Raden van toezicht voeren hun taak onvoldoende uit, omdat ze zich te veel richten op het model van de raad van commissarissen in het bedrijfsleven. Dat stelt Rienk Goodijk in zijn inaugurele rede bij de aanvaarding van de bijzondere leerstoel Governance in de (semi)publieke sector aan de Universiteit van Tilburg.
De governance in de zorg is
Er zijn medewerkers in de zorg, die best in de Raad van Toezicht goed toezicht willen bieden, en goed bekend zijn met de praktijk, maar -zoals dat genoemd wordt- geen ruime ervaring hebben in andere besturen. Anders gezegd, niet behoren tot het Netwerk en niet behoren tot dezelfde bestuurslaag waar ziekenhuizen telkens uit putten. Het wordt tijd, dat een toezichthouder eerder ervaring heeft met het bestuur, dan in het bestuur. Toezicht houden is geen voorbehouden handeling, om in het medisch jargon te blijven.
Goed artikel, toezicht houden op afstand is de instelling/organisatie tekort doen. Overwogen beslissingen kun je pas nemen als je weet wat er speelt vind ik.
De werknemers op de vloer hebben regelmatig functioneringsgesprekken, wie beoordeelt het functioneren van een R.v.T?
Eens met Willem Jongma: er valt veel te leren van het bedrijfsleven. Het belangrijkste is wel dat toezicht op de toezichthouders ontbreekt in de zorg, waar de Commissarissen van bedrijven te maken hebben met een Aandeelhoudersvergadering.
Ik ben het helemaal eens met de schrijver van dit artikel. Zelf als vz rvb was ik ook vz rvt bij een andere instelling. Mijn rvt die hield zich maar met een ding bezig dat was de financiën,voor de zorg was nagenoeg geen interesse. Hoe meer rendement hoe beter de rvb functioneerde. Zakkenvullers is ook niet onbekend bij het old boys netwerk, dure reisjes maken, extra werkzaamheden creëren die extra konden worden gedeclareerd, naast de voor de zorgsector toch al behoorlijke beloning. Ondanks vele pogingen om ze te betrekken bij het inhoudelijke beleid via or en cr. was er de facto geen interesse in die materie.
De organisatie is inmiddels een puinhoop, ontevreden clienten en medewerkers maar dat deert en weet de RvT/RvC niet.
Prima stuk van bart,
Misschien moet er een overkoepeld orgaan van de overheid komen waaronder zorginstellingen standaard onder gaan vallen. Leden van de RVT bemoeien zich teweining met de organisatie en weten hierdoor ook niet wat er speelt. Nu weet ik dat de functie is van de leden van de RVB, maar dan is het meestal al te laat.
De Raad van Commissaris houdt toezicht op strategie en beleid. Daaronder valt onder andere ook het aandachtsgebied financiën. De overheid heeft recent bedrijfsmatige risico`s overgedragen aan de ziekenhuizen. Zie bijvoorbeeld de contractering in het B-segment en het verleggen van an het ondernemersrisico naar het ziekenhuis bij nieuwbouw. De Raad van Toezicht moet nog financiële kennis opbouwen. Zij kunnen een voorbeeld nemen aan het model van de Raad van Commissarissen.
Dat laat onverlet dat de belangen van stakeholders zoals de patiënten voldoende aandacht krijgen. Bij veel ziekenhuizen zijn deze verantwoordelijkheden al heel goed beschreven. Nu nog doen! Het spreekt voor zich dat bij het toezicht houden de juridische structuur waarin de verschillende activiteiten zijn ondergebracht (stichtingen en in BV`s) van ondergeschikt belang is. Daar moet de RvT doorheen kijken. Ook dit aspect opnemen in verantwoordelijkheden van de RvT. Ik ben het eens met Bart Kiers dat de leden van de RvT hun tentakels moeten uitsteken in de organisatie. Toezichthouden op afstand bestaat niet.
En laten we vooral niet vergeten dat er ook voorzitters van de Raden van Toezicht zijn die hun zakken goed weten te vullen. Vaak gaat het om zeer geringe werkzaamheden in de Raden van Toezicht. Als concreet voorbeeld: de voorzitter van de Raad van Toezicht van Sanquin Bloedvoorziening ontving in 2009 € 16.000,– (bron: jaarverslag Sanquin).
Het wordt hoogtijd dat er toezicht komt op de Raden van Toezicht.
Sluit me aan bij de bezorgde.
Hoe vaak een bestuurder van een andere instelling toezichthouder bij een andere instelling. Old boys netwerk.
Misschien toch eens grenzen stellen aan het aantal bijbanen wat een toezichthouder kan waarmaken?