Het management staat vaak op afstand en is druk met organisatorische zaken. Medewerkers op de werkvloer zijn intrinsiek gemotiveerd, maar over het algemeen laag opgeleid. En staffunctionarissen kwaliteit staan te veel langs de zijlijn; zij springen voornamelijk ad hoc in bij verbeteracties op een specifiek onderwerp. Structureel werken aan verbeteringen komt onvoldoende van de grond, terwijl dit juist steeds belangrijker wordt. Want door de veranderingen in de AWBZ en de daarmee gepaard gaande extramuralisering, wordt de zorgvraag in de instellingen steeds complexer.
Inbedding rol cruciaal
Inbedding van de rol van ‘kwaliteitsverpleegkundige’ kan hier verandering in brengen. Deze rol kan worden uitgevoerd als onderdeel van de functie van senior verpleegkundige, kwaliteitsverpleegkundige of teamleider. Met ondersteuning van deze verpleegkundigen kunnen medewerkers in het primaire proces tot betere zorg komen. Als verpleegkundig adviseur van het zorgproces legt zij (of hij) zorginhoudelijke en verpleegkundige processen onder de loep en adviseert, coacht en ondersteunt zij medewerkers om deze processen te optimaliseren.
Succesfactoren
Waardoor werkt het? Dat komt door de specifieke focus van de rol en de gekozen werkwijze. De focus is eenduidig: die is 100 procent gericht op operationele kwaliteit van zorg en geen enkel ander agendapunt. Dat betekent dat de kwaliteitsverpleegkundige continu een appèl doet op het kwaliteitsbewustzijn van medewerkers én dit ook prikkelt. Dat gebeurt on the job. Zij adviseert en coacht medewerkers op de werkvloer over zaken die zich concreet voordoen. Juist deze praktische inslag is een succesfactor. Deze aanpak sluit aan bij de preferente leerstijl van de meeste medewerkers. Door de combinatie van deze focus en aanpak leren zorgmedewerkers de verantwoordelijkheid nemen voor de operationele kwaliteit van zorg. Door de toevoeging van praktische kennis en vaardigheden kunnen zij gewenste verbeteringen concreet implementeren én borgen.
Cultuurverandering
De inzet van de kwaliteitsverpleegkundige rol kan dus heel krachtig zijn, mits de hele organisatie dit ondersteunt. Dat vraagt om een cultuurverandering op de werkvloer en bij het management. Want het heeft ook effect buiten het primaire proces. Een aantal functies op het gebied van kwaliteit en leren zal waarschijnlijk vervallen. Daarnaast is een transformatie van de ondersteunende diensten onontbeerlijk. Deze diensten moeten de operationele kwaliteit optimaal gaan faciliteren en dienend zijn aan het primaire proces. Dat de keuze voor inbedding van de kwaliteitsverpleegkundige rol geen ‘quick fix’ is, mag duidelijk zijn. Het kost gewoonweg veel tijd, energie en de nodige investeringen. Maar het is het resultaat dat telt.
Annemarie Koopman, directeur Zorg, Grow/Work
Door de jaren heen zijn we het methodisch werken ”administratie” of ”kwaliteit” gaan noemen. Verzorgenden niveau 3 en 4 weten wel degelijk hoe ze het dossier zelfstandig zouden moeten opzetten en onderhouden. Dat hebben ze immers gewoon gedoceerd gekregen en men heeft het diploma behaald. Wanneer dit niet zo zou zijn, zouden het vrijwilligers zijn.
Het punt is dat ze niet de juiste prikkels en de ruimte hebben gekregen en/of genomen om hun werk, ook op methodisch gebied, naar behoren uit te voeren. En daar ligt een hiaat die we bij veel organisaties zien.
Eens met de auteur; begin bij de basis en focus continue op het methodisch werken in de praktijk en hang daar op de juiste plaats in het klantproces de vereiste indicatoren aan op. Dan is er geen probleem en weten niveau 3 en 4 verzorgenden er echt wel raad mee…
Novire heeft een online wizard ontwikkeld (methodische klanttool) waar professionals als het ware ”doorheen getrokken worden” en werkendeweg ondersteund en gefaciliteerd worden om de juiste dingen te doen en te bespreken. Men is er erg enthousiast over! En niet alleen verpleegkundigen maar ook niveau 3 en 4 mensen…
Maar eigenlijk zouden we bij de basis moeten beginnen, met het beantwoorden van de volgende twee vragen:
1. Hoe (slecht) is het gesteld met de de verpleeghuiszorg, op een schaal van 0 – 10? Een landelijke patiënttevredenheidsmeting kan daar inzicht in geven, en geeft meteen een monitor voor de effectiviteit van de maatregelen die men meent te moeten nemen.
2. Als die zorg beter moet, waar liggen dan over het algemeen de zwaartepunten? Algemene middelen, opleidingsniveau werkvloerpersoneel, hoeveelheid werkvloerpersoneel, in gebreke blijvende leidinggevenden, te veel bureaucratie? Legio mogelijkheden, dus dat moet eerst in kaart worden gebracht. ‘Diagnosis first, then treatment.’
Ik heb me er eerlijk gezegd nooit specifiek mee bezig gehouden, maar begrijp ik hier nu uit dat het personeel op de werkvloer in verpleeghuizen bestaat uit ziekenverzorgenden i.p.v. verpleegkundigen?
Zo ja, dan zou dat inderdaad moeten veranderen (= beter opleiden). Zo nee (dus het zijn wel verpleegkundigen), dan zou het hoofd van de afdeling de rol al moeten spelen die mw. Koopman beschrijft. En zou men op zoek moeten naar de oorzaken van waarom die dat niet doet.
zorgpersoneel te laag opgeleid. stafpersoneel te hoog opgeleid, teamleiders zitten op kantoor en allen zelden of nooit op de werkvloer zicht baar. Senior verpleegkundige kwaliteits verpleegkundige, adviseurverpleegkundige weg er mee of gaan mee werken en dan aanwijzigingen geven en vooral voor doen hoe je dat doet en dat in alle diensten op de werkvloer. Hebben we ook weer meer handen aan het bed wat e werkdruk weer verlicht. En je niet in je eentje 3 afdelingen hoeft te verzorgen. Met gezond verstand en inlevingsvermogen kom je ook heel ver. En aub zo weinig mogelijk ‘stuurlui’ die niet op de werkvloer te vinden zijn.