In antwoord op vragen van de SP heeft minister Klink gezegd dat hij dit niet ziet als ‘voorkruipzorg’. Dergelijke initiatieven houden volgens hem instellingen en verzekeraars scherp om beter te zorgen voor álle patiënten.

Nieuw is de voorrang voor werknemers niet. Hoewel de Tweede Kamer zich daar eind jaren negentig nog hevig tegen verzette, zijn er al heel wat ziekenhuizen die contracten afsluiten met bedrijven om werknemers snel te helpen. De NVZ vereniging van ziekenhuizen wijst daar ook op in de commotie rond het Kennemer Gasthuis. En ja, werknemers komen “soms” sneller aan de beurt dan anderen. “Maar ze worden dan bijvoorbeeld buiten kantoortijd geholpen.” De reguliere zorg mag volgens haar nooit in het gedrang komen door de zorgprogramma’s voor bedrijven.

Dat laatste is strikt genomen ook niet het geval. Dat wil zeggen: de reguliere zorg zoals die nu is, wordt waarschijnlijk niet slechter door de bedrijvenpoli’s. Maar hij wordt er ook niet beter van, terwijl de niet-reguliere, beter betaalde zorg wél vooruitgang boekt. Als er een bonus in het spel is, blijken ziekenhuizen en specialisten opeens creatief en gemotiveerd genoeg om buiten kantoortijden aan de slag gaan. Dat is cynisch tegenover ‘gewone’ patiënten die met smart wachten op een operatie. Misschien nog wel het meest cynische is dat het ziekenhuis geld verdient dankzij het bestaan van een wachtlijst voor reguliere zorg. Dan vraag je je als gewone patiënt toch af of het daar soms aan ligt dat die wachtlijsten maar niet willen verdwijnen. (Zorgvisie – Krista Kroon)