net als Bussemaker ben ik ervan overtuigd dat je, als zorgverlener en zorgvrager, niet samen aan de goede dingen kunt werken vanuit dezelfde positie, vanuit hetzelfde perspectief. En zolang dit wel gebeurt, vrees ik met Hutak dat een echt goede dialoog, waarin beide partijen naast het bevorderende ook het onbedoeld belemmerende willen horen, niet mogelijk is.
Door: Lineke Verkooijen, werkzaam geweest als verpleegkundige, docent en lector. Zij is gepromoveerd op Ondersteuning Eigen Regievoering (OERmodel) en gespecialiseerd in het ‘anders organiseren’ van de langdurige zorg.