Of er sprake is van schijnzelfstandigheid moet per persoon beoordeeld worden. Dat volgt uit de uitspraak van de Hoge Raad over schijnzelfstandigheid bij een taxivervoerder. “Het creëert iets meer duidelijkheid, maar tegelijkertijd kost het een hoop meer werk om te kijken wat voor relatie je als organisatie hebt met iemand die wordt ingehuurd”, zegt advocate Demi van Rossenberg van Eldermans|Geerts.
Eind februari oordeelde de Hoge Raad