Het is goed dat de ROAZ-regio’s daarbij aan zet zijn. Wij denken dat een dialoog op regioniveau het beste past voor de unieke uitdagingen in de betreffende regio. Hervormen van de spoedzorg zal ook vragen om een bewuste en cyclische aanpak. Wie moeten die dialoog voeren en wie neemt verantwoordelijkheid voor zo’n cyclische aanpak?
Een stroef proces?
Net als in de bredere ontwikkeling naar Juiste Zorg op de Juiste Plek of de nu meer gebruikte term passende zorg, geldt ook voor de hervorming van de spoedzorgketen: one size does not fit all. De regio is dan ook de plek met oog voor de specifieke context van de acute zorgketen. Daar kan men tot daadwerkelijke ombuiging komen. Op regioniveau zitten alle partners in de spoedzorgketen immers aan tafel; van huisarts tot spoedeisende hulp, van ambulance tot ouderenzorg en van zorgaanbieder tot financier. Het initiatief en de verantwoordelijkheid zouden bij ROAZ-voorzitters moeten liggen. Zij moeten afstemming zoeken met de voorzitters van de andere regiotafels waar toekomstbestendige spoedzorg een van de thema’s is. Een gezamenlijke visie vormt dan de basis om te concretiseren welke (her)inrichtingsvraagstukken er voorliggen. Dit klinkt simpel en logisch. Echter we zien dat het oppakken en ‘gewoon doen’ hiervan in veel regio’s stroef loopt. Historie, belangen en ook menselijke chemie spelen hierbij een rol. Hoe voorkom je dat ook hier stellingnames het proces frustreren?
Zet geen punt, maar een komma
Voorkomen dat een gesprek strandt, begint bij het besef dat partners elkaar moeten leren bevragen. Maar welke vragen dienen regio’s zichzelf dan te stellen? Start met het verkennen van ieders beeld bij de toekomstige spoedzorg. Hoe zou spoedzorg eruit moeten zien volgens de partijen aan tafel, waar liggen overeenkomsten en wat zijn belangrijke verschillen? Waarom zijn die verschillen er, vanuit welk perspectief en/of belang zijn die er en zijn oplossingsrichtingen mogelijk? Maak knelpunten bespreekbaar en zorg dat de dialoog waardevrij blijft met oog voor perspectieven en belangen van de verschillende partners aan tafel.
Vier principes
Wij onderscheiden vier principes die een cyclische aanpak ondersteunen:
Begrijpen: kennen alle partners aan tafel elkaars ervaringen en beelden? Wat is de huidige ervaring met spoedzorg? Welk toekomstbeeld voorzien de partners? Welk doel zou een regionale en gezamenlijke aanpak van spoedzorg dienen? Hoe past dit bij de eigen strategische en inhoudelijke ambities? Welke (on)mogelijkheden komen op tafel?
Willen: de samenwerking kan rationeel nog zo logisch lijken, maar zonder de wil om samen te werken, gaat het vormgeven van regionale spoedzorg niet gebeuren. Is er bij de partners (voldoende) motivatie om het tot een succes te maken? Waarom wel, waarom niet? Wat kom je brengen en wat kom je halen? Wat is nodig voor een goede balans? Kan geleerd worden van eerdere successen (succes smaakt naar meer)?
Kunnen: na begrijpen en willen, komt de vraag op tafel of een samenwerking ook mogelijk is. Zijn er voldoende middelen (geld, mensen) en competenties beschikbaar om tot de gewenste herinrichting te komen? Zijn financiële middelen nodig (en: van wie)? Kan de benodigde menskracht worden gerealiseerd (en: op welke manier)? Welke data-inrichting is nodig om over te gaan op regionale triage?
Doen: kijk vanaf de start naar de fase van ‘samen doen’. Hoe komen we tot realisatie? Zijn er lessen geleerd van eerdere innovaties? Kan worden ‘meegelift’ op bestaande projecten/pilots? Welke samenwerkingsafspraken zijn er al?
Geen eenduidig antwoord
Het is begrijpelijk waarom er in landelijke media zoveel meningen over de beste inrichting van spoedzorg in de toekomst te lezen en horen zijn; er is namelijk geen eenduidig antwoord. ROAZ en andere regionale overleggen kennen de eigen behoeften en uitdagingen. Dat is dan ook de plek waar het gesprek over hervorming van spoedzorg moet plaatsvinden. Als de puzzelstukken in een regio in elkaar passen, is samenwerken aan innovatieve spoedzorg kansrijk. Enthousiaste regiopartners alleen zijn niet voldoende. Landelijke partijen zullen regio’s handvatten moeten bieden en hen moeten faciliteren bij de keuzes die gemaakt moeten worden om tot passende spoedzorg in de toekomst te komen. Zij kunnen een rol nemen in de begripsverwarring en waarschijnlijk onbedoelde polarisatie die er nu lijkt te ontstaan. Verstaat iedereen wel hetzelfde onder de begrippen traumacentrum, SEH en spoedpost? En wat valt er precies onder acute zorg, spoedzorg en hoogcomplexe zorg? Deze begrippen zullen concretere invulling moeten krijgen. Alleen vanuit een gemeenschappelijk begrip over en de wens om ervaringen met en perspectieven over de spoedzorg met elkaar te verbinden, kan de dialoog gevoerd worden over een nieuwe inrichting ervan en houden we spoedzorg in Nederland toegankelijk en van hoge kwaliteit.
Door: Abel Brussaard en Christel van Zijp, adviseurs Berenschot Zorg