Tja, weer een beleidsnota over de gezondheidszorg, de zoveelste in de afgelopen twintig jaar. Elke minister van VWS begint weer met goede moed haar of zijn beleid uiteen te zetten. Elke keer weer wordt het een verhaal waarin vele voorafgaande zetten herhaald worden. Een verhaal dat, opgeschreven door ambtenaren met een ruim voorziene database aan goede voornemens, nauwelijks nog revolutionaire gedachten bevat. De nota van minister Schippers over de hoofdlijnen van haar beleid, getiteld ‘Zorg die werkt: de beleidsdoelstellingen van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport’, is geen uitzondering op deze traditie. Er staat nagenoeg geen nieuws in, laat staan een revolutionaire gedachte die een liberale bewindsvrouwe zou sieren. Het is en blijft dezelfde worstelpartij tussen tegenstellingen zoals de keuzevrijheid van de consument/patiënt aan de ene kant en de reguleringsbehoefte van de overheid aan de andere kant. Daartussen staat een bedrijfskolom van ruim 70 miljard die voortdurend onderhevig is aan een beetje van dit en een beetje van dat.
Beetje meer of minder
Het beleid van VWS lijkt op een equalizer: een serie parameters die bij elke nieuwe bewindspersoon een heel klein beetje naar boven of naar onderen worden bijgesteld, zonder dat de klankkleur van het beleid daadwerkelijk en fundamenteel verandert. Sedert het rapport van Dekker, gevolgd door het plan-Simons, inmiddels alweer ruim 20 jaar oud, zijn alle nota’s bezig geweest met het uitwerken van allerlei modaliteiten op basis van die fundamentele benadering. Een beetje meer of minder marktwerking, een beetje meer of minder kostenbeheersing, een beetje meer of minder vrije prijzen, een beetje meer of minder risico voor de verzekeraars, een beetje meer of minder planning etc.
Graven we wat dieper in de nota van minister Schippers, dan zie je de worsteling tussen een gewenste liberalisering, wat je mocht verwachten van haar, en de feitelijke noodzaak tot beheersing en budgettering van de uitgaven. Ook oude adagia komen weer aan bod: terugdringen van de tweede lijn naar de eerste lijn, de zorg dichter bij de burger, taakverdeling en concentratie in de topzorg en meer vraaggestuurde zorg met de patiënt aan het stuur.
Later en soms
De minister kondigt wel weer zaken aan zoals het afschaffen van regelingen die de verzekeraars nog steeds een comfortabele positie geven, maar dat gaat pas eind van de kabinetsperiode gebeuren. Dat hebben we meer gehoord. Ook de invoering van echte prestatiebekostiging voor de ziekenhuizen zal pas in een later stadium worden gerealiseerd. Ondertussen krijgen de specialisten een macrobudget dat verdeeld wordt op basis van NZa-richtlijnen. De minister richt in feite daarmede zelf al weer een blokkade op voor een echte liberalisering van de ziekenhuiszorg.
Ook ten aanzien van de invoering van mogelijke winstbeginselen in de zorg, wijkt de minister niet af van de gedachte van het vorige kabinet: zij spreekt over een gereguleerde winstregeling onder voorwaarden. Ten aanzien van de fusies en de schaalvergroting in de zorgsector, stelt de minister dat deze niet zo maar mogen plaats vinden. Getoetst moet worden in hoeverre deze fusies bijdragen aan de verbetering van de zorg en de positie en keuzevrijheid van de patiënt. De minister zegt daarover: “centraal wat moet en decentraal wat kan”, maar daar kunnen de meningen natuurlijk heftig over verschillen. Een liberaler standpunt is op dit punt heel wel voorstelbaar als je ervan uitgaat dat ook de zorgondernemingen het belang van de patiënt in het vizier houden. Maar op de een of andere manier vindt ook deze liberale minister dat de staat dat toch net een tikkeltje beter kan.
Nooit echte marktwerking
Nu kan men zich afvragen of de nota van de minister echt teleurstelt. Voor de diehards in de zorgsector zeker niet, want die hadden niets anders verwacht. Die kennen de beperkingen van het overheidsbeleid in het algemeen en van het zorgbeleid in het bijzonder. Toch had je van een liberale minister meer verwacht na bewindslieden van dezelfde politieke snit als Dees en Hoogervorst. Dees, die als staatssecretaris het rapport-Dekker op de kaart zette en in feite de richting aangaf voor een nieuw stelsel, dat twintig jaar later is ingevoerd. En Hoogervorst die de eer toekomt voor zijn dynamische aanpak van de invoering van dat nieuwe stelsel, althans waar het de verzekeringen betrof.
Het zou juist een liberaal bewindspersoon sieren om dat nieuwe stelsel dat gebaseerd is op een concurrentiemodel tussen de verzekeraars onderling en de aanbieders onderling, daadwerkelijk te gaan invullen. Want laten we eerlijk zijn, behoudens de invoering van de basisverzekering en de private aanvullende verzekering, is er nog maar weinig terecht gekomen van het concurrentiemodel binnen de bedrijfskolom. Dat geldt voor zowel de verzekeraars als de aanbieders.
En dat feitelijke gegeven kan niet worden weggepoetst door de opmerking van de minister in een recent interview, dat we eigenlijk die term marktwerking maar moesten vergeten. Het zou in de zorg toch nooit tot echte marktwerking komen. Ongetwijfeld een bijdrage aan een verheldering van de discussie over marktwerking in de zorg, maar het lijkt er wel erg op dat de minister op deze manier de probleemstelling probeert weg te definiëren. Daar wordt niemand wijzer van. En zeker de patiënt niet, die wel straks zelf met zijn tandarts mag onderhandelen over de tarieven. Een liberaal doekje voor het bloeden, dat meer op een schaamlapje lijkt, want dat zou wel eens ongehoorde gevolgen kunnen hebben voor de mondzorg. Maar dit terzijde.
Rob Scheerder
Lees meer:
Het twee-dimensionale domeindenken (markt of overheid, vaste of vrije prijzen) past niet meer in deze tijd. In plaats daarvan zijn nieuwe concepten nodig. ANIMO zorgt voor de juiste, de beste en tijdige zorg door het voeren van de regie over de zorg, en heeft de minister gevraagd om meer concrete steun voor nieuwe zorgconcepten.
Hetgeen u de minister verwijt, is ook van toepassing op uw artikel, omdat hierin ook nog geen nieuwe of revolutionaire gedachten staan die de zorg verder brengen. Gezien uw geruime ervaring op hoog niveau (VWS, CTG/NZA, CBZ) wil ANIMO u vragen om uw energie en ervaring juist op de creatie van nieuwe ontwikkelingen te concentreren. ANIMO ontvangt graag uw steun. Ga voor meer informatie naar http://www.animo1.nl.