Een meevallertje, die afspraak. “Over een week tot tien dagen mag je loopgips,” had de chirurg gezegd toen ik na de operatie op vrijdag voor Kerst het ziekenhuis mocht verlaten. Nu kwam maandag 24 december mij niet voor als een gunstige dag om een afspraak te maken, en dat bleek ook zo te zijn. “We zijn op 2 januari weer bereikbaar,” aldus de stem van de voicemail bij Chirurgie. Maar ik liet me niet voor één gat vangen, want loopgips met Oud en Nieuw leek me wel zo praktisch. Dan maar de EHBO gebeld, die zouden toch zeker 24-uursdienst hebben.
Jawel! “Tussen Kerst en Nieuwjaar, oei. Even zien, het zit nogal vol. Maar ik kan me voorstellen dat u zo snel mogelijk aan de beurt wilt zijn. Komt u donderdag 26 december maar om kwart voor vijf. Dan kunnen ze u nog net even meepikken.”
De gipsfabriek revancheert zich voor mijn eerdere slechte ervaring op die afdeling. Dat komt vooral door Jean-Pierre, een andere gipsmeneer dan die eerste. Met veel plezier, aandacht voor de klant en de nodige humor zorgt hij samen met een al even sympathieke collega voor een aangename behandeling. “Heb je al een kleurtje uitgezocht? Je mag er maar ééntje. Anders wil half Eindhoven rood-wit van PSV.” Ik geef de voorkeur aan paars. Foto maken, controle van een arts en nieuw gips, na amper een half uur sta ik weer buiten. Met het einde van de werkdag in zicht blijkt het logistieke proces ook gesmeerd te kunnen verlopen.
Zo hobbel ik inmiddels al enkele weken met een paars been en twee krukken door het leven. De rugzak is mijn grote vriend. Met de vuile was erin de trap af naar de wasmachine, met de schone was erin weer de trap op naar het droogrek. En natuurlijk gaat tie mee naar de supermarkt om mijn boodschappen te vervoeren. Het afwassen lukt met één knie op een stoel, evenals het koken. De pannen met eten schuif ik op diezelfde stoel naar de tafel, net als bord en bestek. “Zelfredzaamheid. Alvast oefenen voor later, als de thuiszorg helemaal is afgeschaft,” zegt ik lachend tegen vrienden die mij willen komen helpen.
Lees ook de