De extra middelen die verpleeghuizen de komende jaren krijgen om te investeren in personeel, moeten kunnen worden teruggevorderd als ze niet goed worden besteed. Dat schrijft minister Hugo de Jonge van VWS in een brief aan de Tweede Kamer. Daarover worden afspraken opgenomen bij de zorginkoop 2019.
Hoewel er in het landelijk inkoopkader
Hugo de Jonge wil met zijn herstelplan verpleeghuiszorg terug naar de essentie!
Denken en doen vanuit de cliënt/patiënt is waarnaar we in NL al jaren streven. Maar dat vraagt ook van Hugo de Jonge wel om een radicale breuk met de oude verpleegstructuur en -cultuur. Een cultuur die toelaat dat de integriteit en waardigheid van mensen in te gedrang komt. Een structuur die stimuleert dat samenwerking van partijen eerder uitzondering is dan regel. In de langdurige zorg overheerst deze oude structuur en cultuur nog steeds.
En daarom denk ik dat langdurige zorg in Nederland 180 graden anders moet.
Hugo de Jonge zou wonen, service en zorg ook daadwerkelijk kunnen scheiden. Juist in de verpleeghuiszorg, denk ik. Het gaat in deze sector volgens mij niet meer over een moeilijk te verzekeren risico. Lang geleden aanleiding voor de invoering van de AWBZ.
Het medisch model was en is nog vaak leidend voor de organisatiestructuur en cultuuur in de langdurige zorg. De roep om een ander model klinkt steeds duidelijker.
Een ander model vraagt om een ander gedachtegoed. Een nieuw gedachtegoed. Een gedachtegoed dat uitgaat van de mens in zijn verschillende rollen als klant, patient, client of consument. Een mens van vlees en bloed . Een gedachtegoed dat uitgaat van de visie dat ieder mens in staat is zijn eigen leven vorm te geven. Om vanuit die verschillende rollen van mensen de vraag naar langdurige zorg te organiseren is een omslag in denken en doen nodig van alle partijen die met zorg van doen hebben.
Anders denken en doen.
Om organisaties om te vormen van eengesloten, hierarchische, systeemgerichte eilandjesorganisatie naar een open, mensgerichte organisatie moet het roer 180 graden om.
De focus in de langdurige zorg was vooral gericht op kwaliteit, veilgheid en risicobeheersing. Relevante wetgeving kwam zijdelings ter sprake als dat zo aan de orde kwam. Bedrijfsvoering was aan het management. En maatschappelijk resultaat, daar ging de politiek of soms de raad van bestuur over. Kortom een organisatie in hokjes verdeeld. . Daar ga ik niet over. Daar gaat een ander over.
Kortom :Gefragmenteerd
Geheim van de Smit is dat alles mee doet, dat alles ertoe doet en dat je zaken in verbinding en samenhang kunt en wilt zien. Dan zie je dat vier peilers van belang zijn om het bouwwerk stevig te laten zijn.
1. Bedrijfsmatige basis
2. Juridische ordening
3. Kwaliteit, veiligheid en risico’s
4. Maatschappelijk resultaat
Ervaring in Care NL heeft mij geleerd dat bijna alle softwareleveranciers, alle keurmerkorganisaties, kennisinstituten, overheidsintanties, zorgverzekeraars en zorgaanbieders in deze markt , op zijn minst een van deze vier peilers missen.
En dan is de conclusie heel simpel: een organisatie die niet goed gefundeerd is stort vroeg of laat in.
Om te komen tot een nieuw gedachtegoed, is er op de tweede plaats nodig dat er eenheid van taal is. En dat kan alleen als er een simpel en duidelijk begrippenkader is van waaruit de omslag in denken en doen vanuit de mens in zijn rol als klant patiënt of cliënt ingezet wordt door alle partijen.
Een nieuw begrippenkader voor een nieuw gedachtegoed
Iedereen die direct of indirect met zorg in Nederland te maken heeft, staat voor de grote uitdaging om een omslag in denken en doen te maken. En dat is niet vrijblijvend. De wereld verandert, de mentaliteit van mensen verandert, de vraag van mensen verandert daarom ook. Het beschikbare macrobudget zorg verandert ook. Mensen kijken niet meer lijdzaam toe wat er met hen gebeurt. Wonen , service en zorg moeten daadwerkelijk gescheiden worden ook in de verpleeg(huis)zorg en dat betekent in concreto dat wonen en service een puur private aangelegenheid is en dat zorg een publieke verantwoordelijkheid is in de langdurige zorg.
Bussiness Intelligence is de sleutel om deze radicale koerswijziging vorm te geven.
.
Ook in de Care is een digitaliserinsslag gaande. Gegevens worden meer en meer in clientendossiers vastgelegd. De totale omvang is evenwel niet bekend, aldus “Big data in de zorg, aldus Preadvies 2017 Vereniging van Gezondheidsrecht”.Het oude verpleeg(huis)concept is decennia lang gebaseerd op all-inclusive arrangementen op basis van integraal volumedenken vanuit medisch model. Daarnaast deed ook de budgetfinanciering een flinke duit in het zakje van de collectieve benadering. Eén prijs per bed per jaar, met een medische insteek, zonder aandacht voor de wens van de individuele mens. Diversiteit in service en zorg was om deze redenen ver te zoeken, laat staan ruimte voor evenwaardige communicatie als omgangsvorm. Mensen gedijen niet in zo’n omgeving. Ik pleit voor evenwaardigheid in de relatie en informatiedeling tussen zorgondernemer/zorgverlener, overheid en klant. En dat kan als de dynamiek van snelle verwerking en uitwisseling van informatie mbv een koppeling van ervaring van partijen, aanwezig is(=definitie van Big Data).
Omdat de huidige kwaliteitsmodellen die dit gedachtengoed steunen, niet voor het oprapen liggen, is naar mijn mening in Nederland een model nodig wat aansluit bij de vraag van de klant, de mens achter de vraag en de waarde die daadwerkelijk aan de beantwoording van de vraag van de klant wordt toegevoegd. Alle zorgaanbieders die een dergelijk model implementeren zouden een tarief moeten krijgen voor de zorgcomponent (door de overheid betaald) dat hoger is dan het tarief wat aanbieders krijgen die het model niet gebruiken. En klanten hoeven zich bv niet meer af te vragen of de huurprijs van hun appartement wel marktconform is in vergelijking met de buurt van hun appartement.
Ik ken een model in Nederland dat voldoet en in de zorgprakijk werkt: het Improvement Model, een door de Raad voor accreditatie goedgekeurd model (www.stichtingbim.nl).
Het model is uniek en baanbrekend. Het gaat uit van meerwaarde voor de burger en de samenleving.
Het neemt de uitkomsten op klantniveau als uitgangspunt; wat merkt de klant/burger van kwaliteit en service op het gebied van wonen, welzijn en professionele hulp bij beperkingen? De klant zelf, zijn dierbaren, en alle andere betrokkenen direct rondom de klant of iets meer op afstand binnen de organisatie, of binnen een netwerk van organisaties, evalueren middels een 360-graden-feedback methodiek. Alle wet- en regelgeving is hierin geintegreerd, dus we kunnen op basis van de uitkomsten garanderen dat ‘de basis op orde is’. De indicatoren en algoritmen zorgen voor een neutrale benchmark waardoor de positie van de klant/burger gewaarborgd is en alle betrokken patijen op een nieuwe basis afspraken kunnen maken.
Aan de hand van een opleidings- en een organisatie-inrichtingsprogramma worden eerst ook de medewerkers binnen de organisatie ‘versterkt’. Van binnenuit wordt het gedachtegoed middels sleutelfiguren overgedragen. Door de self-assessments ziet iedereen de uitkomsten en de groei die je persoonlijk en als organisatie doormaakt: om zo steeds meer waarde toe te voegen voor de klant en de maatschappij.
Conclusie
Het Improvement Model is het middel om een nieuw gedachtengoed in de Care in NL vorm te geven en zo ook in 2040 zorg die mensen echt nodig hebben ook door deskundige mensen te kunnen blijven geven zodat ze een goed leven kunnen leven. Kortom: rendement voor alle partijen . Van Hugo de Jonge vraagt dat lef, liefde en leiderschap om de gordiaanse knoop in zorg- nederland door te hakken om het IM als voorwaarde te stellen om voor publieke financiering van zorg in aanmerking te komen. Burgers moeten dezelfde voorwaarde stellen voor de private componenten wonen e service. En zo kunnen overheid en burger ook daadwerkelijk terug gaan naar de essentie van wonen , service en zorg.
Een mooie dag, Puck Bulthuis
http://www.puckbulthuis.nl