Enige tijd terug was ik op de bruisende, afsluitende markt en ‘after’-party van het Transformatieprogramma Langdurige Zorg. Vooral de ontmoeting met de pioniers en maatschappelijk ondernemers was inspirerend. Van nieuwe technologie in de thuissituatie tot nieuwe methodieken om demente bejaarden of verslaafden te helpen, van een nieuwe manier resultaat berekenen tot thuiszorg dichterbij de mensen en de eerste lijn. Allemaal stonden ze met hun standje en verhaal klaar en dat leidde tot goede inzichten en gesprekken. Ik had er al eerder op papier kennis van genomen, als lid van de Denktank, maar dit was veel leuker en beter. De grote zorg die we met al dat praten over stelsels en geld en sturing moeten hebben is immers of er straks ook nog dit soort betrokken pioniers zijn om de langdurige zorg actueel en innovatief te houden?
Klachten en nieuwe kansen
Betrokkenheid wordt het belangrijkste criterium voor alle toekomstige veranderingen, ook omdat innovatie vaak efficiëntere en effectievere zorg oplevert. Het is een misverstand uit de lobbycircuits dat innovatie alleen maar duurder is. De ontwikkel- en innovatieactiviteiten zelf, zoals ook dit programma, zullen geld kosten, omdat het anders ten koste van de smalle budgetten en de zorg zullen gaan, maar dat geldt zeker niet als ze eenmaal worden toegepast.
Maar daar zijn we juist niet goed in: veel van deze pioniers klagen over het gebrek aan steun uit de reguliere kanalen, aan echte interesse van andere bestuurders, aan continuïteit voor hun experiment als de tijdelijke potjes op zijn, aan werkelijk ‘zorgresultaatdenken’ bij alle instanties. Er is dus heel veel te doen. Daar zou je wel een stelselwijziging voor over hebben.
In de zorg komen er nu twee van deze ‘kansen’ op echte vernieuwing aan. De AWBZ wordt eindelijk aangepakt, zo belooft het regeerakkoord. Het voorgenomen antwoord is decentralisatie van delen van de AWBZ naar gemeenten en verandering van de rol van zorgverzekeraars in het andere grotere deel. Voor de gemeenten is er ook nog het voornemen de Jeugdzorg te decentraliseren vanuit de provincies.
Beide operaties betekenen voor gemeenten een vergroting van het verantwoordelijke budget van zo’n 5 miljard euro. Een enorme operatie. Kunnen gemeenten dit aan, leidt het uiteindelijk tot betere zorg en gaan we leren van onze fouten uit het verleden?
Kracht en zwakte
Er is er één ervaring waaruit we kunnen leren: de overgang van de thuishulp naar de Wmo. Deze operatie heeft ons veel geleerd over kracht en zwakte van gemeenten. Hun kracht in veel gevallen: zuinigheid, zorgvuldigheid, heldere en bekende baliefunctie. Direct aan het begin hebben ze de wensen van de doelgroep en cliënten zorgvuldig opgehaald. Lastiger bleek het die wensen in het lokale beleid van andere sectoren, zoals huizenbouw, openbaar vervoer en welzijn in te passen, maar het gebeurt inmiddels wel. Er waren ook veel echte en overduidelijke zwakten: ondoordacht en amateuristisch juridificeren van het aanbesteden, belachelijke tarieven opleggen, het veld van zorgaanbod niet goed kennen en een wirwar aan eisen stellen. Soms was er toch ook een kastje-naar-de-muur-bureaucratie, waarin complexe gevallen vermalen werden. Er is echter van de problemen zeker geleerd. We zien andere, minder krampachtige vormen van aanbesteden, betere tarieven, aanpassingen van de baliefunctie, beter accountmanagement naar de aanvrager. Al met al durf ik wel de slotconclusie aan dat gemeenten nu beter op onze collectieve middelen letten, meer onder publieke controle staan en daardoor flexibeler zijn dan zorgverzekeraars.
Werk aan de winkel
Waar zowel gemeenten als zorgverzekeraars echter het meest opzichtig falen is in het verminderen van bureaucratie en het stimuleren van kleinschalige maatschappelijk ondernemerschap, juist de zaken die we dus nodig hebben voor de toekomst. Werk aan de winkel, niet voor beleidsschrijvers en vergadertijgers, maar voor maatschappelijk ondernemers en professionals en vooral hun bestuurders.
Steven P.M. de Waal, voorzitter PublicSPACE Foundation
Krachtig stuk en de spijker op z’n kop. Er zal het nodige gaan veranderen de komende jaren en dat is nodig. Zoals het nu gaat kan het niet meer. Er zal betere wet en regelgeving moeten komen om toe te werken naar een solide PGB maar ook naar een goede AWBZ regeling.
Ik kan uit eigen ervaring melden dat zorg leveren op basis van alleen PGB niet meer haalbaar is. Deels omdat het PGB verankerd dient te worden in de wet en daarvoor betere wet en regelgeving nodig is maar ook omdat een deel van de verantwoordelijkheid bij de gemeente komt te liggen. Dat op zichzelf biedt ook weer (lokaal) kansen als ondernemer/zorgaanbieder.
Het PGB heeft veel betrokken mensen uit de zorg de mogelijkheid geboden om voor zichzelf te beginnen. Daarbij hoort ondernemen en ondernemen is risico nemen en inspelen op ontwikkelingen in de markt en op beleid. Daar kun je wat van vinden maar als ondernemer zul je daar ook mee moeten leven. Ook is vertrouwen in bijvoorbeeld de overheid een belangrijke factor om elkaar te kunnen versterken en te begrijpen om zo samen aan een solide zorgstelsel te werken.
Mede om die reden ben ik betrokken bij de oprichting van de BVKZ, een branchevereniging voor kleinschalige zorgaanbieders. Geen bemiddelaars club maar echte zorgaanbieders. Van dagbesteding initiatieven, kleinschalige wooninitiatieven tot ZZP-ers en kleine zorgaanbieders met medewerkers vast in dienst.
PGB is wat ons als ondernemers nu bij elkaar brengt en het leveren van client gestuurde zorg is het uitgangspunt. Dat wij ons als zorgaanbieders nodig dienen te verenigen is een feit. Mede door alle ontwikkelingen in de markt maar ook om een schakel te kunnen zijn tussen de overheid, de zorgaanbieders, zorgkantoren, gemeenten en bijvoorbeeld Per Saldo. Samen voor een solide zorgtoekomst middels kleinschalige zorg waarbij de client regie voorop staat. Het PGB is een middel om die zorg te financieren maar geen doel op zichzelf.
Bezoek onze website http://www.bvkz.nl voor meer informatie. Na het oprichtingsconges a.s. zaterdag (aanmelden om dit bij te wonen kan alleen morgen nog) zal op de website spoedig meer informatie komen over het lidmaatschap.
Het eerste wat bij mij opkwam na het lezen van de weblog van Steven de Waal: die man is niet geabbonneerd op een krant en kijkt geen televisie. Want hoe dikwijls zijn de problemen over de thuiszorg na overgang naar de WMO niet in het nieuws geweest.
Nu met de AWBZ hebben de zorginstellingen vnl. te maken met één bureaucratische instelling en straks met vele bureuacratische instellingen (de gemeenten). Hoe kan iemand dan denken dat het dan beter zal gaan?
Mijn zorgen als lid van de RvB van een kleine instelling zijn groot.
Beste Steven,
Kom eens op een feestje van zorgverleners die zorg leveren op basis van PGB. Dan hoor je de andere kant! Wij zijn als de doods dat straks alles naar de WMO gaat. Nu is bureaucratie al een ramp. Bij onze gemeente kunnen we helemaal onze lol op en zijn we overgeleverd aan de grillen van een plaatselijke ambtenaar met nieuwe ideeen! De helpdesk van onze plaatselijke WMO bestaat uit personen die daarvoor nog achter de kassa bij Super de Boer zaten. Met alle respect. Enige kennis en kwaliteit op deze plek is wel een pré.