Recent oordeelde de Autoriteit Consument en Markt dat de voorgenomen fusie tussen de twee zelfstandige behandelcentra (zbc) Bergman Clinics en NL Healthcare Clinics de concurrentie sterk zou kunnen belemmeren. In haar besluit keek de ACM niet alleen naar de concurrentie tussen de zbc’s, maar ook naar de relevantie van concurrentie door ziekenhuizen. In haar analyse overwoog de ACM dat ziekenhuizen en zbc’s op dezelfde markten actief zijn, maar niet precies hetzelfde aanbod hebben. Vanuit het perspectief van patiënten is het aanbod van ziekenhuizen en zbc’s niet een-op-een uitwisselbaar. Zo richten zbc’s zich – in tegenstelling tot ziekenhuizen – vooral op hoogvolume, laagcomplexe zorg waarvoor patiënten niet worden opgenomen. Deze zorg kunnen zbc’s bovendien tegen lagere kosten aanbieden dan ziekenhuizen, doordat zij geen achtervangfuncties hoeven aan te houden. De ACM concludeerde daarom dat ziekenhuizen een minder direct alternatief vormen voor zbc’s dan zbc’s ten opzichte van elkaar, gezien hun specifieke profiel.
Overigens duiden eerdere zaken van de ACM er al op dat de omgekeerde situatie ook waar is: zbc’s vormen een minder goed alternatief voor ziekenhuizen dan ziekenhuizen ten opzichte van elkaar. Hiermee is vanuit beide kanten bezien de concurrentiedruk beperkt tussen zbc’s enerzijds en ziekenhuizen/umc’s anderzijds.
De visie van de ACM compliceert wellicht zbc-fusies, maar biedt juist perspectieven voor samenwerking en fusie van zbc’s met ziekenhuizen of umc’s. Als zbc’s maar beperkt concurreren met ziekenhuizen/umc’s, zal een samenwerking of fusie van een zbc met een ziekenhuis of umc ook minder snel leiden tot een problematische vermindering van de concurrentie in de markt. Dit is gunstig voor bijvoorbeeld een umc dat zich meer wil richten op hoogcomplexe behandelingen en de zorg ten aanzien van laagcomplexe behandelingen anders wil vormgeven. Afspraken met zbc’s op het gebied van laagcomplexe zorg zullen in deze benadering namelijk minder snel tot bezwaren leiden.
Het oordeel van de ACM over de zbc-fusie is echter een voorlopige: de fuserende partijen hebben een vergunning aangevraagd om te mogen fuseren. In het besluit van de ACM op die aanvraag zal vermoedelijk meer inzicht worden gegeven in de precieze visie van de ACM op de concurrentie tussen ziekenhuizen en zbc’s. Wordt vervolgd dus.
Berend Reuder, advocaat Stek