Consensus hierover is ver te zoeken bij zelfstandige bestuursorganen, brancheorganisaties, zorgaanbieders en in de politiek. Dat bleek afgelopen donderdag eens te meer tijdens het ZorgVisie-congres Het einde van de AWBZ? in Den Haag.
Waar de RVZ gehakt wil maken van de AWBZ, waarschuwt het CVZ voor ongewenste neveneffecten als overstroming van de zorgverzekering met chronische patiënten en vermeend gemeentelijk onvermogen om langdurende zorg te garanderen. De KNMG wil voor verstandelijk gehandicapten en chronisch psychiatrische patiënten de AWBZ zeker handhaven, want op gemeenten kun je in dezen niet rekenen. Hetgeen VNG-directeur Kuiper weer flauwekul vindt, evenals zorgbestuurder Anton Westerlaken (tevens RVZ): “Als we de gemeentes niet vertrouwen, dan vertrouwen we ons zelf niet.”
Ongewis blijft eveneens of landelijke volksvertegenwoordigers tot overeenstemming zullen komen. Terwijl de PvdA-woordvoerster Smits pleit voor een volksverzekering uitgevoerd door gemeenten (ZorgVisie nieuwsbrief 13 januari), opteert CDA-woordvoerster Vietsch voor handhaving van de AWBZ.
‘Knippen en plakken voor gevorderden’ betitelt Peter van Lieshout van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid dit gekrakeel. Hij acht het niet nodig is om het systeem overhoop te halen als je drie problemen maar voortvarend aanpakt. De scheiding van wonen en zorg, de relatie tussen verzekerde en aanbieder en het nijpende personeelsgebrek.
Consensus laat op zich wachten. Vandaar dat we nog even niet ingaan op Westerlakens suggestie om de het vraagteken in de congrestitel te vervangen door een uitroepteken. Daar is wat meer overeenstemming voor nodig.
Ruud Koolen, hoofdredacteur
ruud.koolen@reedbusiness.nl
Redactioneel
ZorgVisie nieuwsbrief 22, 26 mei 2006
Door: Ruud Koolen