Veel betrokkenen zal hierbij een rilling over de rug lopen. Willen we echt terug naar de planzorg van weleer? Binnen de zorg zijn de meningen verdeeld. Naast de geharnaste voor- en tegenstanders zijn er veel bestuurders die genuanceerd denken over marktwerking. De meesten geven – al dan niet onwillig – toe dat concurrentie prikkelt tot verbeteringen en zijn blij met de grotere vrijheid die deregulering biedt. Wie verlangt er terug naar de gedetailleerde voorschriften van het Bouwcollege?
Daar staat tegenover dat de huidige uitwerking van marktwerking kritiek oproept. Gedetailleerde bouwvoorschriften zijn vervelend, maar een abrupte overgang naar ‘zelf bepalen, zelf betalen’ zonder overgangsregeling is minstens zo onplezierig. Ook zijn er zaken die in een markt ingewikkelder zijn. Samenwerking komt moeilijker van de grond tussen concurrenten, en ook tussen aanbieders die – soms ten onrechte – vrezen voor boetes wegens kartelvorming. Andere kritiekpunten gaan eigenlijk meer over prestatiebekostiging dan over marktwerking.
Zo is er nog geen goede financiering van innovaties die niet direct leiden tot extra ‘productie’. En is er discussie over de vraag of dbc’s en zzp’s recht doen aan alle handelingen en groepen cliënten. Last but not least is er onvrede dat de aanbodsturing juist nooit echt is verdwenen. Leidt de concurrentie in de extramurale zorg tot al te onstuimige groei van populaire instellingen, dan komen er vooraf vastgestelde regiobudgetten. Dreigt een ziekenhuis of kolossale zorginstelling door wanbeleid om te vallen, dan komt de overheid met een zak geld om de zorg te waarborgen.
Deze problemen zijn niet zo simpel op te lossen. Dat een zuivere markt niet werkt, heeft de bankencrisis genoegzaam aangetoond, maar een planeconomie leidt tot inefficiëntie en minachting voor de cliënt. De ideale combinatie is nog niet gevonden. Daar kan de politiek beter aan sleutelen dan terug te keren naar budgettering.
Topstuk! Formuleert precies de meest relevante vraag van het moment!