Overgewicht en obesitas hebben veel negatieve invloed op de volksgezondheid, zorgkosten en arbeidsparticipatie. Dat vraagt om een netwerkaanpak, waarin breed wordt gekeken welke zorg nodig is. Dat stelt Liesbeth van Rossum, hoogleraar obesitas in het Erasmus MC en bestuursvoorzitter van het Partnerschap Overgewicht Nederland.
“Obesitas veroorzaakt veel andere aandoeningen, waaronder
Helemaal eens met hooggeleerde Liesbeth van Rossum! Één, m.i. belangrijke toevoeging wil ik maken. Laten we deze gedragsverandering op tijd inzetten. Ofwel op school op alle niveaus. Wat moet je weten over slecht (roken bepaalde voedingsmiddelen en hoeveelheden) en goed gedrag (bepaalde voedingsmiddelen en hoeveelheden, beweging, hygiëne). Dit kan spelenderwijs beginnen bij de allerkleinsten en waarbij de opgroeiende kinderen vervolgens ook hun ouders ter verantwoording kunnen roepen.
Groetjes Jos
Het blijft een lastig probleem de toegenomen gezondheidsproblematiek uit andere onderdelen van de in ons land verlaten Gezondheidsleer te kunnen (mogen?) verklaren om preventie echt een kans te geven.. Nu zijn het vooral de biochemische, zeg maar internistische kanten van onze ongezondheid die de roep om preventie groot maken. De preventiemunten richten we op “de verkeerde voeding” en de obesogene omgeving. Die is dat inderdaad!
Maar in het meest weggezakte stuk preventie uit de Gezondheidsleer, ooit sterk in onze opvoedkunde met de kennis van vrij spel, buitenspelen, gymnastiek als tools om kinderen naar gezonde lichaamsontwikkeling te krijgen, namelijk het hygiëneveld rond houding en bewegen, zitten de grootste kansen om echt effectieve preventie voor elkaar te krijgen. Nu is de roep om meer te gaan bewegen echt overal te horen en vaak in goede initiatieven omgezet. Vanuit de visie van de grote kennis, die er op het hygiënegebied van houding en bewegen ooit was opgebouwd hebben we de Gezondheidsraad voor en na opstellen Beweegrichtlijn ( cc Vaste VWScie) aangeschreven over het volledig overslaan van het onderdeel “houding” en goede “motorische ontwikkeling” oftewel het goede bewegen. Als in de groeifase de houding (uitlijning skelet) en de grove en fijne motoriek zich niet goed kan ontwikkelen, en dat kan niet met heel veel (ingezakt) zitten en enorm veel uren beeldschermgebruik door kinderen, dan zie je dat alle andere orgaansystemen zich ook niet in vorm en functie kunnen optimaliseren. Zitten zet onze stofwisseling in slaapstand vlg. veel Nederlands onderzoek. Maar spieren, die niet gebruikt worden zorgen voor in slaap vallen van de neurotransmitterhuishouding. Hierdoor wordt het groeiende neurohormonale apparaat ook niet geholpen om een snel, goed en duurzaam reactiemechanisme (feedback) op te bouwen. Zo komen al onze hormoonproducerende organen en hormoonafhankelijke organen ook niet toe aan een gezonde functionaliteit.
Preventie zal zich ook op herstel van kennis over het belang van het ontwikkelen van een goede anatomie (houding) en een vaardig en duurzaam steun- en bewegingsapparaat (brede motorische ontwikkeling) moeten richten. Het waren de artsen in Duitstalig Europa, die 150 jaar geleden de overheden deze preventieplicht via gymnastiek in het Onderwijs deden opnemen, Het Onderwijs is aan zet om zich weer op te pakken naar de modus die ze tot de jaren zestig ook hier had. Er is (bij eigen navraag) geen instantie die verantwoordelijk is voor de kwaliteit van het schoolvak Lichamelijke Opvoeding als het gaat om de individuele gezondheidsbevordering van het kind. Alle focus lijkt op het leervermogen, maar die kan nooit echt goed worden, als er geen geoptimaliseerde gezondheid van het lichaam ondersteekt (vrij naar de kinderarts- wetenschapper Maria Montessori). Dat gaat veel rugzakjes schelen.