De arbeidskrapte in zorg en welzijn is groot. Zij-instromers zijn dan ook meer dan welkom om de werkdruk te verlichten. Jaarlijks zetten circa 25.000 zij-instromers deze stap en het is belangrijk om hen voor de sector te behouden. Pensioenfonds Zorg en Welzijn (PFZW) was daarom benieuwd naar hoe zij hun begeleiding en werk in de praktijk ervaren. Een onderzoek onder bijna 2.500 zij-instromers die inmiddels een á twee jaar in diverse deelsectoren werken, gaf hier veel duidelijkheid over.

Sterke intrinsieke motivatie

De motivatie van zij-instromers om de overstap te maken draait om de inhoud van het werk, meer voldoening, het gevoel zinvol werk te leveren en het contact met cliënten/patiënten. Zij-instromers geven aan dat zij op zoek waren naar betekenisvoller werk en een bijdrage willen leveren aan de maatschappij. Velen komen uit andere sectoren zoals horeca, onderwijs en detailhandel. Ervaringen van anderen met het werken in de sector waren een belangrijke factor. Ook de aanmoediging van familie en bekenden om deze stap te zetten wordt vaak genoemd. Verder spelen werkzekerheid, betere arbeidsvoorwaarden en werk-/privébalans een rol.

Enthousiast over nieuwe werk

Veel zij-instromers zijn enthousiast over het werk bij de nieuwe werkgever. Gemiddeld beoordeelt men het werk bij de nieuwe werkgever met een rapportcijfer 7,8. In driekwart van de gevallen bevalt het werk zelfs beter dan verwacht. Dit komt onder andere doordat de werkomstandigheden beter zijn en het werk meer voldoening geeft. De redenen om in te stromen blijken ook de aspecten die tot nu toe goed bevallen. Daarnaast worden het contact met collega’s en de werksfeer als positief ervaren. Aspecten die minder goed bevallen, hebben vooral te maken met het tegenvallende inkomen en de hoge werkdruk door onder andere personeelstekort en onregelmatige diensten.

Positief over begeleiding, soms ook kritisch

Driekwart van de zij-instromers is positief over de begeleiding die men bij de start van de nieuwe baan kreeg. Hierbij gaat het vooral om de persoonlijke hulp van collega’s. De meerderheid was binnen een maand volledig inzetbaar en beoordeelt de gestelde eisen in het eerste half jaar als precies goed. Het kwart dat kritisch is over de begeleiding noemt vaak het ontbreken van een gestructureerd programma, het gebrek aan persoonlijke begeleiding en de communicatie over verwachtingen.

Graag willen blijven

Goed nieuws is ook dat verreweg de meeste zij-instromers de komende jaren bij de huidige werkgever willen blijven werken. Slechts 8% geeft aan de komende twee jaar te willen vertrekken. Zij-instromers lijken daarmee behoorlijk loyaal. Verder stelt de overgrote meerderheid (90%) van de zij-instromers dat zij (zeer) goed in staat zijn om het werk in de sector vol te houden.