26 procent van de volwassen Nederlanders had in de afgelopen twaalf maanden te maken met een psychische aandoening. Dat zijn zo’n 3,3 miljoen mensen. En dus is het niet gek dat de druk op de huisartsen en geestelijke gezondheidszorg (ggz) toeneemt. De wachtlijsten worden langer. Tot frustratie van de wachtenden, maar ook van zorgprofessionals én gemeenten, die via onder meer de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en de Jeugdwet een belangrijke rol spelen in de ggz.
Niet te snel naar de professional
En dat terwijl we de druk op de huisartsen en ggz op een vrij eenvoudige manier kunnen verlichten. Tot op zekere hoogte ben ik het eens met Vincent Karremans, de staatssecretaris Jeugd, Preventie en Sport. Hij stelde onlangs in NRC dat we niet gelijk naar een professional moeten rennen als het even tegenzit in het leven. Dat was wellicht wat kort door de bocht. Maar ik vind wel degelijk dat wij als maatschappij moeten leren om zelf actiever aan de slag te gaan met mentale problemen. Wij mensen kunnen namelijk best veel, vaak meer dan we denken.
Alleen: je moet mensen wel helpen als je wil dat ze meer eigen regie nemen over hun mentale gezondheid. Het aanbod is namelijk enorm. Wie gaat googelen, komt bij aanbieders terecht die hun marketing het best op orde hebben. En wie op social media kijkt, kan zomaar in de ‘val’ trappen van zelfhulpgoeroes met dubieuze bedoelingen.
Unieke pilot in Limburg
Bijna 50 procent van de Nederlandse huisartsen werkt met Evie. Deze gemeenten verwijzen patiënten naar het platform en bieden via Evie ook online behandelingen aan, welke begeleid worden door huisarts of poh-ggz. Alleen, dan hebben die mensen reeds zorg gekregen. Terwijl we dat juist willen voorkomen waar dat mogelijk is. Daarom ben ik erg blij met de vijf Noord-Limburgse gemeenten die een eerste stap hebben gezet in publieke preventie. Venlo, Horst aan de Maas, Venray, Beesel en Peel en de Maas zijn de eerste Nederlandse gemeenten die, samen met lokale huisartsen, actief en stelselmatig hun inwoners wijzen op de mogelijkheid om zelf aan de slag te gaan met hun mentale gezondheid. Dat doen ze via een grote publiekscampagne op online en offline kanalen.
Ik heb zeer hoge verwachtingen van deze preventieve infrastructuur. Ik geloof oprecht dat we de instroom in de huisartsenzorg en ggz flink kunnen verlagen als mensen tijdig zelf actie ondernemen met betrouwbare tools. Een slechte slaper kan misschien al geholpen zijn door één podcast te luisteren. Iemand met stress kan wellicht weer even vooruit na een video met goede ademhalingsoefeningen. Voor een ander werkt een achtweekse cursus mogelijk beter. Als mensen met ons aanbod niet verder komen of al serieuzere klachten hebben, kunnen ze altijd nog naar de huisarts. Dat blijft onveranderd.
Investeer in preventie
Mijn oproep is dan ook: kom op Nederlandse gemeenten, neem een voorbeeld aan Venlo, Horst aan de Maas, Venray, Beesel en Peel en de Maas. Zij wachten de onderhandelingen over het Integraal Zorgakkoord (IZA) niet af en nemen het heft in eigen hand. Ze investeren bewust in preventie, met als doel om de druk op de zorg te verlichten én grotere mentale problemen voor hun inwoners te voorkomen. Het zorgt tegelijkertijd voor een betere verbinding tussen huisartsen en het sociaal domein. Meerdere gemeenten staan te popelen om ook met preventie van mentale problemen via Evie aan de slag te gaan maar voelen zich nog gehinderd door politieke vertraging vanuit IZA, GALa en SPUK.
Samen kunnen we deze beweging in 2025 uitbreiden. Voor een mentaal weerbaarder Nederland. En voor een lagere druk op onze huisartsen en ggz-medewerkers. Voordat ook zíj te maken krijgen met mentale problemen.
Door Thijs van Kempen, directeur van e-healthplatform voor mentale zorg Evie