De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) rekent uit hoeveel elk ziekenhuis aan welke zorgverzekeraar moet overmaken. Maar het CBb stelt – in een rechtszaak die door Menzis was aangespannen tegen de NZa – dat de NZa de wettelijke bevoegdheid ontbeert om die rekenexercities dwingend op te leggen.
NZa blijft rekenen
De overheid repareert de lacune in de wetgeving weliswaar met ingang van 2012, maar hoe het moet met de verrekeningen over de jaren 2010 en 2011 is uitermate onzeker. Zorginstellingen die te veel hebben geproduceerd, zijn wettelijk niet meer verplicht dat overschot te verrekenen. Ze doen er wel goed aan het geld even apart te zetten. Want de zorgautoriteit blijft gewoon haar oude rol vervullen. Ze blijft de rekensommetjes maken, maar kan die niet meer dwingend opleggen. Het is aan partijen zelf om te bepalen wat ze met de brieven van de NZa doen. Zorginstellingen doen er verstandig aan om niet blindelings deze NZa-voorstellen te volgen. Ze hebben immers geen rechtsbasis.
NZa vertrouwt op gezag
De NZa doet alsof er niet zo veel aan de hand is. Ze vertrouwt kennelijk op het gezag dat ze geniet in de sector. De toezichthouder gaat ervan uit dat er niemand is die rekensommen kan maken. Partijen zullen de NZa-sommen dus wel moeten accepteren. De vraag is of dat echt gaat werken. De NZa is niet meer de onafhankelijke scheidsrechter. Een wedstrijd zonder scheidsrechter kan makkelijk ontaarden als de spelers het niet eens zijn. De rechtszaak die Menzis heeft aangespannen, leert dat overeenstemming tussen partijen geen uitgemaakte zaak is. Integendeel. Zodra het om veel geld gaat, halen instellingen en verzekeraars alles uit de kast om hun gelijk te halen. Gouden bergen lonken voor juristen en consultants.
Lees ook:
CBb-uitspraak zaait verwarring
CBb zet streep door budgetsystematiek