Uit mijn gesprekken met bestuurders van Nederlandse ziekenhuizen concludeer ik dat er nog geen eenduidig beeld bestaat over hoe het ziekenhuis van Morgen eruit ziet. Wordt de helft van de ziekenhuizen binnen 10 jaar gesloten? Komen er meer focusklinieken die delen van de ziekenhuiszorg overnemen?
Wordt het ziekenhuis van Morgen een netwerkorganisatie, waarbij het ziekenhuis een veel kleinere kern vormt dan de huidige ziekenhuizen (interview Ad Claassen, ZGT)? Wat doen de Google’s, Amazone’s, Apple’s en Microsoft’s dan? Gebeurt er straks echt zo veel in de thuisomgeving op het gebied van telemonitoring en diagnose-thuis (interview Anita Wydoodt, ETZ)? En welke effecten heeft dat op wat ziekenhuizen doen? Is er over 10 jaar nog wel een reden om naar het ziekenhuis bij jou in de buurt te gaan? En Value-Based Healthcare, is dat de heilige graal (interview Anneke Sanderse, Albert Schweitzer ziekenhuis)? Het blijft koffiedik kijken, er is geen eenduidig beeld.
Waarom we nog niet klaar zijn voor het ziekenhuis van Morgen
Welke kant het ook op gaat, duidelijk is dat het ziekenhuis van over 5 tot 10 jaar anders zal zijn dan het ziekenhuis van vandaag. Ondanks dat er al veel verandert, merk ik dat er nog belangrijke barrières bestaan op weg naar dat ziekenhuis van Morgen:
- De veranderbereidheid van medisch specialisten is een zorg. Ik hoor te vaak “het zal wel meevallen”, terwijl juist medisch specialisten nieuwe ontwikkelingen op het gebied van eHealth en nieuwe technologie zouden moeten omarmen, en uitdragen naar het verplegend personeel en de patiënten;
- Het experimenteren met nieuwe technologie gebeurt niet overal en duurt vaak lang. Er zijn nog teveel vakgroepen in ziekenhuizen die niet werken aan vergaande digitalisering, diagnose op afstand of telemonitoring. De ziekenhuiswereld is een risicomijdende omgeving. Snelle adoptie van nieuwe technologie, experimenteren en leren, zit niet bij iedereen in de genen. Terwijl de patiënt wel steeds meer gewend raakt aan snelle (technologische) veranderingen in het dagelijkse leven;
- Het werken aan gezondheid en preventie is voor de komende jaren belangrijk voor de zorg in Nederland en voor het ziekenhuis van Morgen. Hieraan wordt in de zorgketen (met de eerste en derde lijn, met verzekeraars en lokale overheden) weliswaar gewerkt, maar nog vaak moeizaam en kleinschalig. Hieraan moet hogere prioriteit gegeven worden.
Investeren is het toverwoord
Om richting te kunnen geven aan de toekomst is wendbaarheid van organisaties cruciaal. Cruciaal om nieuwe technologie uit te proberen, om nieuwe wegen te verkennen, om nieuwe energie te genereren, om het verleden met bijbehorende afspraken en structuren achter te kunnen laten. Zodat je in staat bent op een flexibele manier richting te geven aan een toekomst die anders is, maar waarvan we niet precies weten hoe die eruit zal zien.
Ziekenhuisorganisaties kunnen meer prioriteit geven aan ‘wendbaar worden’, aan het vergroten van hun adaptief vermogen om sneller te kunnen reageren op veranderingen. En hoewel we niet precies weten wat en wanneer, veranderingen gaan er hoe dan ook komen. Om die flexibiliteit en wendbaarheid te bereiken, is het cruciaal om nu in te zetten op het ’toekomstklaar’ maken van de ziekenhuisorganisatie. Dus investeren in:
- Medewerkers, inclusief artsen. Laat hen participeren in innovatie en in experimenteren, zodat zij beter in staat zijn zich aan te passen en actiever worden in het omvormen van de organisatie. Laat hen onderdeel worden van de verandering, in plaats buitenstaanders die het overkomt;
- Technologische ontwikkelingen. Houd niet vast aan bestaande werkwijzen, experimenteer en leer, en voorkom dat de rest van de zorgwereld je straks inhaalt met allerlei baanbrekende vernieuwingen. Ga op zoek gaan naar zorgvernieuwing, gericht op samenwerking met de patiënt;
- Een lerende omgeving. Creëer meer proeftuinen over innovatietoepassing of ketensamenwerking. Laat daarin – naast andere medewerkers – ook veel medici meedoen om hen te laten ervaren hoe zij zelf bepalend kunnen zijn in beter, slimmer en anders werken. En dat zij meebouwen aan het ziekenhuis van Morgen.
Aan veranderingen in de zorg geen gebrek. Zorg dat je erbij bent als ziekenhuisorganisatie, dat de mensen die werken in je ziekenhuis gewend zijn om – steeds opnieuw – aan de slag te gaan met nieuwe mogelijkheden die de huidige tijd biedt. Het zien en benutten van die mogelijkheden is noodzakelijk om ervoor te zorgen dat het ‘ziekenhuis van Morgen’ je niet overkomt. Want als het je overkomt dan halen anderen je links en rechts in, wat de continuïteit van je organisatie in gevaar kan brengen.
Frank van Berkel is partner bij Morgens. Dit adviesbureau adviseert organisaties bij verbetertrajecten, gericht op het versterken van hun ‘vooruitgangskracht’ zodat ze klaar zijn voor de uitdagingen van Morgen. Frank begeleidt vooral veranderingen in zorgorganisaties. Hij gelooft in aanpakken waarin harde en zachte kanten van verandering samenkomen en elkaar versterken. |
Deze rubriek is geschreven door een partner van Zorgvisie en valt buiten de verantwoordelijkheid van de redactie.
De informatica revolutie laat zich goed vergelijken met de industiële. Het begin lijkt de dingen alleen maar makkelijker te maken. Maar in alle sectoren dringt deze “trage revolutie” door. De banken voelen inmiddels de gevolgen. Want dit soort revoluties vaagt banen weg en creëert nieuwe. Vernietigt delen van de oude economie en schept nieuwe. Dat gaat de ziekenhuizen ook overkomen. Tot nu toe was een ziekenhuis succesvol door het bundelen van kennis en ervaring. Over tien jaar zal het gaan om de kwaliteit van de dienstverlening. Die vraagt de klant dicht bij huis en dus wordt het allemaal decentraal. Niet de kleine ziekenhuizen gaan kapot, maar de grote. Niet het specialisme overwint, maar de geïntegreerde zorg. Het lijkt mij verstandig om je daar op voor te bereiden.