Voor de meesten van ons zijn hoge zorgkosten een probleem van de overheid. Of van de verzekeraars. Maar niet van mij. Zoals Paul Schnabel, voormalig directeur van het Sociaal Cultureel Planbureau, de toestand van Nederland samenvatte: ‘Met mij gaat het goed, maar met ons gaat het slecht.’
Eigen bijdrage
In Singapore is dat anders. Een probleem van de overheid is ook jouw probleem. Want je voelt het direct in je eigen portemonnee. Weliswaar wordt ook hier een fors deel van de zorgkosten vergoed via premies, maar er is altijd een aanzienlijke eigen bijdrage. Als je met je kind naar de spoedeisende hulp van mijn ziekenhuis komt, betaal je eerst 103 dollar. Nog voor je een dokter hebt gezien. Toch komen er iedere dag zo’n zeshonderd kinderen. De belastingen zijn laag en met een goede studie en hard werken is het goed mogelijk vermogen op te bouwen.
De prijs die de samenleving als geheel daarvoor betaalt is grote ongelijkheid. ‘Met ons gaat het goed.’ Maar met mij gaat het of heel goed, of heel slecht. Ongelijkheid wordt voor een belangrijk deel uitgedrukt in geld. Dat is dan ook een populair onderwerp hier. Of het nu de prijs is van een bord rijst met kerrie, de huur van je huis of een nieuwe jas. En als iemand vertelt over een recent doktersbezoek is de meest waarschijnlijke wedervraag van het meelevende familielid: ‘how much?’
Thuiszorg is mantelzorg
In Nederland geven we 18 procent van het bruto nationaal product uit aan zorg. In Singapore is dat volgens de officiële cijfers ongeveer 4 procent. De gezondheidszorg is hier vooral gericht op al dan niet acute ziekenhuiszorg. Ook chronisch zieken bezoeken het ziekenhuis, terwijl een verpleegkundige in de eerstelijn of een verzorgende thuis die zorg beter en goedkoper kan geven. Maar die zorg bestaat nog vrijwel niet.
Formele ouderenzorg is er nauwelijks omdat meerdere generaties traditioneel samen in een huis wonen. Thuiszorg betekent vooral dat een familielid voor je zorgt, of een buitenlandse helper. In de instellingen die er zijn, ligt de meerderheid van de ouderen de hele dag in bed op zaal.
Kansen voor Nederland
Nu ook Singapore hard vergrijst en in toenemende mate te maken krijgt met aandoeningen als dementie en parkinson wordt dat een groot probleem. Ook de toekomst van de gezondheidszorg in het rijke Singapore loopt groot gevaar.
Bingo: hier zie ik grote kansen voor Nederland. Wij hebben Azië en de rest van de wereld immers een schat aan ervaring te bieden. De manier waarop wij de afgelopen vijftig jaar hebben gepionierd met tafeltje-dekje, groene, rode en witte kruizen, wijkverpleegkundigen, verpleeg- en verzorgingshuizen en woonzorgcentra. Niet te vergeten de transmurale afdelingen en transferverpleegkundigen, geïntegreerde huisartsenposten, activiteitenbegeleiders, ketenzorg, geriatrische afdelingen en kleinschalige aanleunwoningen. Om nog maar te zwijgen van CIZ, AWBZ, pgb en Wmo. Vandaag krijgen de meeste Nederlanders hoofdpijn van deze woorden. Maar we moeten niet vergeten dat we met deze concepten voorop liepen en lopen in de wereld.
Zelfstandigheid behouden
Een paar weken geleden gingen vertegenwoordigers van vier Singaporese ouderenzorginstellingen daarom naar Nederland. Om te leren van de Nederlandse aanpak voor zorg aan dementiepatiënten. Ze waren in het bijzonder gecharmeerd van dementiedorp De Hogeweyk in Amsterdam, waar ouderen onder enig toezicht zelfstandig leven, zelf koken en onderling activiteiten ondernemen.
De toenemende rijkdom en het feit dat je alles te koop is hebben de zelfredzaamheid in Singapore verschraald. Dat geldt voor kinderen die amper meehelpen in het huishouden omdat daarvoor een helper is. Maar ook voor ouderen die dezelfde betaalde hulp inschakelen, en daardoor zelf niet actief blijven waardoor de nog aanwezige mentale weerbaarheid bij dementie verder afneemt.
Export van onze zorg
Mijns inziens liggen hier grote kansen voor Nederland. Er is al een aantal goede voorbeelden van export van onze zorg. Thuiszorgorganisatie Buurtzorg werkt nu ook in Japan en Zweden. Het Nijmeegse ParkinsonNet, een integrale zorgaanpak voor parkinsonpatienten, zit inmiddels ook in de Verenigde Staten. En voor de Zeeuwse Huiskamer, een initiatief waarbij bewoners in Rilland en ’s-Heer Hendrikskinderen langer zelfstandig wonen met behulp van slimme technologie, is belangstelling vanuit Engeland.
Op het gebied van waterbeheer en voetbal zijn we al wereldberoemd. Als we onze zorginnovaties op vergelijkbare manier internationaal vermarkten en de opbrengsten terugvloeien naar de zorg, wordt niet alleen de Nederlandse patiënt daar beter van. Het werk voor alle hardwerkende zorgmedewerkers wordt ook leuker. En misschien wordt die 18 procent ook gehalveerd. En dan gaat het goed, zowel met mij als met ons.
Dirk de Korne is deputy director bij KK’s Women’s & Children’s Hospital in Singapore
Deze blog verscheen eerder in Reformatorisch Dagblad