Artikel bewaren

U heeft een account nodig om artikelen in uw profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Opinie: Inkoopafspraken kunnen samenwerking zorg en welzijn versnellen

Samenhang en samenwerking tussen zorg en welzijn, tussen eerstelijnszorg en het sociaal domein komt maar moeizaam tot stand. Lokale projecten of vormen van ‘domeinoverschrijdende bekostiging’ leiden vaak niet tot structurele verandering. Het kan ook anders, schrijft Martien Bouwmans.
Martien Bouwmans, zorgstelselkenner en schrijver van Het zorgstelsel ontrafeld
Martien Bouwmans, zorgstelselkenner en schrijver van 'Het zorgstelsel ontrafeld'

Al eerder heb ik bepleit de weg van domeinoverstijgende bekostiging niet te gaan bewandelen. Veel te ingewikkeld. Het verzekeringsstelsel van de Zorverzekeringswet (Zvw) en het gemeentelijk gefinancierde sociaal domein hebben daarvoor veel te veel verschillende uitgangspunten. Die kunnen niet met elkaar in één systematiek geperst worden. Dat hoeft ook niet.

Vaak gaat het ook niet om de hulp- en dienstverlening zélf. Dat is het probleem niet, die is doorgaans goed, met goed opgeleide en deskundige medewerkers. Waar zit ‘m dan wel de kneep?

De lokale samenwerking zou op de werkvloer vleugels kunnen krijgen als de financierende partijen (gemeenten en zorgverzekeraars) vooral bij hun eígen verantwoordelijkheden en taken blijven, niet elkaars werk gaan doen of (mee)betalen, géén ingewikkelde financieringsconstructies gaan afspreken, maar veel meer in een ‘voor wat hoort wat-sfeer’ gaan zitten. Soms investeert de een in wat voor de ander van belang is, dan weer andersom.

Maar nog belangrijker is het organisatorisch op elkaar laten aansluiten van het uitvoerend werk door de gecontracteerde zorgaanbieders. Dat bereiken kan via het afstemmen van elkaars inkoopvoorwaarden.

Contractconsequenties

Ouderenzorg aan huis, vooral bij cliënten met complexe zorgvragen, is een schoolvoorbeeld van wat mis kan gaan. Gebrek aan communicatie en afstemming tussen hulp- en dienstverleners die bij de patiënt over de vloer komen, gebrek aan coördinatie over wie wat doet; wie het aanspreekpunt is voor de cliënt (of diens mantelzorger); wie knopen mag doorhakken als dingen misgaan. Het is een universeel probleem. Men kan het de hulpverleners zelf nauwelijks verwijten. Zij doen vooral hun werk.

Hier zouden zowel gemeenten als zorgverzekeraars in hun inkoopvoorwaarden richtlijnen over moeten opnemen. Instructies over hoe in voorkomende gevallen te handelen, met wie contact kan worden opgenomen bij problemen over en weer… plus regelmatig overleg tussen zorgaanbieders. Denk bijvoorbeeld aan een wekelijks overleg in iedere (grote) huisartsenpraktijk, waar aan de hand van door de zorgaanbieders ingebrachte casussen, per patiënt, afspraken gemaakt worden over bovengenoemde zaken. Gemeenten en zorgverzekeraars betalen daarvoor hún gecontracteerde zorgaanbieders. Omgekeerd geldt als een zorgaanbieder daaraan niet meewerkt, dat in een of andere vorm contractconsequenties heeft.

Kosten jeugdzorg

Ook andere soorten van afstemming tussen gemeenten en zorgverzekeraar zijn mogelijk: in Utrecht zijn afspraken gemaakt over de inzet van poh-ggz in de huisartsenzorg ten behoeve van kinderen. Dat helpt. De gemeente slaagt er zo in, als een van de weinigen in Nederland, de kosten van de jeugdzorg beheersbaar te houden.

Het vraagt extra inzet van poh-ggz, waarvoor de gemeente Utrecht betaalt. Maar waarom eigenlijk? Waarom investeert de zorgverzekeraar daar niet gewoon in? Het zorgt óók voor minder kosten in de ggz. Nu moet dat allemaal geadministreerd worden; extra administratieve lasten. En het schept een belangrijk, ongewenst, precedent. De poh-ggz voor jeugd valt binnen de huisartsenzorg (Zvw), niet in het sociaal domein. De zorgverzekeraar dient dat te betalen.

Afstemming inkoopvoorwaarden

Gemeenten van hun kant klagen vaak weer dat zij moeten investeren in preventie, terwijl de revenuen naar de zorgverzekeraar gaan. Stop daarmee. Voor wat hoort wat. Ga zo besprekingen als gemeente (of regio) met de (primaire) zorgverzekeraar aan.

Zouden gemeenten en zorgverzekeraars lokaal hun energie méér richten op afstemming van elkaars inkoop en inkoopvoorwaarden met hun zorgaanbieders, dan kan de naadloze aansluiting van zorg en ondersteuning op verschillende plaatsen veel beter geregeld worden.

Dat moment is nu: op 1 april moeten zorgverzekeraars hun inkoopbeleid 2026 alweer presenteren. Menig cliëntenbelang staat op het spel.

Door Martien Bouwmans, auteur van Het Zorgstelsel Ontrafeld

Geef uw reactie

Om te kunnen reageren moet u ingelogd zijn. Heeft u nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.