Het Nederlandse zorgstelsel is relatief stabiel. Het door de overheid gereguleerde zorgsysteem heeft diverse doelen: toegang tot zorg voor iedereen, solidariteit via een verplichte en toegankelijke zorgverzekering, goede kwaliteit van zorg, en ziekten voorkomen. Het stelsel kent hiertoe een vijftal stelselwetten. Daarnaast zijn governance en overheidstoezicht gereguleerd via additionele wetten, de Governancecode Zorg 2017 en het Burgerlijk Wetboek.
Bovendien kennen we in Nederland een systeem van intern toezicht op maatschappelijke organisaties. Iedere organisatie heeft hierin haar eigen verantwoordelijkheid die zich in bepaalde mate verhoudt tot toezichthoudende instanties vanuit de overheid. Dit interne toezicht is wettelijk gereguleerd en verder uitgewerkt in statuten en reglementen.
Holistisch gezondheidsstelsel
Hoewel daarmee ons zorgstelsel al jaren bovengemiddeld scoort vergeleken met andere welvarende landen, staat de zorgverlening sterk onder druk door oplopende kosten, een tekort aan zorgmedewerkers en vergrijzing van de bevolking. En eisen onze ongezonde leefstijl en vervuilde leefomgeving, toenemende versnippering van het zorglandschap en beperkende wet- en regelgeving hun tol.
Om toekomstige generaties een zo goed mogelijke gezondheidszorg te kunnen bieden, moeten we toe naar een focus op gezondheid en gedrag in plaats van op ziekte en zorg. Dit betekent het huidige zorgstelsel transformeren naar een holistisch gezondheidsstelsel. Binnen zo’n stelsel is ook oog voor sociaaleconomische omstandigheden, omgeving en bestuurlijk en politiek klimaat.
Omgaan met veranderlijke werkelijkheid
Deze broodnodige transitie lukt alleen met bestuurders die de context begrijpen, visie hebben, voor de lange termijn gaan, en kunnen omgaan met de veranderlijke, onvoorspelbare werkelijkheid. En in die dynamiek hun eigen ego en belangen ondergeschikt maken aan wat werkelijk nodig is.
Raden van toezicht hebben een belangrijke verantwoordelijkheid om ‘next gen’-bestuurders te steunen, te faciliteren, te inspireren en zo nodig in positie te brengen. En daar waar het moeilijk wordt, achter hen te blijven staan. Deze verantwoordelijkheid moeten ze nemen, meer dan nu gebeurt. Dat is pas serieus invulling geven aan de rol van werkgever.
Toezichthouder 3.0
De invulling van het toezicht is daarom cruciaal en essentieel anders dan voorheen. Het gaat in het toezicht in de zorg niet alleen om geïsoleerde kennis. Wat geldt voor bestuurders geldt linea recta voor toezichthouders. De zorg heeft toezichthouders nodig die niet behoudend en risicomijdend zijn, maar progressief, innovatief, toekomstgericht en gezegend met lef. Niet alleen controlerend en kritisch, maar meedenkend, inspirerend en faciliterend. Niet alleen intern gericht, maar gericht op verbinding en samenwerking. Toezichthouders met kennis van de context, die verder kijken en beschikken over nieuwsgierigheid, creativiteit, inventiviteit en durf.
Zie hier het profiel van de toezichthouder 3.0 die bijdraagt aan de transitie van ons zorgstelsel. Welke raad durft deze transitie aan?
Door: Andras Heijink en Beatrice Annot-Mekelenkamp, beiden zijn toezichthouder bij Vogellanden, centrum voor medisch-specialistische revalidatie in Zwolle