Laatst was ik op gesprek bij een grote zorginstelling. Zij hadden mooie nieuwbouwplannen. Alles was al geregeld: de businesscase lag klaar, op de aanneemovereenkomst hoefde alleen nog maar een handtekening gezet te worden en de nieuwe kamers waren al aan de bewoners toe gewezen. Niets kon de eerste steenlegging over vier weken in de weg liggen. Toch……? Uit het gesprek kwam naar voren dat het inderdaad niet zo vanzelfsprekend was. De financiering was immers nog niet rond….
In onderstaande blog geef ik vijf tips waarmee u kunt voorkomen dat u ook in bovenstaande situatie terecht komt.
Tip 1: Begin op tijd
Tja…, dit lijkt natuurlijk een open deur als ik bovengenoemde situatie schets, maar het is wel écht waar. Vaak worden tijdslijnen zoals de aanvraag bij de financiering, een eventueel borgingstraject bij het Waarborgfonds voor de Zorg (WfZ) en de gang naar de notaris voor de hypotheekvestiging nogal eens afgedaan met; “dat is zo geregeld”. Echter, mijn ervaring leert dat je je hier niet op moet verkijken en dat de verschillende, met elkaar samenhangende, trajecten voor veel vertraging kunnen zorgen. Houdt daarom rekening met een doorlooptijd van 6 maanden vanaf het aanvragen van een bancaire financiering totdat de lening beschikbaar moet zijn.Tip 2: Neem interne standpunten met betrekking tot de financiering in
Bij het in beeld brengen van de financieringsbehoefte, gedurende het traject van de financieringsaanvraag bij de banken én tijdens gesprekken met het WfZ komen verschillende vragen naar boven:- Wat is de gewenste minimale liquiditeitsbuffer?
- Hoeveel wil je maximaal op het onroerend goed financieren?
- Welke risicohouding hebben we op het gebied van financiering en financiële ratio’s?
- Hoe kijk je aan tegen korte of lange rentes in het kader van rentevisie én flexibiliteit?
Denk hier vooraf goed over na en neem hierover interne standpunten in. Betrek hierbij ook de Raad van Toezicht.
Tip 3: Zorg voor een actueel Treasurystatuut
Bij het financierings- of borgingstraject wordt vaak ook gevraagd naar het treasurystatuut. Zorg dat deze actueel is. Ik heb meegemaakt dat onder uit de la’ een exemplaar te voorschijn kwam, waarin nog zaken in guldens stonden opgenomen. Daar maak je bij een potentiële geldgever geen goede sier mee. Actualiseer daarom tijdig het treasurystatuut en neem daar (in een normenkader) niet alleen de interne standpunten (Tip 2.) in op, maar denk hierbij ook na over welke financiële producten gebruikt mogen worden (bijvoorbeeld wel of geen derivaten) en wat de interne taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden met betrekking tot treasury zijn.Tip 4: Breng de financieringsbehoefte vroegtijdig in beeld
Breng, rekening houdend met de gewenste liquiditeitsbuffer, tijdig (bijvoorbeeld tijdens het opstellen van de businesscase) de omvang van de financieringsbehoefte in beeld. Neem daarbij ook de gewenste financieringsstructuur (type financiering, aflossingsregime, etc) mee. Immers, mocht blijken dat de businesscase financieel niet haalbaar is (of onwenselijk) dan ben je nog op tijd om de businesscase te wijzigen (of er mee te stoppen). Neem ook de (eventuele) bestaande financiering mee: kan daar een optimalisatie in doorgevoerd worden? Wanneer er ook duurzaamheidsinvesteringen gedaan worden, onderzoek dan ook vóóraf de mogelijkheden van bijvoorbeeld Groenfinanciering.Tip 5: Stel een planning op
Wanneer duidelijk is geworden hoe de financiering er uit moet komen te zien, zet deze dan bij meerdere banken gelijktijdig uit met elk dezelfde financieringsvraag en een duidelijke planning. Geef daarbij ook aan wat je graag wél ziet in een offerte en wat niet, zodat je ook appels en appels kunt vergelijken. Betrek bij deze uitvraag het WfZ. Let daarbij ook op of deze planning afgestemd is op reeds ingeplande vergaderdata van bijvoorbeeld de Raad van Toezicht.Conclusie:
Een goede én tijdige voorbereiding is erg belangrijk om op tijd de (juiste) financiering tegen gunstige condities geregeld te hebben. Immers, mijn ervaring is dat, als je met de rug tegen de muur staat, je niet de meest optimale condities krijgt van de banken en ook niet de, voor je organisatie, meest passende financiering.Michiel van der Leede, Treasuryadviseur Thésor