Essentiële zaken, maar het is de vraag hoeveel de wet daaraan bijdraagt. Wat echt zoden aan de dijk zet, is het recht zelf zorg in te kopen. Klantgerichtheid komt veel sneller tot stand als de klant met een geldbuidel zwaait.In de zorg verloopt de afrekening via een omweg. Binnen de ziekenhuissector wordt de zorgverzekeraar geacht de belangen van verzekerden te behartigen. Het idee is dat zij anders hun verzekering opzeggen. Maar lang niet alle klanten denken bij onvrede over een operatie in het gecontracteerde
ziekenhuis: nu kies ik een andere verzekeraar. Verzekeraars letten dan ook onbekommerd op prijs en niet op kwaliteit, blijkens onderzoek van het RIVM.
In de AWBZ kopen zorgkantoren in. Hier hebben klanten zelfs geen enkele stem in het kapittel, want weglopen kan niet. En ook hier letten de inkopers-namens-decliënt erg goed op de centen. Uit een enquête van ActiZ blijkt dat de tarieven voor verpleeghuizen dit jaar gemiddeld met 4,8 procent zijn gedaald, in de thuiszorg met bijna negen procent. Het argument van de overheid en de zorgkantoren is dat hierdoor meer mensen geholpen kunnen worden. Maar wat stelt die hulp uiteindelijk nog voor als de tarieven en – in de thuiszorg – ook de indicaties dalen? De kwaliteitseisen die de zorgkantoren stellen, kunnen daar weinig aan veranderen.
Keuzevrijheid van de klant is hier volkomen uit zicht. De zorgkantoren moeten regiobudgetten verdelen die vaak te klein zijn. Als het budget van de ene aanbieder op is – bijvoorbeeld doordat deze goed werk levert – moeten zorgvragers naar een andere aanbieder. Hoezo keuze? Zolang er regiobudgetten en zorgkantoren zijn, zal de langdurige zorg niet werkelijk klantgericht worden. Als Klink de cliënten echt rechten wil geven, moet hij ze per direct de gelegenheid bieden zélf zorg te kopen. (Zorgvisie – Krista Kroon)